Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het overschrijden van de 15-minutennorm bij ambulancespoedritten naar Woerdense Verlaat
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het overschrijden van de 15-minutennorm bij ambulancespoedritten naar Woerdense Verlaat (ingezonden 3 mei 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 27 mei 2019).
Vraag 1
Is het waar dat bij A1-ambulancespoedritten naar Woerdense Verlaat stelselmatig de
15-minutennorm wordt overschreden?1
Antwoord 1
Uit de onderhands meegezonden informatie blijkt dat in 2018 de gemiddelde responstijd
naar Woerdense Verlaat in geval van spoedritten 18:24 minuten was. Dit betekent niet
dat bij A1-ritten naar Woerdense Verlaat stelselmatig de 15-minutennorm wordt overschreden.
De 15-minutennorm2 heeft namelijk betrekking op het niveau van de (veiligheids)regio en niet op het
niveau van gemeenten of dorpskernen. De Regionale Ambulancevoorziening (RAV) en zorgverzekeraars
sturen op het voldoen aan de regionale prestatienorm en niet op een responstijd van
15 minuten in elk dorp binnen de veiligheidsregio. Hierbij kijken ze naar de spreiding
van de zorgvraag in de gehele regio waar de inzet van ambulances op wordt afgestemd.
Van belang hierbij is dat er in 2018 ongeveer 30.000 spoedritten zijn afgehandeld
in de gehele regio, waarvan er 14 in Woerdense Verlaat.
Vraag 2
Kunt u de precieze cijfers van de aanrijtijden vanaf 2015 schetsen? Hoe beoordeelt
u deze gegevens?
Antwoord 2
Ik kan u de gemiddelde aanrijtijden per jaar van RAV Ambulancezorg Hollands Midden,
verantwoordelijk voor de ambulancezorg in Woerdense Verlaat, vanaf 2015 geven. Deze
zijn als volgt: in 2015 6:57 minuten, in 2016 6:58 minuten, in 2017 7:04 minuten.
De door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) geverifieerde gemiddelde
aanrijtijden over 2018 zijn nog niet bekend. Voor de volledigheid wijs ik u er op
dat de aanrijtijden uit uw vraag niet hetzelfde zijn als responstijden (responstijd
is de tijd tussen binnenkomst van de melding bij de meldkamer en de aankomst van de
ambulance ter plaatse. Voor de responstijd geldt de 15 minutennorm).
Zoals ik ook in mijn Kamerbrief van 29 maart jongstleden3 heb geschreven, is tijdigheid een belangrijk onderdeel van de kwaliteit van ambulancezorg,
maar het is niet het enige onderdeel. De sector ontwikkelt momenteel een kwaliteitskader
ambulancezorg, waarmee tijdigheid een onderdeel wordt van een breder palet aan kwaliteitsnormen.
Vraag 3
Vindt u de reactie van uw ministerie op de vragen van de Werkgroep Maatschappelijke
voorzieningen voor Jeugd en Ouderen Dorpsraad Woerdense Verlaat correct en adequaat?
Antwoord 3
Nee. Uit de onderhands meegezonden informatie vanuit de «Werkgroep Maatschappelijke
voorzieningen voor Jeugd en Ouderen Dorpsraad Woerdense Verlaat april/mei 2019» blijkt
dat het antwoord vanuit de publieksvoorlichting Informatie rijksoverheid onjuist is.
De informatie waarnaar werd verwezen door de publieksvoorlichting is inmiddels aangepast
op de website van de rijksoverheid.
Vraag 4, 5 en 6
Wat is de reden dat de RAV (Regionale ambulancevoorziening) Utrecht niet de helpende
hand wil bieden aan de RAV Hollands Midden om de aanrijtijden voor Woerdense Verlaat
te verbeteren en binnen de wettelijke 15-minutennorm te brengen?
Bent u bereid uw invloed aan te wenden om tot een oplossing te komen voor de aanrijtijdenproblematiek
bij spoedritten naar Woerdense Verlaat? Welke mogelijkheden ziet u daartoe?
Speelt een dergelijk probleem ook bij andere grensgebieden tussen RAV’s in Nederland?
Zo ja, welke oplossingen worden daar gezocht om tot een verbetering van de aanrijtijden
in grensgebieden van RAV’s te komen?
Antwoord 4, 5 en 6
Over alle grensgebieden tussen RAV’s in Nederland afspraken gemaakt tussen buur-RAV’s
met betrekking tot onderlinge assistentie. Dit is ook een wettelijke verplichting
die volgt uit de Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz)4. Die onderlinge afspraken tussen de RAV Hollands Midden en de RAV Utrecht zijn er.
De RAV Hollands Midden en RAV Utrecht werken al jaren met een burenhulp-convenant
dat het mogelijk maakt de snelst beschikbare ambulance in te zetten bij A1-indicaties.
Vanuit de meldkamers is op een kaart inzicht waar welke ambulances beschikbaar zijn.
Indien er een melding komt vanuit Woerdense Verlaat en er een ambulance van de RAV
Utrecht dichterbij is, dan wordt de ambulance van de RAV Utrecht gestuurd. Indien
de meldkamer Hollands Midden geen ambulance van de RAV Utrecht op de kaart kan zien,
is deze te ver van het grensgebied Utrecht-Hollands Midden verwijderd. Er wordt dan
een ambulance vanuit Hollands Midden ingezet, aangezien die er sneller zal zijn. Overigens
laat ik momenteel door het RIVM onderzoeken of burenhulp door RAV’s beter geoptimaliseerd
kan worden5.
De RAV’s zorgen er – samen met de zorgverzekeraars – voor dat de capaciteit zo goed
mogelijk wordt ingezet in de gehele (veiligheids)regio, zodat met de beschikbare mensen
en middelen het grootst aantal inwoners binnen 15 minuten bereikt kan worden. In mijn
brief van 29 maart jongstleden6 over de stand van zaken ambulancezorg heb ik aangegeven hoe ik met Ambulancezorg
Nederland en Zorgverzekeraars Nederland de komende periode blijf werken aan het behalen
van de wettelijke 15-minutennorm.
Het is van belang dat in gemeenten zelf op het vlak van burgerhulpverlening ook acties
kunnen worden ondernomen. Bijvoorbeeld door te investeren in het netwerk van burgerhulpverleners,
door het gebruik en de beschikbaarheid van AED’s te faciliteren en door het werven
en opleiden van vrijwilligers voor de burgerhulpverlening te stimuleren. De gemeente
Nieuwkoop doet dit ook en heeft hiervoor de hulp ingeschakeld van HartslagNu. In deze
gemeente is nu 1,5% van de burgers aangesloten. Meer zou nog beter zijn. Zoals u weet
heeft de Hartstichting gemeenten aangeschreven om een financiële bijdrage te gaan
leveren om te borgen dat deze burgerhulpverlening ook in de toekomst in stand blijft.
Ik vind dit een heel goed initiatief dat mijn volle steun heeft. Dit heb ik onlangs
in een brief bij het schrijven van de Hartstichting aan deze gemeenten laten weten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.