Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gent over apps waarmee je de telefoon van anderen kan spioneren
Vragen van het lid Van Gent (VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over apps waarmee je de telefoon van anderen kan spioneren (ingezonden 19 maart 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 15 mei 2019)Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2215
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat er apps zijn die je op de telefoon van je
partner/kind/werknemer kunt installeren en waarmee je gesprekken kunt afluisteren,
sms- en Whatsapp-berichten kunt meelezen, het web- en mailverkeer kunt onderscheppen
en ook de locatie van de telefoon kunt volgen?1
Antwoord 1
Ja, ik heb van het bericht kennis genomen.
Vraag 2
Deelt u de mening dat dit in het kader van horizontale privacy een onwenselijke ontwikkeling
is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Er komen steeds meer producten op de markt die de mogelijkheid bieden tot spionage.
Het gebruik van deze producten kan een zeer grote inbreuk op de privacy opleveren,
wat onwenselijk en in bepaalde gevallen zelfs strafbaar is (zie mijn antwoord op vraag
3). De mogelijkheden en de begrenzing van spionageproducten hebben mijn aandacht.
Daarom heb ik het Tilburg Institute for Law, Technology, and Society (TILT), van de
Universiteit Tilburg verzocht te onderzoeken hoe het gebruik van spionageproducten
door burgers beter kan worden gereguleerd zodat de privacy van burgers nog beter kan
worden beschermd. Dit onderzoek zal naar verwachting begin 2020 gereed zijn. Over
de uitkomst van het onderzoek en de conclusies die ik daaraan verbind, zal ik u daarna
zo spoedig mogelijk informeren.
Vraag 3, 4
Is het gebruik van dergelijke apps strafbaar of onrechtmatig? Zo ja, op basis waarvan?
Als het gebruik van dergelijke apps niet strafbaar of onrechtmatig is, deelt u dan
de opvatting dat het aanbieden en gebruik van dergelijke apps aan banden gelegd zou
moeten worden? Zo ja, hoe gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4
Het Wetboek van Strafrecht bevat mogelijkheden om tegen het gebruik en de verkoop
van spionagesoftware op te treden. Het wederrechtelijk installeren van spionagesoftware
met het oogmerk om telecommunicatie of andere gegevensverwerking of gegevensoverdacht
van een geautomatiseerd werk af te tappen of opnemen is strafbaar.2 De installatie van dergelijke software kan gepaard gaan met computervredebreuk.3 Het vervolgens overnemen van gegevens is apart strafbaar gesteld.4 Ook de productie, verkoop en aanschaf van spionagesoftware is in beginsel strafbaar.5 Daarnaast kan het maken van reclame voor de verkoop van spionageproducten strafbaar
zijn.6 Ook het heimelijk filmen of fotograferen van mensen7 en het heimelijk opnemen van gesprekken waar je zelf geen deelnemer van bent8 is strafbaar. Daarnaast stelt de Auteurswet een aantal handelingen strafbaar, bijvoorbeeld
het zonder toestemming van de betrokken persoon, wanneer deze persoon een aanmerkelijk
belang heeft, camerabeelden van die persoon publiceren.9
Zoals in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven, heb ik het TILT verzocht te onderzoeken
hoe het gebruik van spionageproducten door burgers, naast de bestaande mogelijkheden,
nog beter kan worden gereguleerd. Hierbij zal onder andere worden onderzocht wat de
mogelijkheden zijn om dergelijke software te verbinden aan een vergunningstelsel ten
behoeve van eventueel rechtmatig gebruik om zo de verkoop en het gebruik van deze
producten beter te monitoren en daarmee de privacy van burgers nog beter te beschermen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.