Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wilders en De Graaf over het bericht 'Onrust in Maastrichtse wijk om komst 'jihadbruid' Aïcha''
Vragen van de leden De Graaf en Wilders (beiden PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Onrust in Maastrichtse wijk om komst «jihadbruid» Aïcha» (ingezonden 7 mei 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 16 mei 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Onrust in Maastrichtse wijk om komst «jihadbruid» Aïcha»?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van dit bericht.
Vraag 2
Deelt u de mening dat mensen die naar IS-gebied zijn gereisd, al is het alleen om
brood te smeren en de was te doen, nooit en te nimmer meer naar Nederland terug mogen
keren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Personen met de Nederlandse nationaliteit kan de toegang tot Nederland niet worden
ontzegd. Terugkeerders worden bij terugkeer naar Nederland voor verhoor staande gehouden.
Het Openbaar Ministerie (hierna: OM) gaat, waar opportuun, over tot strafvervolging.
Terugkeerders worden tevens besproken in een multidisciplinair casusoverleg. Hier
wordt informatie over personen die (mogelijk) geradicaliseerd zijn, gedeeld, geduid
en worden maatregelen en interventies, die zowel landelijk als lokaal kunnen worden
genomen, zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Alle partijen hebben het doel om de
mogelijke dreiging die van terugkeerders uit kan gaan te verminderen.
Vraag 3
Bent u bereid de betreffende kalifaatbruid per direct preventief op te sluiten, haar
haar Nederlandse nationaliteit te ontnemen en haar Nederland uit te zetten? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 3
Zoals u weet ga ik niet in op individuele zaken. Wel kan ik in zijn algemeenheid aangeven
dat administratieve detentie, in de zin van preventieve detentie, zonder dat sprake
is van een redelijke verdenking, geen gerechtvaardigde vrijheidsontneming is. Dit
volgt uit de rechtspraak en verdragsrechtelijke verplichtingen.
Verder kan het Nederlanderschap op grond van artikel 14, tweede lid aanhef en onder
b, Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) worden ingetrokken na onherroepelijke veroordeling
voor een terroristisch misdrijf. Ook kan het Nederlanderschap op grond van artikel
14, vierde lid, Rijkswet op het Nederlanderschap worden ingetrokken van personen die
zich buiten Nederland bevinden en zich hebben aangesloten bij een terroristische organisatie
in het belang van de nationale veiligheid worden ingetrokken. Voorwaarde is dat de
betrokkene naast de Nederlandse nationaliteit een of meerdere andere nationaliteiten
heeft. Reden hiervoor is dat de intrekking niet tot staatloosheid mag leiden.
Vraag 4
Wilt u deze vragen nog deze week beantwoorden?
Antwoord 4
De vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.