Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Nijboer over mogelijkheden tot verruiming van de inkomensgrenzen voor sociale huur
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over mogelijkheden tot verruiming van de inkomensgrenzen voor sociale huur (ingezonden 2 april 2019).
Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
21 mei 2019).
Vraag 1
Deelt u de mening dat iedereen toegang moet hebben tot fatsoenlijke huisvesting? Vindt
u ook dat door de woningnood en stijging van huizenprijzen steeds meer mensen tussen
wal en het schip geraken?
Vraag 2
Hoeveel mensen verdienen momenteel teveel voor een sociale huurwoning, maar kunnen
geen woning in de vrije sector vinden binnen de grens van 30 procent van hun salaris,
het percentage dat – stevig maar nog net – financieel verantwoord wordt geacht?
Vraag 3
Kunt u toelichten hoe alle andere Europese lidstaten de afbakening van de «achterstandsgroepen
of sociaal kansarme groepen» voor sociale huisvesting hebben ingericht?
Vraag 4
Zijn er lidstaten die gebruik maken van een andere afbakening dan een op basis van
het inkomen?
Vraag 5
Wat is het percentage inwoners dat gebruik maakt van financieel door de overheid gesteunde
woningen in andere Europese lidstaten?
Vraag 7
Bent u bekend met de antwoorden op de schriftelijke vragen die Europarlementariër
Agnes Jongerius heeft gesteld aan Commissaris Vestager op 16 mei 2018 over de middeninkomens
in de knel op de Nederlandse woningmarkt? Hoe oordeelt u over haar antwoord dat Nederland
zelf haar eigen sociale huisvesting kon inrichten aan de hand van een ruime beoordelingsmarge?
En hoe oordeelt u over haar antwoord dat de Europese Commissie alleen tussenbeide
mag komen om te controleren of er kennelijke fouten zijn gemaakt wat betreft de definitie
van sociale huisvesting?
Vraag 8
Hoe verklaart u het verschil in de interpretatie van de ruimte tot implementatie van
Europese wetgeving? Waar Commissaris Vestager aangeeft dat Nederland een «ruime beoordelingsmarge»
had, schreef u «geen volledige vrijheid» te hebben?
Vraag 9
Hoe definieert u «volledige vrijheid»? Welke vrijheid had u binnen de ruime beoordelingsmarges?
Zou Nederland de vrijheid hebben gehad om binnen de ruime beoordelingsmarges van de
Europese Commissie een inkomensgrens van 50.000 euro vast te stellen? Wat is de ruimst
mogelijke inkomensgrens die zou vallen binnen de ruime beoordelingsmarges van de Europese
Commissie?
Vraag 10
Hoe verklaart u de verschillende interpretaties van de regels met betrekking tot de
inrichting van de woningmarkt door de verschillende Europese lidstaten?
Vraag 11
Bent u zich ervan bewust dat de Europese Commissie alleen kan oordelen over het goed
of fout zijn van een afbakening voor sociale huisvesting en niet kan aangeven hoeveel
marge er is voor de afbakening? Zo ja, waarom verwijst u naar de goedkeuring van de
Europese Commissie als verantwoording van de vastgestelde inkomensgrens?
Vraag 12
Deelt u de mening dat een steeds grotere groep mensen met een inkomen boven de huidige
inkomensgrens in de huidige overspannen woningmarkt geen huisvesting kan vinden in
de vrije sector? Zo ja, vindt u ook dat gesteld kan worden dat de openbare behoefte
aan sociale huisvesting groter is dan voorzien met de huidige Diensten van algemeen
economisch belang (DAEB) inzake sociale huisvesting? En zo ja, deelt u de mening dat
een verruiming van de inkomensgrenzen mogelijk is zonder dat de DAEB inzake sociale
huisvesting verder gaat dan de openbare behoefte en dus mogelijk is binnen de Europese
wetgeving?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Nijboer (PvdA) over
mogelijkheden tot verruiming van de inkomensgrenzen voor sociale huur (ingezonden
2 april 2019) ook niet na mijn eerdere uitstelbericht binnen de dan gebruikelijke
termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is
ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen voor de zomer te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.