Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het bericht ‘Venezuela belangrijk thema op Koninkrijksoverleg’
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Venezuela belangrijk thema op Koninkrijksoverleg» (ingezonden 2 mei 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 11 juni 2019).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Venezuela belangrijk thema op Koninkrijksoverleg»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat de regering van Aruba tijdens het Koninkrijksoverleg Buitenlandse
Betrekkingen op 29 april 2019 de invoering van een visumplicht voor Venezolanen aan
de orde heeft gesteld?
Antwoord 2
Ja, de invoering van een visumplicht voor Venezolanen is aan de orde gesteld. De Minister-President
van Aruba heeft tijdens het jaarlijkse Koninkrijksoverleg Buitenlandse Betrekkingen
(KOBB) een toelichting gegeven op de stand van zaken en de gevolgen van de crisis
in Venezuela op Aruba. Aruba heeft daarbij aangegeven meer grip te willen krijgen
op reguliere en irreguliere migratiestromen. Met de Minister-President van Aruba is
afgesproken om eerst alle mogelijke maatregelen op landsniveau te onderzoeken en in
te zetten, alvorens de invoering van de visumplicht voor Venezuela door te zetten.
Dit betekent dat Aruba, naast het reeds met de luchtvaartmaatschappijen afgesloten
convenant inzake het delen van passagierslijsten, verder gaat inzetten op de invoering
van de A-ESTA en aanpassing van het Toelatingsbesluit en de Landsverordening Toelating
en Uitzetting (LTU).
Vraag 3
Kunt u op hoofdlijnen uitleggen hoe tussen Koninkrijk en afzonderlijke landen het
invoeren van een visumplicht geregeld is? Klopt het dat een visumplicht alleen met
consensus op Koninkrijksniveau kan worden ingevoerd?
Antwoord 3
De Minister van Buitenlandse Zaken is eindverantwoordelijk voor het buitenlandbeleid,
waar ook het (Caribisch) visumbeleid onderdeel van uitmaakt. Voor het Caribisch visum
vormt de Rijksvisumwet het juridisch kader. In deze rijkswet is bepaald dat de Minister
van Buitenlandse Zaken de bevoegdheid heeft om – in overeenstemming met de landsautoriteiten
– vreemdelingen van bepaalde nationaliteiten vrij te stellen van de visumplicht of
de visumplicht na eerdere vrijstelling weer op te leggen. Bij de besluitvorming om
de visumplicht voor bepaalde nationaliteiten of categorieën vreemdelingen af te schaffen,
houdt de Minister rekening met overwegingen van buitenlands beleid, openbare orde,
nationale veiligheid, economische belangen e.d. Ook streeft de Minister naar harmonisatie
binnen het Koninkrijk.
Zoals bepaald in de Rijksvisumwet, wordt regelmatig overleg gevoerd over aangelegenheden
die de toepassing van deze wet ten aanzien van de Landen en de openbare lichamen betreffen.
Naast de reguliere jaarlijkse visumwerkconferentie, waaraan alle Landen deelnemen,
vindt hiervoor ook intensief overleg met de Landen plaats op zowel ambtelijk alsook
politiek niveau.
Vraag 4
Heeft de (Koninkrijks)regering al een standpunt ingenomen ten opzichte van de (kennelijke)
wens van de regering van Aruba om tot een visumplicht voor Venezolanen te komen? Zo
nee, op welke termijn denkt de regering hierover een standpunt in te kunnen nemen?
In hoeverre is hiervoor noodzakelijk dat er binnen de afzonderlijke landen van het
Koninkrijk – met name op Curaçao – op een zelfde wijze over dit thema gedacht wordt?
Antwoord 4
Nee, de regering heeft nog geen standpunt ingenomen en kan niet aangeven wanneer dit
wel het geval zal zijn. Met de Minister-President van Aruba is afgesproken om allereerst
alle maatregelen op landsniveau te onderzoeken en in te zetten. Daarna kan de invoering
van de visumplicht voor Venezuela aan de orde zijn. Het instrument is beschikbaar
en kan worden ingezet wanneer de noodzaak tot invoering bestaat en wanneer dit effectief
bijdraagt aan gewenste regulering van het vreemdelingenverkeer.
In het kader van eenheid buitenlandbeleid is één lijn op dit punt in de Caribische
delen van het Koninkrijk logisch. Voorkomen moet worden dat voor het ene Land de visumplicht
wordt ingevoerd en daardoor consequenties voor de andere Landen optreden bij het vreemdelingenverkeer
uit Venezuela.
Mocht een formeel verzoek ingediend worden omtrent bijvoorbeeld de invoering van een
visumplicht door een van de landen van het Koninkrijk, dan wordt dit verzoek altijd
aan de andere Landen voorgelegd.
Vraag 5
Bent u bekend met berichtgeving op de website www.24ora.com over de wijze waarop inwoners van de Dominicaanse Republiek op basis van een valse
voorstelling van zaken een visum voor het Koninkrijk, meer specifiek het land Aruba,
verkrijgen?2 Klopt het dat in het bijzonder door sporters (softbalspelers) misbruik is gemaakt
van door de Nederlandse ambassade in Santo Domingo afgegeven visa voor Aruba? Kunt
u aangeven of hier sprake is van individueel misbruik of van een vorm van georganiseerde
illegale entree van het Koninkrijk?
Antwoord 5
Ja, dit bericht is bekend. Er is bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken noch bij
de autoriteiten van Aruba iets bekend over georganiseerd misbruik van Caribische visa
voor Aruba, afgegeven door de Nederlandse ambassade te Santo Domingo aan sporters
of andere doelgroepen. Wel worden signalen van fraude binnen het Caribisch visumaanvraagproces
zeer serieus genomen. De categorie sporters en andere risicocategorieën krijgen daarom
de hoogste prioriteit en aandacht bij het beslisproces, in nauw overleg met de landen
van het Koninkrijk.
Vraag 6
Is er het afgelopen jaar, danwel in de achterliggende periode, sprake van een substantiële
toename van het aantal visa dat in de Dominicaanse Republiek door de Nederlandse ambassade
voor het Koninkrijk afgegeven wordt? Onder wiens verantwoordelijkheid wordt toezicht
gehouden op het naleven van de visa-voorwaarden (met name tijdig vertrek)? Is er sprake
van een substantiële toename van het aantal Dominicanen dat langer op Aruba blijft
dat de toegestane periode? Is er op Aruba sprake van een waarneembare toename van
het aantal op overheidskosten verwijderde Dominicanen?
Antwoord 6
In de afgelopen jaren is er geen sprake van een substantiële toename van het totaalaantal
afgegeven visa voor Dominicanen die de Caribische delen van het Koninkrijk willen
bezoeken. De trend lijkt daarentegen zich juist richting een afname te ontwikkelen
(2016: 1711, 2017: 1728, 2018: 1624, 2019: 514 (tot nu toe)). De landsautoriteiten zijn verantwoordelijk voor de handhaving
op het naleven van de visumvoorwaarden. Ook kan binnen het visuminstrument aan aanvragers
uit specifieke categorieën worden opgelegd dat zich melden bij terugkomst. Deze mogelijkheid
draagt bij aan het aanwijzen van en handhaven op visumplichtigen welke zich schuldig
maken aan overstay.
Het aantal Dominicanen dat langer op Aruba verblijft dan de toegestane periode groeit
(2016: 160, 2017: 214, 2018: 253). Het gaat hierbij voornamelijk om reizigers die in de categorie vallen die
door de landsautoriteiten worden aangemerkt als economisch belangrijk. De aantallen
op overheidskosten verwijderde Dominicanen van Aruba blijven op vergelijkbaar niveau
(2016: 11, 2017: 9, 2018: 11). Door inzet van de visumtoets en grensbewaking zet het Ministerie van Buitenlandse
Zaken zich samen met het Land Aruba en de betrokken ketenpartners onverminderd in
om mogelijke malafide reizigers tegen te houden.
Vraag 7
In hoeverre hebben inwoners van de Dominicaanse Republiek die een visum voor (bijvoorbeeld)
Aruba krijgen ook (automatisch) toegang tot andere landen in het Koninkrijk?
Antwoord 7
In principe kan men met een Caribisch visum alle Caribische delen van het Koninkrijk
bezoeken. Het is echter niet mogelijk om met een Caribisch visum door te reizen naar
de Schengenzone. Visumplichtige vreemdelingen, dus ook houders van een paspoort uit
de Dominicaanse Republiek, moeten een apart Schengenvisum aanvragen om toegang tot
Schengen c.q. Nederland te krijgen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.