Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 188 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de implementatie van richtlijn 2014/45/EU alsmede ter invoering van een registratie- en kentekenplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, mobiele machines en aanhangwagens die uitsluitend bestemd zijn om daardoor te worden voortbewogen en het niet meer toelaten tot het verkeer van nieuwe motorrijtuigen met beperkte snelheid
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 23 mei 2019
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng
is geleverd.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende
zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel
van wet voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
Inleiding
2
Algemeen
2
Inleiding
2
Strekking van het wetsvoorstel
3
Aanleiding en noodzaak
4
Noodzaak
4
Eerder wetsvoorstel en alternatief registratiesysteem
4
Doelstelling en uitgangspunten huidig wetsvoorstel
4
Hoofdlijnen van het wetsvoorstel
4
Bestaand wagenpark
5
Maatregelen om de kosten te drukken
5
Grensverkeerkenteken
6
Schouw
6
Herkenningsplaat
6
Bestaande modellen kentekenplaten
6
Snelheidsverhoging
6
Centraal ontheffingensysteem voor (land)bouwvoertuigen
7
Verhouding tot bestaande regelgeving
7
Belasting Personen Motorvoertuigen (hierna: BPM) en Motorrijtuigenbelasting (hierna:
MRB)
7
Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (hierna: WAM)
7
Uitvoering en handhaving
7
APK
7
Regeldrukeffecten
8
Financiële kosten
8
Advisering en consultatie
8
Kennisname nieuwe regelgeving
8
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel
inzake de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de implementatie van
richtlijn 2014/45/EU alsmede ter invoering van een registratie- en kentekenplicht
voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, mobiele machines
en aanhangwagens die uitsluitend bestemd zijn om daardoor te worden voortbewogen en
het niet meer toelaten tot het verkeer van nieuwe motorrijtuigen met beperkte snelheid
(Kamerstuk 35 188) (hierna: het wetsvoorstel).
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben een
aantal vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van onderhavige wetsvoorstel. Om
het wetsvoorstel beter te kunnen beoordelen hebben deze leden de volgende vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel.
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben
nog enkele vragen, mede naar aanleiding van de kritische noties van de Raad van State
(hierna: RvS).
Algemeen
Inleiding
De leden van de PVV-fractie vragen wat de beweegreden is geweest van de regering om
de ingebrekestelling van Nederland door Brussel serieus te nemen. Deze leden vragen
ook naar het effect van deze maatregel op de verkeersveiligheid. Hoeveel ongelukken
vonden er met de 8.000 trekkers die het betreft plaats in 2018 en hoe had het hebben
van een kenteken dit kunnen voorkomen, vragen deze leden.
De leden van de PVV-fractie vragen hoe gegarandeerd wordt dat de overige 262.000 trekkers
die nu buiten deze verplichting vallen, dat ook blijven?
De leden van de PVV-fractie vragen hoe Frankrijk in de praktijk uitvoering heeft gegeven
aan deze Europese verplichting. Wat zijn de kosten per trekker die een boer moet maken
om de trekker te keuren en te laten voorzien van een kenteken, vragen deze leden.
Deze leden vragen welk budget beschikbaar gesteld is voor de handhaving van deze nieuwe
verplichting. Dekt dit budget de verwachte kosten van die handhaving? Deze leden vragen
tot slot wat de consequenties zijn voor een boer die geen kenteken heeft.
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de regering afwijkt van het advies
van de RvS om het wetsvoorstel te splitsen. Deze leden begrijpen deze keuze en achten
de onderbouwing daarvan afdoende. Wel vragen zij de regering of er risico’s aan deze
keuze kleven.
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat een aantal cruciale correcties
-tevens verbeteringen- zijn doorgevoerd in het voorliggende wetsvoorstel ten opzichte
van het in 2016 verworpen wetsvoorstel. Deze leden kunnen de gemaakte keuzes billijken
en onderkennen dat aan de registratie- en kentekenplicht helaas kosten en administratieve
lasten zijn verbonden. Deze leden drukken de regering op het hart deze tot een minimum
te beperken voor boeren, tuinders en andere eigenaren van tractoren en dergelijke.
Extra aandacht vragen deze leden voor de kosten en lasten voor eigenaren van historische
voertuigen: ons mobiele erfgoed. Deze leden vinden het van groot belang dat dit erfgoed
blijft bestaan en rijden en dat de eigenaren hiervan, die met veel liefde en passie
hiervoor zorgen, geen onnodige belemmeringen ondervinden. Deelt de regering deze mening?
Ziet de regering mogelijkheden deze lasten te beperken?
Strekking van het wetsvoorstel
De leden van de VVD-fractie nemen er notie van dat de Europese Commissie (hierna:
EC) Nederland op 19 juli 2017 in gebreke gesteld heeft vanwege het niet tijdig omzetten
van richtlijn 2014/45/EU. Welke gevolgen zijn er te verwachten van het in gebreke
blijven van het omzetten van de richtlijn?
De leden van de VVD-fractie vragen welke voertuigen precies onder de motorrijtuigen
met beperkte snelheid (hierna: MMBS’en) vallen en welke onder de mobiele machines
(hierna: MM’s). Is er een overzicht van alle voertuigen? En welke maximumsnelheden
zijn er aan welke voertuigen toegekend? Is er voldoende kennis aanwezig bij politie
en handhavers om (snelheids-)overtredingen die met bezit of gebruik van dit type voertuig
worden begaan op te sporen en te handhaven? Welke straffen kunnen in geval van een
overtreding worden opgelegd? Welke garanties zijn er dat de categorie MMBS’en van
omgebouwde personenvoertuigen met een oranje driehoek daadwerkelijk van de weg gehaald
kunnen gaan worden? Hoeveel van deze omgebouwde voertuigen zijn er? Hoeveel incidenten
met fraude of te hard rijden zijn de regering bekend? Kunnen deze voertuigen verboden
worden om voortaan nog op de openbare weg te rijden? Wat is ervoor nodig om dat voor
elkaar te krijgen?
De leden van de VVD-fractie vragen voor welke voertuigen het voeren van een kenteken
vrijwillig is en hoe dit wordt bepaald.
De leden van de VVD-fractie vragen wat het betekent voor de eisen die gesteld worden
aan een voertuig of en bestuurder als de MMBS’en verdwijnen en de MM’s ervoor in de
plaats komen. Kan gehandhaafd gaan worden op bestaande MMBS’en? Wat is de verwachting
met betrekking tot de bestaande MMBS’en: worden deze zo onaantrekkelijk dat zij eindelijk
verdwijnen? De categorie MMBS omvat ook machines en nuttige apparaten als bietenrooiers,
hakkelaars en maaidorsers. Deze leden vragen of het mogelijk is deze te scheiden van
de geknepen auto's met oranje driehoek.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de RvS voorstelt om het wetsvoorstel te splitsen
in een deel dat uitsluitend strekt tot implementatie van richtlijn 2014/45/EU en het
deel dat voortvloeit uit aangenomen moties. De regering geeft aan dit advies niet
te volgen, mede vanwege het feit dat de sector heeft aangegeven de registratie- en
kentekenplicht alleen acceptabel te vinden als er ook voordelen voor hen aan de kentekening
zijn verbonden. Deze leden vragen of de sector hierbij doelt op voordelen die ontstaan
door de uitvoering van de moties of (ook) op andere voordelen. Indien de sector doelt
op de uitvoering van moties, op welke moties doelen zij, vragen deze leden.
De leden van de CDA-fractie lezen voorts dat het voeren van een kenteken voor sommige
voertuigen verplicht wordt en voor andere vrijwillig is. Om meer helderheid te krijgen
wat nu de voorgestelde regels zijn ontvangen deze leden graag een overzicht waarin
duidelijk wordt of de volgende punten wel of niet gaan gelden voor bestaande voertuigen:
verplicht tot een Algemene Periodieke Keuring (hierna: apk), registratieplichtig,
kentekenplichtig, witte volgplaat.
De leden van de CDA-fractie lezen verder dat om de gevolgen van de ingebrekestelling
te beperken het noodzakelijk is de apk-plicht voor snelle landbouw- en bosbouwtrekkers
(LBT’s) zo snel mogelijk te regelen. Kan de regering aangeven of hier harde deadlines
aan gekoppeld zijn? Verder zijn deze leden benieuwd of er nog andere lidstaten zijn
die de richtlijn nog niet hebben geïmplementeerd. Zo ja, welke lidstaten zijn dat
en wanneer is de verwachting dat zij de richtlijn implementeren?
De leden van de CDA-fractie zijn ook benieuwd welke effecten het wetsvoorstel heeft
voor de grensregio’s. Welke voor- en nadelen worden verwacht voor de grensregio’s
door dit wetsvoorstel?
De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd wat de gevolgen van het wetsvoorstel zullen
zijn voor het midden- en kleinbedrijf (mkb). Zou de regering bereid zijn een mkb-toets
op deze wet los te laten?
Aanleiding en noodzaak
Noodzaak
De leden van de CDA-fractie lezen dat de noodzaak om over te gaan tot registratie
en kentekening niet alleen volgt uit de richtlijn 2014/45/EU, maar ook uit de richtlijn
2014/47/EU en verordening nr. 167/2013. Kan de regering aangeven of deze genoemde
richtlijn en verordening alleen extra argumentatie geven om dit te doen of dat ze
een extra verplichtend karakter bevatten? De leden van de CDA-fractie krijgen graag
meer duidelijkheid over de vraag of alleen een registratieplicht volgt uit de richtlijn(en)
of dat ook kentekeningplicht hieruit volgt. Indien ook een kentekenplicht aan de orde
is, waar valt dit uit af te leiden, vragen deze leden.
Eerder wetsvoorstel en alternatief registratiesysteem
De leden van de CDA-fractie krijgen graag meer duidelijkheid over de verschillen tussen
het eerdere wetsvoorstel dat de Kamer in 2016 heeft verworpen en het voorliggende
wetsvoorstel. Zou de regering de verschillen op een rijtje kunnen zetten om dit meer
helder te krijgen? Deze leden krijgen graag een nadere toelichting waarom met een
alternatieve vorm van registratie de snelheidsverhoging naar 40 km/uur niet te realiseren
is. Kan de regering aangeven of zij het alleen niet wenselijk acht of dat het technisch
gezien ook niet zou kunnen?
Doelstelling en uitgangspunten huidig wetsvoorstel
De leden van de VVD-fractie vragen In welke mate het wetsvoorstel de wegen veiliger
maakt.
Hoofdlijnen van het wetsvoorstel
Inleiding
De leden van de CDA-fractie lezen dat bestaande LBTA’s waarvan de maximumconstructiesnelheid
niet meer dan 25 km/u bedraagt, niet hoeven te worden geregistreerd, maar dat daarvoor
een witte volgplaat voldoende is. Kan de regering aangeven of dit ook geldt voor nieuwe
LBTA’s waarvan de maximumconstructiesnelheid niet meer dan 25 km/u bedraagt?
De leden van de SGP-fractie vragen waarom de regering, gelet op de kritiek van de
RvS, er niet voor heeft gekozen om de verplichte kentekening te beperken tot bijvoorbeeld
landbouwvoertuigen met een maximumconstructiesnelheid hoger dan 25 km/u.
Bestaand wagenpark
De leden van de VVD-fractie vinden de voorgestelde conversietermijn van een jaar betrekkelijk
kort. Waarom is er voor deze termijn gekozen en welke afwegingen liggen hieraan ten
grondslag? Deze leden vragen hoe er omgegaan wordt met aanhangers.
De leden van de CDA-fractie lezen dat een conversieperiode wordt voorgesteld die loopt
tot 20 mei 2020. Deze leden zijn benieuwd hoe men op deze datum is uitgekomen. Verder
zijn deze leden benieuwd waarom alleen registratieaanvragen die voor 1 mei 2020 worden
ingediend door de Rijksdienst Wegverkeer (RDW) gegarandeerd voor het einde van de
conversieperiode kunnen worden afgehandeld. In paragraaf 8 van memorie van toelichting
wordt aangegeven dat voor de huidige LBT’s de conversieperiode korter zal zijn dan
gewenst door de branche. Waarom is dat zo? De regering geeft aan dat wel rekening
wordt gehouden met de wens van de branche om conversie in de winterperiode mogelijk
te maken. Kan de regering aangeven of de branche nu kan leven met de voorgestelde
conversieperiode?
Maatregelen om de kosten te drukken
De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd hoeveel kosten zullen worden bespaard nu
de regering geen schouw invoert, daar deze geen meerwaarde heeft, zoals zij aangeeft
in haar reactie op het advies van de RvS.
De leden van de CDA-fractie lezen dat verschillende voertuigen zullen worden uitgezonderd
voor de registratieplicht. Kan de regering bevestigen dat dit ook gaat gelden voor
de zogenoemde fruittreintjes? Kan de regering aangeven of fruittreintjes voor oogstdoeleinden
tussen 1 juli t/m 30 november ook zonder kenteken gebruikt mogen worden op de openbare
weg? Hebben fruittreintjes buiten deze periode wel een kentekenplicht, vragen deze
leden en, zo ja, waarom? Verder zijn deze leden benieuwd of voor mest- en giertanks
uitzonderingen gelden op het gebied van registratie en kentekening. Deze leden vragen
of mest- en giertanks niet onder de APK-plicht gaan vallen. Deze leden vragen of er
ook uitzonderingen gelden voor kooiapen (meeneemheftrucks) en heftrucks en, zo ja,
welke? Begrijpen deze leden goed dat voertuigen die alleen van de weg gebruik moeten
maken voor bijvoorbeeld onderhoud of reparatie gewoon een bestaand handelaarskenteken
kunnen blijven gebruiken? Hoeveel kosten zullen worden bespaard, doordat kentekenplaatverlichting
niet verplicht wordt voor het bestaande voertuigpark, vragen deze leden. Kan de regering
een overzicht geven van de totale kosten die worden bespaard door de maatregelen die
worden beschreven onder paragraaf 3.6 van de memorie van toelichting?
De leden van de CDA-fractie hebben uit het veld gehoord dat jongeren die hun trekkerrijbewijs
hebben gehaald, als ze 16 jaar zijn, geleerd hebben om met een forse combinatie de
weg op te mogen. Deze leden begrijpen dat als deze jongeren 18 jaar zijn geworden,
ze echter ook het BE-rijbewijs moeten halen voor een grote aanhanger. Zou de regering
kunnen aangeven hoe zij ertegen aankijkt indien men na het behalen van het trekkerrijbewijs
geen BE-rijbewijs meer hoeft te halen in verband met tijds- en kostenbesparing, vragen
deze leden.
Grensverkeerkenteken
De leden van de VVD-fractie vragen welke richtlijn er wordt aangehouden voor buitenlandse
voertuigen die in Nederland rijden zonder kenteken. Welke afspraken worden hierover
gemaakt met onze aangrenzende landen?
Schouw
De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre kentekening nodig is om een staandehouding
uit te voeren?
Herkenningsplaat
De leden van de SGP-fractie constateren dat het op dit moment verplicht is om een
herkenningsplaat (een oranje afgeknotte driehoek) aan te brengen, ten teken dat iets
een langzaam rijdend voertuig betreft. Deze verplichting zou gaan vervallen, omdat
de kentekenplaat ook een retroreflecterende functie heeft. Deze leden zetten vraagtekens
bij deze stellingname. Is de veronderstelling juist dat bij het zien van een retroreflecterende
kentekenplaat niet duidelijk is of het om een langzaam rijdend of een snel rijdend
voertuig gaat, terwijl dat bij de huidige herkenningsplaat wel het geval is, vragen
deze leden. Wat betekent dit voor de verkeersveiligheid?
Bestaande modellen kentekenplaten
De leden van de VVD-fractie zien dat er een kentekenplicht komt voor nieuwe voertuigen.
Deze leden vragen vanaf welk moment. Hoe wordt omgegaan met trekkers die nog geen
kenteken hebben? Kan de regering de overgangsregeling toelichten?
Snelheidsverhoging
De leden van de VVD-fractie vragen welke stappen, in samenspraak met provincies, genomen
worden om de snelheidsverhoging ook daadwerkelijk te effectueren. Hoe wordt ervoor
gezorgd dat op zo veel mogelijk wegen buiten de bebouwde kom, uiteraard met oog voor
de verkeersveiligheid, door LBT’s gereden kan worden met de nieuwe snelheid? Welk
instrument heeft de regering tot haar beschikking als provincies niet bereid zijn
hieraan mee te werken? Deze leden vragen in hoeverre de garantie aanwezig is dat trekkers
met een kenteken dadelijk overal meer dan 40 km/u mogen rijden. Hoe wordt de afweging
gemaakt waar dat wel mag en waar niet? Wie is verantwoordelijk voor die afweging?
De leden van de CDA-fractie zouden graag meer achtergrondinformatie ontvangen waarom
het voeren van een kentekenplaat door LBT’s, MMBS’s en MM’s en aanhangwagens en verwisselbare
getrokken uitrustingsstukken achter LBT’s en MMBS’en (hierna: LBTA’s) een voorwaarde
is voor een verhoging van de maximumsnelheid naar 40 km/u.
De leden van de SGP-fractie horen graag wat de verhoging van de maximumsnelheid in
de praktijk zal betekenen voor de verkeersveiligheid.
Centraal ontheffingensysteem voor (land)bouwvoertuigen
De leden van de VVD-fractie vragen hoe het staat met het centrale loket om ontheffingen
te verlenen voor weggebruik. Wat zijn gegronde redenen om wegen niet vrij te geven
voor trekkers? Hoe moeten we het begrip verkeersveiligheid hierin duiden?
Verhouding tot bestaande regelgeving
BPM en MRB
De leden van de VVD-fractie vragen welke voertuigen onder de BPM en de MRB vallen.
Welke voertuigen worden hiervan uitgesloten en op welke gronden?
De leden van de CDA-fractie willen voorkomen dat provincies heffingen kunnen gaan
opleggen als gevolg van dit wetsvoorstel. De regering geeft aan dat inschrijven in
een kentekenregister normaliter zou leiden tot verschuldigdheid van belastingen, maar
dat zij de wet zodanig aan zal passen dat LBT’s MMBS’en en MM’s niet in de heffing
zullen worden betrokken. Deze leden vragen of de regering kan verzekeren dat na het
wijzigen van de wet, net als nu, voor de LBT’s, MMBS’en en de MM’s geen opcenten of
andere heffingen geheven mogen worden. Zal in de wet elke ruimte hiervoor worden uitgesloten?
Zo nee, waar blijft wel ruimte bestaan?
De leden van de CDA-fractie lezen verder dat wijziging van de Wet BPM 1992 en Wet
MRB 1994 hiervoor aangepast moeten worden. Het is deze leden nog onduidelijk of dit
al geregeld wordt met dit wetsvoorstel of met een apart wetsvoorstel. Indien het laatste,
hoe wordt dan voorkomen dat provincies niet tijdelijk provinciale opcenten of MRB
kunnen gaan heffen?
WAM
De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of de verzekeringskosten gelijk zullen blijven
na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. Zo nee, wat wijzigt er dan, vragen deze
leden.
Uitvoering en handhaving
Apk
De leden van de VVD-fractie vragen of de bestaande voertuigen tijdig gekeurd kunnen
worden. Is daarvoor voldoende capaciteit? Hoe gaat dat in zijn werk, vragen deze leden.
De leden van de SGP-fractie merken op dat er een paar honderdduizend landbouwvoertuigen
rondrijden, die deels in handen zijn van hobbyboeren. Hoe gaat de regering ervoor
zorgen dat alle betrokkenen op de hoogte worden gesteld van de nieuwe verplichtingen,
vragen deze leden. Hoe gaat de regering de handhaving vormgeven in de wetenschap dat
het niet voor iedereen tijdig duidelijk zal zijn wat van hen verwacht wordt?
De leden van de SGP-fractie vragen of de veronderstelling juist is dat ook na invoering
van het wetsvoorstel voor het controleren van de apk-plicht staandehoudingen nodig
zijn, mede gelet op de vrijstelling van de apk-plicht onder bepaalde omstandigheden.
Regeldrukeffecten
Financiële kosten
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de ontwikkeling is geweest van de kosten inzake
een trekkerkenteken sinds de eerste aanzet om tot dit wetsvoorstel te komen. Welke
garanties zijn er dat het kenteken niet duurder uitpakt dan eerder ter indicatie is
voorgelegd? Hoe wordt een toename van kosten en lasten voorkomen? Blijft de uitzondering
voor BPM en MRB? Welke afspraken zijn daarover gemaakt? Is een kenteken geen opstapje
naar extra belastingen, vragen deze leden.
De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of voor oldtimer LBT’s dezelfde regels gelden
als voor alle LBT’s. Zo ja, wat houdt dit in qua kosten voor oldtimers? Deze leden
zijn verder benieuwd wat de precieze kosten zijn van registratie, kentekenplaat en
de tenaamstelling.
Advisering en consultatie
De leden van de CDA-fractie lezen dat is afgezien van een openbare internetconsulatie,
omdat een vergelijkbaar wetsvoorstel eerder is ingediend en urgentie is geboden om
invulling te geven aan de apk-plicht. Deze leden nemen aan dat de regering wel heeft
gepolst en heeft overlegd met de sector over het voorliggende wetsvoorstel. Zou de
regering de reacties uit de sector op voorliggend wetsvoorstel op hoofdlijnen kunnen
weergeven?
Kennisname nieuwe wet- en regelgeving
De leden van de VVD-fractie vragen hoe er door de overheid wordt bijgedragen aan de
kennisname van bedrijven over de nieuwe wet- en regelgeving.
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Rijkers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
J. Rijkers, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.