Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Remco Dijkstra en Laan-Geselschap over inzake het bericht ‘Belgische politie gaat bolides van roekeloze autopatsers direct in beslag nemen’
Vragen van de leden RemcoDijkstra en Laan-Geselschap (beiden VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Belgische politie gaat bolides van roekeloze autopatsers direct in beslag nemen» (ingezonden 18 april 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 juni 2019).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2593.
Vraag 1
Kent u het artikel «Belgische politie gaat bolides van roekeloze autopatsers direct
in beslag nemen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Hoe wordt er momenteel in Nederland opgetreden tegen roekeloze rijders? Bent u van
mening dat het huidige systeem van handhaving goed werkt of deelt u de mening dat
er harder tegen roekeloze rijders opgetreden dient te worden?
Welke handvatten heeft het Openbaar Ministerie in Nederland om op te treden tegen
roekeloze rijders?
Antwoord 2, 3
Ik ben van mening dat er hard dient te worden opgetreden tegen personen die roekeloos
rijgedrag vertonen. De huidige wet- en regelgeving biedt daar al ruimte voor. Allereerst
in het kader van het strafrecht. Afhankelijk van de gevolgen, kan tegen roekeloze
rijders worden opgetreden op grond van artikel 5 of 6 Wegenverkeerswet 1994 (WVW94).
Bij overtreding van artikel 5, het veroorzaken van gevaar of hinder op de weg zonder
letsel, kan hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede
categorie (€ 4.150,–) worden opgelegd. Met het Wetsvoorstel aanscherping strafrechtelijke
aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten wordt dit strafmaximum verhoogd naar hechtenis
van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de derde categorie (€ 8.300,–).2 Met hetzelfde wetsvoorstel wordt ook een nieuwe strafbaarstelling voor zeer gevaarlijk
rijgedrag (artikel 5a WVW) voorgesteld. Het voorgestelde strafmaximum voor dit artikel
is ten hoogste twee jaar of een geldboete van de vierde categorie (€ 20.750,-). In
het voorgestelde artikel is een opsomming opgenomen van gedragingen die in ieder geval
kunnen leiden tot de vaststelling dat de delictsomschrijving van dat artikel is vervuld,
zoals gevaarlijk inhalen en in ernstige mate overschrijden van de maximumsnelheid.
Als er sprake is van roekeloos gedrag met letsel of de dood tot gevolg, kan worden
opgetreden met artikel 6 WVW. Bij overtreding van dit artikel kan hechtenis van ten
hoogste 9 jaar of een geldboete van de vijfde categorie (€ 82.000,-) worden opgelegd.
Naast de strafvervolging kan de politie bij ernstige verkeersdelicten het rijbewijs
meteen invorderen. Dat geldt voor de zware gevallen van rijden onder invloed, een
ernstige overschrijding van de snelheid of het ernstig in gevaar brengen van de veiligheid
op de weg.
De officier van justitie kan het rijbewijs vervolgens voor langere tijd inhouden totdat
de zaak voor de rechter komt. Als iemand niet voldoet aan de vordering om zijn rijbewijs
over te geven bestaat de mogelijkheid om het motorrijtuig in bewaring te stellen.
Bij het begaan van ernstige verkeersdelicten is tevens inbeslagneming van het voertuig
mogelijk. Op de mogelijkheden hiervan ga ik in het antwoord op vraag 5 nader op in.
Naast de strafrechtelijke invorderingsmogelijkheden heeft de politie ook bestuursrechtelijke
invorderingsmogelijkheden (Artikel 130 WVW94 jo. artikel 5 RMRG2011). Vanuit het bestuursrecht
kan door het CBR worden overgegaan tot het verplicht volgen van een cursus, zoals
een Educatieve Maatregel Gedrag, onderzoek naar de rijvaardigheid en rijgeschiktheid.
Bij het niet of niet goed afronden van deze maatregelen kan het rijbewijs ongeldig
worden verklaard. Voor beginnende bestuurders geldt dat zij een strafpunt krijgen
na het begaan van een in de regeling opgenomen zware verkeersovertreding. Indien een
bestuurder binnen 5 of 7 jaar na het behalen van het rijbewijs twee strafpunten behaalt,
moet hij opnieuw zijn rijvaardigheid bij het CBR aantonen. Als de beginnende bestuurder
daar niet in slaagt, wordt zijn rijbewijs ongeldig verklaard.
Ik ben van mening dat in de basis het huidige systeem van handhaving goed werkt. Wel
meen ik dat de aanpak van gevaarlijk rijgedrag op sommige aspecten strenger kan. Vandaar
dat ik het Wetsvoorstel aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten
bij uw Kamer heb ingediend.3 Daarnaast wordt op dit moment gewerkt aan een wetsvoorstel over rijden onder invloed
dat ook bepalingen zal bevatten om verkeersveelplegers harder aan te pakken.
Vraag 4
Hoe denkt u over het systeem dat nu in België gebruikt wordt, waarbij de Belgische
politie de mogelijkheid heeft het voertuig te vorderen bij een verkeersovertreding
die getuigt van roekeloos rijden?
Antwoord 4
Het is niet aan mij om te oordelen over de maatregelen die de Belgische overheid treft
om verkeersovertreders te bestraffen. Ik zal bij het antwoord op vraag 5 ingaan op
de mogelijkheden om in het Nederlandse systeem een voertuig in beslag te nemen.
Vraag 5
Bij welke overtredingen acht u het mogelijk een auto in beslag te nemen? Wat verstaat
u onder roekeloos rijgedrag?
Antwoord 5
De gronden voor inbeslagneming zijn opgenomen in artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering.
Bij verkeerszaken gaat het doorgaans om onttrekking aan het verkeer of verbeurdverklaring.
In de door het OM vastgestelde Aanwijzing inbeslagneming (2014 A006) is geregeld in
welke gevallen de politie tot inbeslagneming kan overgaan. Dit is bijvoorbeeld het
geval wanneer de maximum toegestane snelheid met tenminste 100% wordt overschreden
en er daarbij sprake is van concrete gevaarzetting. Ook in andere gevallen van recidiverend
zeer verkeersgevaarlijk gedrag is inbeslagneming mogelijk. Hetzelfde geldt voor auto’s
die rij-technisch in zodanige gebrekkige staat verkeren dat deelname aan het verkeer
in het kader van de verkeersveiligheid niet langer verantwoord is.
De auto wordt inbeslaggenomen nadat daarover overleg met de officier van justitie
heeft plaatsgevonden.
Inbeslagneming is een ingrijpende maatregel. Daarom wordt inbeslagneming van auto’s
beperkt toegepast bij de politie in afstemming met het OM. Bovendien staat bij inbeslagname
ook beklag open voor de eigenaar/bezitter van het inbeslaggenomen voorwerp. Dit betekent
dat de rechter de rechtmatigheid van de beslissing tot inbeslagname controleert.
Ten aanzien van de vraag naar wat verstaan moet worden onder roekeloosheid is van
belang dat onder het juridische begrip roekeloosheid een ander begrip wordt verstaan
dan in het normale spraakgebruik. In juridische zin betreft het een specifiek begrip
dat voorkomt in artikel 175, lid 2 WVW94. Dit betreft de meest zware vorm van schuld
aan een verkeersongeval waarbij doden of zwaargewonden te betreuren zijn. Uit jurisprudentie
van de Hoge Raad blijkt dat van roekeloosheid slechts in uitzonderlijke gevallen sprake
zal zijn. De rechter zal dan zodanige feiten en omstandigheden moeten vaststellen
dat daaruit is af te leiden dat door de buitengewoon onvoorzichtige gedraging van
de verdachte een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen, alsmede dat de verdachte
zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn. Met het Wetsvoorstel aanscherping
strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten wordt, met de introductie
van artikel 5a geëxpliciteerd uit welk gedrag roekeloosheid kan bestaan bij zeer gevaarlijk
rijgedrag waaruit ernstige gevolgen zijn voortgevloeid.4 Dit met als doel de reikwijdte van roekeloosheid te verruimen ten opzichte van de
beperkte inhoud die deze heeft gekregen in de rechtspraak van de Hoge Raad.
Vraag 6
Acht u het denkbaar dat een dergelijk systeem ook in Nederland gebruikt kan worden?
Zou u bereid zijn hierover met uw Belgische collega in gesprek te gaan?
Antwoord 6
Zoals aangegeven is in Nederland de inbeslagname op een andere wijze geregeld. Het
betreft een dwangmiddel dat alleen bij een verdenking toegepast kan worden binnen
het kader van de opsporing ter zake van een strafbaar feit. Een bestuurlijke variant
waarbij de burgemeester een en ander fiatteert kennen wij in ons land niet.
Zoals ik in het antwoord op vraag 2 al heb aangegeven kennen wij in Nederland een
groot aantal mogelijkheden om roekeloos rijgedrag aan te pakken. Ik zal die mogelijkheden
met een tweetal wetsvoorstellen verder aanscherpen en uitbreiden. Ik zie daarom geen
redenen om een systeem van inbeslagname zoals in het bewuste artikel wordt beschreven
te invoeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.