Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over gevaren van het gebruik van lachgas
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over gevaren van het gebruik van lachgas (ingezonden 2 mei 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
23 mei 2019).
Vraag 1
Bent u bekent met recente berichten over lachgas?1 2 3
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van de berichten.
Vraag 2
Hoe vindt u het dat op Koningsdag enkele tientallen mensen zo ziek werden door het
gebruik van lachgas dat de ambulance moest komen?
Antwoord 2
Ondanks dat het bericht4 aangeeft dat het onbekend is hoe vaak ambulances hebben moeten uitrukken voor mensen
die onwel zijn geworden door het oneigenlijk gebruik van lachgas of combinatiegebruik
met bijvoorbeeld alcohol, vind ik het een zorgelijke ontwikkeling dat meerdere mensen
onwel zijn geworden door het oneigenlijke gebruik van lachgas. Ik neem deze berichtgeving
dan ook erg serieus.
Vraag 3
Maakt u zich zorgen over het aantal incidenten als gevolg van het gebruik van lachgas?
Neemt dit aantal toe? Kunt u een overzicht geven van het aantal incidenten met lachgas?
Antwoord 3
Op basis van het aantal meldingen bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum
(NVIC), blijkt begin dit jaar sprake van een toenemend aantal meldingen over gezondheidsklachten
na het gebruik van lachgas. Waar het over heel 2018 om minder dan 60 meldingen ging,
zijn er in het eerste kwartaal van 2019 al 29 meldingen gedaan. Als deze trend zich
doorzet zullen in 2019 ruim twee keer zoveel meldingen bij het NVIC binnenkomen als
in 2018. Dit baart mij zorgen. Daarom heb ik het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring
Nieuwe Drugs (CAM) eind vorige maand gevraagd een nieuwe risicobeoordeling van lachgas
uit te voeren.
Vraag 4, 5
Hoe vindt u het dat het gebruik van lachgas kan leiden tot ernstig letsel in de vorm
van brandwonden?5
Deelt u de mening dat het risico op brandwonden reden is voor de NVWA om handhavend
op te treden op grond van de warenwet?
Antwoord 4, 5
De brandwonden zijn bevriezingsletsels, die kunnen worden veroorzaakt als vloeibaar
gemaakte gassen te snel en in te grote hoeveelheden vanuit de cilinder worden vrijgelaten
en in de gasfase komen. Daarbij wordt dusdanig veel warmte onttrokken aan de omgeving,
waaronder de tank en alles wat daarmee in contact staat, dat er bevriezing optreedt.
Dit effect is niet specifiek voor lachgas, maar geldt voor alle vloeibaar gemaakte
gassen. Het is zorgelijk dat lachgas gebruikers zich niet bewust zijn van de veiligheidsvoorschriften
en ik vind het goed dat de Nederlandse Brandwonden Stichting hiervoor waarschuwt.
Het risico van bevriezingsletsels is niet het gevolg van het product zelf, maar van
onzorgvuldig gebruik van dit product. Het is niet de rol van de NVWA om te handhaven
op onzorgvuldig gebruik door consumenten. De NVWA treedt alleen op als consumentenproducten
bij normaal te verwachten gebruik onveilig zijn. De NVWA heeft informatie over het
bevriezingsgevaar op de website gezet met daarin de waarschuwing vanuit de Nederlandse
Brandwonden Stichting6.
Vraag 6, 7
Hoe ziet u uw verantwoordelijkheid met betrekking tot het gebruik van lachgas?
Overweegt u, gelet op de vraag van gemeenten om landelijk beleid met betrekking tot
het gebruik van lachgas7, maatregelen te nemen? Zo ja, welke?
Antwoord 6, 7
Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om beleid te voeren gericht op het voorkomen
dan wel beperken van het oneigenlijke gebruik van lachgas. Het gebruik van lachgas
is hoog onder jongeren. Uit onderzoek blijkt dat het vaak beperkt blijft tot experimenteren
en het gebruik van lachgas tot relatief weinig gezondheidsschade leidt. Het oneigenlijk
gebruik van een product is echter nooit zonder risico. Dat blijkt wel uit de berichtgevingen.
Zeker in combinatie met andere middelen, zoals alcohol. Bij excessief gebruik treedt
er wel degelijk gezondheidsschade op. Ik vind het erg belangrijk om te blijven voorlichten
over de risico’s van het gebruik van lachgas. In de brief Drugspreventiebeleid van
25 april jl. heb ik aangegeven welke maatregelen ik genomen heb om het oneigenlijke
gebruik terug proberen te dringen (Kamerstuk 24 077, nr. 426) en welke maatregelen ik nog neem, zo ik ga onder andere in gesprek met de VNG en
gemeenten om te bezien of er meer mogelijkheden nodig zijn om de verkoop van lachgas
en het gebruik te verminderen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.