Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Weyenberg over het bericht ‘Onderzoek: deelnemers bereid in te leveren voor duurzaam beleggen’
Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Onderzoek: deelnemers bereid in te leveren voor duurzaam beleggen» (ingezonden 12 april 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 16 mei
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Onderzoek: deelnemers bereid in te leveren voor duurzaam
beleggen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de uitkomsten van het onderzoek, dat onder 50- tot 65-jarigen 65%
duurzaam beleggen door pensioenfondsen belangrijk vindt, dat 70% zelf invloed wil
kunnen uitoefenen op hoe duurzaam de eigen premies belegd worden en dat meer dan de
helft bereid is één procent lagere pensioenuitkering te accepteren in ruil voor een
duurzaam beleggingsbeleid?
Antwoord 2
Ik vind het positief dat veel deelnemers duurzaam beleggen belangrijk vinden. De uitkomst
dat een groot deel van de deelnemers zelf invloed wil kunnen uitoefenen op hoe duurzaam
de eigen premies belegd worden, komt goed overeen met één van de onderdelen van mijn
brief van 1 februari over de vernieuwing van het pensioenstelsel.2 Daarin heb ik aangegeven dat ik wil bekijken welke andere keuzemogelijkheden (naast
een uitkering ineens op pensioendatum) op termijn kunnen worden toegevoegd, waaronder
de mogelijkheid voor deelnemers om te kiezen voor een groener pensioen dat meer duurzaam
belegd wordt.
Vraag 3
Deelt u de conclusie dat nu blijkt dat deelnemers preferenties hebben over niet alleen
uitsluitingenbeleid maar ook beleggen in «ondernemingen die een maatschappelijk verantwoord
beleid voeren» en «een positieve bijdrage leveren aan het milieu of betere werkomstandigheden»,
het nog belangrijker is dat deelnemers inzicht hebben in hoe duurzaam het beleggingsbeleid
van hun pensioenfonds is?
Antwoord 3
Ik vind het belangrijk dat deelnemers inzicht hebben in het beleggingsbeleid van hun
pensioenfonds. Specifiek voor milieu, klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen
is in de Pensioenwet vastgelegd dat pensioenfondsen in onder meer hun jaarverslag
moeten vermelden op welke wijze in het beleggingsbeleid hiermee rekening wordt gehouden.
In de code pensioenfondsen hebben pensioenfondsen daarnaast afgesproken dat het bestuur
van een pensioenfonds ervoor moet zorgen dat er draagvlak bestaat voor de keuzes over
verantwoord beleggen.
Het beleggingsbeleid van pensioenfondsen blijft in de eerste plaats een verantwoordelijkheid
van het pensioenfondsbestuur. Ik vind het echter positief dat derden, zoals de opstellers
van het Eerlijk Pensioenlabel, zich verdiepen in het beleggingsbeleid van de pensioenfondsen
en dit beleid inzichtelijk en vergelijkbaar willen maken. Met goede benchmarks kunnen
deelnemers nader inzicht krijgen in het beleid van hun fonds.
Vraag 4, 5
Bent u bereid om met de deelnemers aan het op 20 december 2018 getekende convenant
over duurzaam beleggen van pensioenfondsen in gesprek te gaan om te kijken of er gezamenlijk
tot een eenduidige indicator voor duurzaamheid van beleggingen kan worden gekomen?3
Is het bijvoorbeeld mogelijk om het rapporteren over de CO2-voetafdruk van beleggingen,
waar een aantal vermogensbeheerders en pensioenfondsen zich al heeft verenigd, verder
te standaardiseren?
Antwoord 4, 5
Momenteel wordt binnen het IMVB-convenant, waar u in uw vraag naar verwijst, een instrumentarium
ontwikkeld waarmee pensioenfondsen hun eventuele negatieve impact in hun beleggingsportefeuille
kunnen verminderen en positieve impact kunnen vergroten. Het IMVB-convenant richt
zich op de inbedding van de OESO-richtlijnen en United Nations Guiding Principles
(UNGP’s) in het beleid van pensioenfondsen. Een onafhankelijke monitoringscommissie
en de stuurgroep van het convenant (waar de overheid deel van uit maakt) zien toe
op de naleving van de afspraken en kunnen partijen aanspreken wanneer onvoldoende
voortgang wordt geboekt.
Een dag na het ondertekenen van het IMVB-convenant heeft de financiële sector aangegeven
specifiek de klimaateffecten van hun relevante beleggingen in kaart te gaan brengen.
De grote pensioenfondsen hebben aangegeven dit commitment te zullen bekrachtigen,
en hebben actief bijgedragen aan de totstandkoming hiervan. Deze pensioenfondsen zijn
conform deze toezegging bezig met (het voorbereiden van) het in kaart brengen van
de klimaatimpact van hun portefeuille.
De methodes voor het meten van en rapporteren over de CO2-voetafdruk bij financiële instellingen zoals pensioenfondsen zijn op dit moment nog
volop in ontwikkeling. Waar «normale» financiële indices jarenlang de kans hebben
gehad zich te ontwikkelen, is het meten van duurzaamheid nog relatief nieuw. De ontwikkeling
van het meten van klimaatimpact bij financiële instellingen vindt onder andere plaats
via het Platform Carbon Accounting Financials (PCAF), waarin 14 Nederlandse financiële
instellingen samen werken aan open source methodologieën om de CO2-voetafdruk van hun investeringen en leningen te meten. Naast PCAF worden ook andere
methoden ontwikkeld.
Ik onderschrijf het belang van een ontwikkeling richting vergelijkbaarheid. Daarbij
hecht ik ook aan aansluiting bij de internationale dynamiek. Ik zie goede initiatieven
in de financiële sector op het gebied van het werken naar meer eenduidigheid. Binnen
het klimaatakkoord heeft dit zijn plek gevonden in het zogenoemde klimaatcommitment,
waarin de ondertekenaars van het commitment zich verbinden aan een proces om de resultaten
vergelijkbaar te maken en stappen te zetten om de meting te verbeteren en te verdiepen.
Vraag 6, 7
Wat vindt u van de scores van pensioenfondsen bij het eerlijke pensioenlabel 2019,
waar de tien onderzochte pensioenfondsen bij elkaar opgeteld 7 voldoendes en 143 onvoldoendes
hebben gehaald?4
Hoe kijkt u naar de kritiek van een aantal pensioenfondsen op de onderzoeksmethode
van het eerlijk pensioenlabel, dat er mogelijk wel beleid wordt gevoerd op duurzaamheid,
maar dat dit niet openbaar wordt gemaakt?5
Antwoord 6, 7
Zoals ik in antwoord op vragen van de leden Smeulders en Snels heb aangegeven, heeft
de door Profundo gehanteerde onderzoeksmethode een andere focus dan eerdere benchmarks
waarin pensioenfondsen worden vergeleken. Het is niet aan de overheid om de methodologie
van het onderzoek te beoordelen, noch om de uitkomsten van het onderzoek te beoordelen
of met alternatieve rapportcijfers te komen.
Vraag 8
Welke ontwikkelingen zijn op Europees niveau te verwachten die mogelijk kunnen helpen
in het meer standaard waarderen van beleggingen op duurzaamheid, die ook behulpzaam
kunnen zijn om de duurzaamheid van het beleggingsbeleid van pensioenfondsen beter
in beeld te brengen?
Antwoord 8
Het Actieplan voor Duurzame Financiering van de Europese Commissie in 2018 geeft hier
een goede inkijk in. Het kabinet heeft op 20 februari bij monde van de Minister van
Financiën toegezegd6 om een overzicht te geven van de laatste ontwikkelingen in de Europese Unie op dit
vlak. Het kabinet is voornemens dit voor de zomer aan u te doen toekomen, samen met
een verkenning naar de wijze waarop de markt voor duurzame financiering en beleggingen
kan worden bevorderd, die op verzoek van uw Kamer wordt uitgevoerd.7
Vraag 9
De onderzoekers hebben gekeken of ook als duurzaam beleggen tot lagere resultaten
zou leiden, deelnemers toch voor duurzaam beleggen zouden kiezen. Wat zijn de laatste
inzichten over of duurzaam beleggingsbeleid daadwerkelijk leidt tot lagere resultaten?8
Antwoord 9
Het Sustainable Pension Investments Lab (SPIL) heeft in 2017 een literatuuronderzoek
gedaan naar de financiële prestaties van verantwoord beleggen.9 Dit literatuuronderzoek laat zien dat verantwoord beleggen niet ten koste hoeft te
gaan van de financiële prestaties. Meer achtergrond bij deze paper is beschikbaar
op de site van SPIL.10 Daarbij is het van belang om zowel naar het rendement te kijken, als naar het bijbehorende
risico. Als de aandacht voor verantwoord beleggen blijft toenemen, zullen de prestaties
van bedrijven op dit vlak steeds meer in de koers van het aandeel worden ingeprijsd.
Een van de conclusies van de SPIL-studie is dat, als de economie steeds verder zal
moeten verduurzamen, het meewegen van criteria voor verantwoord beleggen onontbeerlijk
wordt. Het niet meewegen vormt dat een steeds groter wordend risico.
Vraag 10
Deelt u de conclusie dat er reeds is voldaan aan de eerste suggestie uit de sectorbrief
van De Nederlandsche Bank (DNB) «zorg voor draagvlak en commitment»?11
Antwoord 10
Zorgen voor draagvlak onder deelnemers en fondsgremia voor het beleggingsbeleid zie
ik als een continue verantwoordelijkheid van pensioenfondsbesturen. Uit onderzoek
blijkt een meerderheid van vijftig fondsen hun deelnemers al raadplegen over duurzaam
beleggingsbeleid om draagvlak te creëren.12 Dat het ESB artikel concludeert in algemene zin dat er draagvlak is voor duurzaam
beleggen lijkt daarop aan te sluiten. Al kan in de praktijk sprake zijn van verschillen
tussen fondsen.
Wel denk ik dat er op dit moment veel maatschappelijke steun is voor maatschappelijk
verantwoord beleggen door pensioenfondsen. Omdat het kabinet het belang van maatschappelijk
verantwoord beleggen van harte onderschrijft, hebben wij ons, samen met NGO’s, vakbonden
en pensioenfondsen, ingespannen om het Convenant Internationaal Maatschappelijk Verantwoord
Beleggen pensioenfondsen (IMVB-convenant) tot stand te brengen. Dit moet ervoor zorgen
dat pensioenfondsen in het beleggingsbeleid, dat zij uitvoeren teneinde een zo goed
mogelijk pensioenresultaat voor deelnemers en pensioengerechtigden te behalen, tevens
rekening houden met milieu, klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen.
Vraag 11
Hoe staat het met de verdere uitvoering van de suggesties uit de sectorbrief van DNB
over duurzaam beleggen van pensioenfondsen, zoals bij de selectie van de vermogensbeheerder
duurzaamheid als criterium mee te nemen en meer kennis en ervaring tussen pensioenfondsen
te delen?
Antwoord 11
Uit onderzoek blijkt bij de helft van 50 onderzochte fondsen dat duurzame doelen een
gespreksonderwerp is in contacten met hun vermogensbeheerders en dat iets minder dan
een derde deze criteria ook meeneemt bij selectie van een vermogensbeheerder. Daarnaast
hebben pensioenfondsen zich in het Convenant Internationaal Maatschappelijk Verantwoord
Beleggen pensioenfondsen (IMVB-convenant) gecommitteerd om nog specifieker samen te
werken. Dit zullen ze doen aan de hand van concrete cases om negatieve impact van
ondernemingen waarin pensioenfondsen beleggen te mitigeren/of te remediëren. Dit samenwerkingsverband
heeft een leer-en innoveeragenda wat betreft het vergroten van hun invloed met de
ambitie om concrete verbeteringen te bereiken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.