Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ploumen en Van den Hul over het bericht 'Bangladesh: Rohingya Refugee Students Expelled'
Vragen van de leden Ploumen en Van den Hul (beiden PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «Bangladesh: Rohingya Refugee Students Expelled» (ingezonden 3 april 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen
21 mei 2019).
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het bericht «Bangladesh: Rohingya Refugee Students Expelled»
van Human Rights Watch?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het bericht dat de overheid van Bangladesh het onderwijs voor
de kinderen van Rohingya onmogelijk schijnt te maken?
Antwoord 2
De regering van Bangladesh staat het Rohingya-vluchtelingen niet toe om formeel, gecertificeerd,
onderwijs te volgen volgens het onderwijssysteem van Bangladesh. Er wordt echter wel
op andere manieren door internationale organisaties onderwijs verstrekt aan een deel
van de Rohingya kinderen die in Bangladesh verblijven.
Vraag 3
Onderschrijft u de verplichting voor verdragspartijen bij het Verdrag inzake de rechten
van het kind om gratis primair onderwijs en toegankelijk voortgezet onderwijs aan
te bieden aan kinderen, ongeacht hun status? Zo ja, hoe kwalificeert u het verschil
in behandeling tussen kinderen van vluchtelingen en ingezetenen van Bangladesh?
Antwoord 3
Ja, ik onderschrijf dat een verschil in behandeling tussen kinderen van vluchtelingen
en ingezetenen van het gastland onwenselijk is. Tijdens het recente gemeenschappelijke
bezoek van de drie principalen van OCHA, UNHCR en IOM is het belang van kwalitatief
(vak-)onderwijs voor de vluchtelingen eveneens benadrukt.
Vraag 4
Deelt u de zorgen van het VN Expertcomité, geuit in april 2018, over de toegankelijkheid
van onderwijs voor (de kinderen van) Rohingya vluchtelingen?
Antwoord 4
Ja, die zorgen deel ik.
Vraag 5
Klopt het dat de overheid van Bangladesh het hulporganisaties moeilijk, zo niet onmogelijk
maakt om onderwijs mogelijk te maken in de vluchtelingenkampen? Zo ja, heeft u hierover
contact gehad met de VN Vluchtelingenorganisatie UNHCR dan wel andere hulporganisaties?
Antwoord 5
De overheid van Bangladesh gedoogt een informele structuur van onderwijs die VN-organisaties
en hun partners hebben opgezet voor kinderen in de vluchtelingenkampen tussen 4 en
14 jaar. Voor oudere kinderen is er geen vervolgonderwijs. Een substantieel deel van
de Rohingya-kinderen heeft daarmee geen mogelijkheid tot onderwijs en dat vind ik
zeer zorgelijk. Ik heb hierover contact gehad met de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR
en de autoriteiten van Bangladesh.
Vraag 6
Wat zijn de gevolgen voor de kinderen van de Rohingya nu zij verstoken blijven van
onderwijs? Welke gevolgen heeft dit voor hun kansen op betaald werk en in het bijzonder
welke gevolgen heeft dit voor meisjes?
Antwoord 6
Het onderwijsniveau van deze kinderen en jongeren was bij aankomst in Bangladesh reeds
erg laag. Gebrek aan toegang tot kwalitatief goed onderwijs vermindert het perspectief
van kinderen en jongeren op gelijke kansen, het vergroot uitsluiting en verkleint
de mogelijkheid voor kinderen en jongeren om richting te geven aan hun eigen leven
inclusief het perspectief op een fatsoenlijk inkomen. Hierdoor bestaat het risico
op een verloren generatie. Meisjes zijn daarbij extra kwetsbaar met een verhoogde
kans op vroegtijdige schoolverlating door uithuwelijking, tienerzwangerschappen en
gender based violence. Slechts 26% van de Rohingya meisjes in Bangladesh volgt momenteel basisonderwijs.
Vraag 7
Heeft u in bilateraal of multilateraal verband gesproken over deze situatie om te
bezien hoe (de kinderen van) Rohingya vluchtelingen toegang kunnen krijgen tot zowel
primair als voortgezet onderwijs, binnen of buiten de vluchtelingenkampen? Zo nee,
bent u bereid dat alsnog te doen?
Antwoord 7
Zowel de VN, de EU als Nederland brengen de gebrekkige toegang tot onderwijs van Rohingya
vluchtelingen op. Toegang tot onderwijs is een steeds terugkerend thema in lopende
gesprekken met de autoriteiten van Bangladesh. Op 5 en 6 november 2018 heb ik zelf
een bezoek gebracht aan de vluchtelingenkampen in Bangladesh. Daar heb ik de autoriteiten
persoonlijk gesproken over de noodzaak van een langere termijn planning voor de Rohingya-vluchtelingen
in Bangladesh, waarin ruimte is voor zowel humanitaire als ontwikkelingsgerichte steun.
Ik deelde mijn grote zorgen over het gebrek aan toekomstperspectief voor (de kinderen
van) vluchtelingen. Ik heb het gebrek aan toegang tot onderwijs aan de orde gesteld
en de autoriteiten gevraagd meer open te staan voor oplossingen die Rohingya-kinderen
noodzakelijk onderwijs bieden. Ook in de overleggen in multi-donorverband, waar Nederland
deel van uit maakt, vindt een constante dialoog plaats met de autoriteiten van Bangladesh
over deze en andere kwesties. Donoren en internationale organisaties zoeken naar oplossingen
om de Rohingya-vluchtelingen toegang te bieden tot adequaat onderwijs.
Verder financiert Nederland Education Cannot Wait (drie miljoen euro per jaar, 2018–2022).
Education Cannot Wait is een fonds dat werkt aan toegang tot kwalitatief onderwijs
in conflict- en langdurige crisissituaties. Samen met de overheid van Bangladesh,
UNICEF, UNESCO, UNHCR en de onderwijssectorgroep werkt Education Cannot Wait aan toegang
en kwaliteit van onderwijs voor 300.000 kinderen aan zowel Rohingya-vluchtelingen
als gastgemeenschappen in Bangladesh.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.