Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Becker, Rudmer Heerema en Van Wijngaarden over het bericht dat meisjes met een migratie-achtergrond al in de basisschoolleeftijd worden ontvoerd en uitgehuwelijkt
Vragen van de leden Becker, RudmerHeerema en Van Wijngaarden (allen VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Justitie en Veiligheid over het bericht dat meisjes met een migratie-achtergrond al in de basisschoolleeftijd worden ontvoerd en uitgehuwelijkt (ingezonden 21 maart 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
            Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Buitenlandse Zaken, voor Rechtsbescherming
            en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (ontvangen 27 mei 2019).
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Brabantse juf Kiet waarschuwt: «Meisjes van 12 ontvoerd en uitgehuwelijkt»»?1
Antwoord 1
            
Ja. In het artikel wordt gesproken over ontvoering van kinderen naar het buitenland
               en achterlating en uithuwelijking. Bij kinderontvoering brengt één van de ouders het
               kind naar het buitenland, zonder de wettelijke toestemming van de andere ouder met
               gezag. Er is sprake van achterlating wanneer de gezaghebbende ouder(s) met het kind
               naar het buitenland reizen en het daar vervolgens achterlaten, waarbij in sommige
               gevallen ook sprake kan zijn van een gedwongen huwelijk. In het artikel gaat het in
               feite om achterlating. In de beantwoording van de vragen hieronder spreek ik daarom
               over achterlating van minderjarigen in het buitenland.
            
Vraag 2
            
Is u bekend dat in Nederland meisjes met een migratie-achtergrond zelfs al in de basisschoolleeftijd
               worden ontvoerd en/of achtergelaten tijdens de vakantie om uitgehuwelijkt te worden?
               Zo ja, hoeveel gevallen van meisjes in de basisschoolleeftijd in Nederland betreft
               het jaarlijks en hoeveel gevallen van uithuwelijking en achterlating, naar welke landen,
               zijn er in Nederland in totaal?
            
Antwoord 2
            
Uit informatie van het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (hierna:
               LKHA) is mij niet gebleken dat in het jaar 2018 meldingen zijn binnengekomen van achterlatingen
               om uitgehuwelijkt te worden waarbij het slachtoffer op het moment van de melding de
               basisschoolleeftijd had. Hieruit valt niet af te leiden dat het in de praktijk niet
               gebeurt.
            
In 2018 heeft het LKHA tien meldingen ontvangen van huwelijksdwang in het buitenland.
               In vier gevallen betrof het een gedwongen huwelijk van een minderjarige. Daarvan zijn
               er twee teruggekeerd naar Nederland en stonden op 31 december 2018 nog twee zaken
               open. Het aantal meldingen van achtergelaten minderjarigen onder de 18 jaar betrof
               elf meldingen. Bij drie meldingen is de minderjarige teruggekeerd naar Nederland,
               bij vijf meldingen is er geen achterlating vastgesteld en drie zaken waren nog open2 op 31 december 2018.
            
In de door het LKHA aangeleverde informatie is een onderverdeling gemaakt naar het
               aantal meldingen dat in 2018 is binnengekomen, onderverdeeld in achterlating, huwelijksdwang
               en huwelijksdwang en achterlating. Zie bijlage 1.
            
Vraag 3
            
Kunt u aangeven hoe vaak jaarlijks vanuit een basisschool of een middelbare school
               melding wordt gedaan van vermoedens van (aanstaande) ontvoering, achterlating en uithuwelijking,
               bij welke instantie dit gebeurt en welke opvolging hieraan wordt gegeven? Welk deel
               van de vermoedens van kindontvoering die door de marechaussee worden gesignaleerd
               is ook gemeld door scholen? Is het mogelijk om exactere cijfers boven tafel te krijgen
               door gebruik te maken van de leerlingadministratie? Zo ja, bent u bereid dit te doen?
            
Antwoord 3
            
Bij vermoedens van kinderontvoering moeten door leraren, net als bij andere signalen
               van huiselijk geweld en kindermishandeling, de stappen van de meldcode worden gevolgd.
               Het doorlopen van de stappen kan resulteren in een melding aan Veilig Thuis. Exacte
               cijfers over achterlating van minderjarigen in het buitenland, zijn momenteel niet
               beschikbaar aangezien cijfers over dit specifieke onderwerp niet te herleiden zijn
               uit het huidige registratiesysteem. De leerlingenadministratie van de school is niet
               bedoeld om privacygevoelige gegevens te delen. De Koninklijke Marechaussee registreert
               weliswaar de situaties waarbij het ouderlijk gezag of de toestemming niet kan worden
               vastgesteld. Er kan echter niet worden herleid of en zo ja hoeveel van deze gevallen
               ook zijn gemeld door scholen.
            
Vraag 4
            
Deelt u de inschatting van juf Kiet dat het risico van ontvoering, achterlating en
               uithuwelijking bij meisjes met een migratie-achtergrond op scholen wordt onderschat
               en zo ja, bent u bereid scholen en leraren hierover explicieter te informeren en hen
               te wijzen op de verplichte meldcode?
            
Antwoord 4
            
Ik heb geen concrete aanleiding om dat te concluderen. Gelet op de impact van het
               onderwerp ga ik de Beweging tegen Kindermishandeling3 wel vragen of zij in hun communicatie naar scholen en leraren het risico van achterlating
               en uithuwelijking bij meisjes met een migratie-achtergrond extra onder de aandacht
               kunnen brengen.
            
Vraag 5
            
In hoeveel van de gevallen slaagt de hulpverlening erin na een melding de ontvoering
               te voorkomen, dan wel het meisje terug te halen naar Nederland? Op welke wijze zijn
               de verschillende daders gestraft en hoe vaak is ook de omgeving/familie medeplichtig
               gesteld? In welke mate is de Raad voor de Kinderbescherming ook daadwerkelijk betrokken?
            
Antwoord 5
            
In 2018 heeft het LKHA 39 meldingen gekregen van achterlating in het buitenland, elf
               van deze meldingen betrof een minderjarige, zeventien een (jong)volwassene en elf
               meldingen betroffen een ouder met minderjarige kinderen. Daarnaast heeft het LKHA
               tien meldingen ontvangen van huwelijksdwang in het buitenland, vier van deze meldingen
               betrof een minderjarige. Zie hiervoor ook de tabel in bijlage 2.
Het LKHA heeft in 2018 elf meldingen ontvangen van achtergelaten minderjarigen.
Bij drie meldingen is de minderjarige teruggekeerd naar Nederland, op 31 december
               2018 stonden drie zaken open en bij vijf meldingen is er geen achterlating vastgesteld.
            
Van de vier meldingen van huwelijksdwang van minderjarigen in het buitenland zijn
               in twee zaken de minderjarigen teruggekeerd naar Nederland en op 31 december 2018
               stonden twee zaken nog open.
            
Het Openbaar Ministerie en de rechtspraak registreren alleen op wetsartikel. Er kan
               bij dit soort feiten op verschillende gronden vervolgd worden, zoals dwang (art. 284
               Wetboek van Strafrecht (Sr)) en het lokken in verband met dwang (artikel 285c Sr).
               Onder deze wetsartikelen vallen echter ook andere gevallen van dwang. Het is daarom
               niet uit de bestaande registers te halen om hoeveel rechtszaken van huwelijksdwang
               het gaat. Daarmee is het ook niet mogelijk om te achterhalen op welke wijze daders
               zijn gestraft.
            
De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) is altijd actief betrokken bij de terugkeer
               naar Nederland van minderjarigen die in het buitenland zijn achtergelaten of gedwongen
               worden tot een huwelijk. De RvdK is een van de convenantpartners van het LKHA in de
               Aanpak van huwelijksdwang en achterlating. De RvdK kan ook bij een melding van dreigende
               achterlating in het buitenland waarbij kans is op ernstige ontwikkelingsbedreiging
               ingrijpen (zie ook antwoord onder vraag 6).
            
Vraag 6
            
Welke handelingen zijn van overheidswege mogelijk bij een vermoeden of melding dat/die
               niet gepaard gaat met een aangifte?
            
Antwoord 6
            
Bij signalen van dreigende achterlating in het buitenland, al dan niet gecombineerd
               met gedwongen uithuwelijking, waarbij het mogelijke slachtoffer nog in Nederland is,
               zijn er verschillende mogelijkheden. Wanneer hierover een melding wordt gedaan bij
               Veilig Thuis, bekijkt Veilig Thuis wat in de betreffende casus een passende oplossing
               is.
Indien ingrijpen in het gezag van de ouders nodig is om achterlating te voorkomen,
               verzoekt de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) bij de kinderrechter een kinderbeschermingsmaatregel,
               om ernstige ontwikkelingsbedreiging van het kind te voorkomen. De kinderrechter kan
               een ondertoezichtstelling of een voogdijmaatregel uitspreken. In het geval van een
               ondertoezichtstelling in combinatie met een machtiging tot uithuisplaatsing of een
               schriftelijke aanwijzing om Nederland niet te verlaten, moet de jeugdbeschermer toestemming
               geven tot uitreizen. Dit geldt ook als een voogdijmaatregel is uitgesproken. De jeugdbeschermer
               of voogd maakt een afweging over een mogelijke uitreis en betrekt hierbij het potentiele
               risico op gedwongen uithuwelijking.
            
Daarnaast kan (ook zonder aangifte) strafrechtelijk worden opgetreden, bijvoorbeeld
               vanwege onttrekking aan het gezag van een kind onder de twaalf (art. 46 en 279 lid
               2 Sr), dwang (art. 284 Sr) en het uitlokken van dwang (art. 285c Sr).
            
Vraag 7
            
Is het landelijk knooppunt Huwelijksdwang en achterlating momenteel voldoende toegerust
               om enerzijds bij meldingen ondersteuning te bieden via contact met ambassades, Veilig
               Thuis en gemeenten en anderzijds de landelijke voorlichtingsfunctie op zich te nemen?
               Welke taken en hoeveel zaken moeten momenteel met hoeveel FTE worden gedaan? Hoe effectief
               is de samenwerking tussen uw ministeries en het Ministerie van Buitenlandse Zaken,
               dat op verzoek van de VVD investeert in gerichte consulaire ondersteuning voor slachtoffers
               van huwelijksdwang en achterlating?
            
Antwoord 7
            
Het LKHA wordt gefinancierd door gemeenten en is organisatorisch ondergebracht bij
               Veilig Thuis Haaglanden/ gemeente Den Haag. Het LKHA heeft twee hoofdfuncties: kennis
               en casuïstiek.
            
(1) De kennisfunctie bestaat uit het ontwikkelen, verzamelen, actualiseren en beschikbaar
               stellen van kennis en informatie aan stakeholders op dit werkterrein; het bieden van
               ondersteuning; deskundigheidsbevordering en beleidsadvisering.
            
(2) De casuïstiekfunctie bestaat uit (2a) het adviseren van professionals van de sector
               Veilig Thuis en andere professionals werkzaam bij onder meer Veiligheidshuizen, Raad
               voor de Kinderbescherming, hulpverlening over hun zeer complexe casuïstiek; (2b) het
               tijdelijk overnemen van hulpverlening aan slachtoffers van huwelijkswang en achterlating
               die tussen de wal en het schip vallen en hen toe leiden naar hulpverlening; (2c) uitvoeren
               van casuïstiek in samenwerking met het Ministerie van Buitenlandse Zaken als slachtoffers
               van huwelijksdwang en achterlating in het buitenland zijn; daarin is de afgelopen
               jaren ook actief geïnvesteerd, onder meer consulair, en dit staat ten dienste aan
               de integrale aanpak waarbij de samenwerking hecht en goed is. Het LKHA onderzoekt
               de melding, helpt slachtoffers terug te keren naar Nederland en leidt hen toe naar
               opvang. Het LKHA coördineert de aanpak in Nederland en werkt nauw samen met lokale
               partijen en organisaties uit de zorg- en veiligheidsketen (zoals het Landelijk Expertise
               Centrum Eergerelateerd Geweld, RvdK)
            
Het LKHA heeft momenteel 2 fte casemanagement. Door een toename van het aantal adviesaanvragen
               lijkt een tekort een capaciteit te ontstaan. Ik ben met de VNG en de gemeente Den
               Haag hierover in gesprek met het LKHA. Ook ben ik samen met de Minister van Buitenlandse
               Zaken momenteel in gesprek met de VNG, de gemeente Den Haag en het LKHA over de (structurele)
               financiering van een LKHA noodfonds voor aanvullende hulp aan slachtoffers in het
               buitenland.
Met de Minister van SZW, de Minister voor Basis- en Primair Onderwijs en Media, de
               Minister voor Rechtsbescherming en de Minister van Buitenlandse Zaken werken we gezamenlijk
               aan een aanpak schadelijke traditionele praktijken. De onderwerpen huwelijksdwang
               en huwelijkse gevangenschap zijn onderdeel van deze aanpak. Uw Kamer wordt nader geïnformeerd
               over de voortgang hiervan bij de volgende voortgangsrapportage in juni, van het programma
               «Geweld hoort nergens thuis».
            
Vraag 8
            
Bent u bereid in het nieuwe inburgeringsstelsel expliciet aandacht te besteden aan
               de Nederlandse waarde van vrije partnerkeuze en nieuwkomers te wijzen op de strafbaarheid
               van ontvoering, uithuwelijking en achterlating en op de gevolgen voor het verblijfsrecht
               hiervan?
            
Antwoord 8
            
Kennis van de Nederlandse kernwaarden en de overdracht hiervan aan nieuwkomers is
               verankerd in het inburgeringsbeleid. In de tekst van de participatieverklaring is
               expliciet opgenomen dat iedereen recht heeft op eigen keuzes en zelfstandigheid (zelfbeschikkingsrecht).
               Ook in het onderdeel van het inburgeringsexamen «Kennis van de Nederlandse Maatschappij
               (KNM)» wordt aandacht besteed aan grondrechten, omgangsvormen, waarden en normen.
               Alle examenvragen worden jaarlijks getoetst op actualiteit en overexposure. In dit
               kader is er ruimte om onderwerpen zoals vrije partnerkeuze mee te nemen in dit proces.
               Hierbij kan aan de orde komen dat ontvoering en huwelijksdwang strafbaar zijn in Nederland
               en achterlating een strafbaar feit kan opleveren. In het nieuwe inburgeringsstelsel
               blijven het participatieverklaringstraject en KNM een verplicht onderdeel van de inburgering.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is daarnaast bereid in de naturalisatieceremonies
               op Nederlandse ambassades en consulaten een onderdeel op te nemen, waarin wordt gewezen
               op het feit dat huwelijksdwang in Nederland een strafbaar feit is en gedwongen achterlating
               strafbare feiten kan opleveren.
            
Een veroordeling voor een strafbaar feit kan gevolgen hebben voor het verblijfsrecht.
               Of een veroordeling voor een strafbaar feit ook daadwerkelijk zal leiden tot intrekking
               van de verblijfsvergunning, wordt per casus beoordeeld.
            
Vraag 9
            
Bent u bereid een verkenning uit te voeren naar de mate waarin Nederlandse wetgeving
               momenteel voldoet om op te treden tegen achterlating en ontvoering? Wilt u daarbij
               in beeld brengen of de wet ruimte biedt om potentiële slachtoffers reisbeperkingen
               op te leggen teneinde ze te beschermen tegen ontvoering? Zijn er voorts mogelijkheden
               om familieleden te dwingen mee te werken aan het achterhalen van de verblijfsplaats
               wanneer een kind ontvoerd is? Kunt u daarnaast ook de mogelijkheden en beperkingen
               van de Paspoortwet in kaart brengen om als minderjarige die is achtergelaten een reisdocument
               te kunnen aanvragen om terug te kunnen keren? Kunt u de Kamer zo snel mogelijk over
               de uitkomsten informeren?
            
Antwoord 9
            
Voor wat betreft de aanpak van schadelijke traditionele praktijken, waaronder huwelijksdwang,
               ligt de coördinerende rol en verantwoordelijkheid sinds mei 2018 bij het Ministerie
               van VWS. In samenwerking met de betrokken ministeries zijn door VWS twee expertsessies
               georganiseerd met veldpartijen zoals het LKHA, GGD GHOR Nederland, de politie, Movisie,
               Veilig Thuis en Femmes for Freedom. In deze expertsessies is besproken welke maatregelen
               of instrumenten beschikbaar zijn, wat concrete knelpunten in de praktijk zijn en op
               welke wijze deze kunnen worden weggenomen. De mate waarin Nederlandse wetgeving momenteel
               voldoet om op te treden tegen huwelijksdwang en achterlating is ook besproken. De
               uitkomsten van deze sessies zijn verder uitgewerkt in concrete acties en maatregelen.
               De suggestie van uw Kamer wordt meegenomen in deze aanpak en uw Kamer wordt hierover
               nader geïnformeerd in de volgende voortgangsrapportage in juni, van het programma
               «Geweld hoort nergens thuis».
            
Bijlage 1
            
Tabel 1
Achterl=achterlating
HD= huwelijksdwang
Achterl/HD= achterlating in combinatie met huwelijksdwang
HG = huiselijk geweld in het buitenland
Bijlage 2
Tabel 2
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport - 
              
                  Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media - 
              
                  Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 
              
                  Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken - 
              
                  Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.