Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hul, Van Ojik en Karabulut over vervolging van de Palestijnse mensenrechtenverdediger Issa Amro
Vragen van de leden Van den Hul (PvdA), Van Ojik(GroenLinks) en Karabulut (SP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over vervolging van de Palestijnse mensenrechtenverdediger Issa Amro (ingezonden 15 april 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 14 mei 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht van Amnesty International, «Authorities must
drop charges against human rights defender Issa Amro for peaceful criticism»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw opvatting over de stelling van Amnesty International dat de vervolging van
mensenrechtenverdediger Amro door de Palestijnse Autoriteit (PA) wegens kritiek die
hij op sociale media op de PA heeft geuit, «de zoveelste vernietigende klap voor de
vrijheid van meningsuiting in Palestina» is?
Antwoord 2
Het kabinet deelt de zorgen van Amnesty International over de toenemende inperkingen
van de maatschappelijke ruimte in de Palestijnse gebieden. De zaak van de heer Amro
is hier een sprekend voorbeeld van. De EU en het kabinet dringen er dan ook bij de
Palestijnse Autoriteit op aan om te handelen in lijn met fundamentele normen op het
terrein van mensenrechten, waaronder de vrijheid van meningsuiting, vereniging en
vergadering.
Vraag 3
Op welke wijze kunt u de oproep van Amnesty International ondersteunen dat de Palestijnse
autoriteiten alle aanklachten tegen Amro onmiddellijk moeten intrekken, aangezien
kritiek op functionarissen nooit als een misdaad aangemerkt mag worden?
Antwoord 3
Het kabinet ondersteunt de oproep om de aanklachten in te trekken die vallen onder
het recht op vrijheid van meningsuiting, zoals vastgelegd in artikel 19 van het Internationaal
Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, waaraan de Palestijnse Autoriteit
zich gebonden acht. De Palestijnse Autoriteit moet ervoor zorgen dat er ruimte is
voor vrijheid van meningsuiting, ook als dit gepaard gaat met kritische uitlatingen
over het eigen beleid. Het kabinet heeft daarom bij de Palestijnse Autoriteit (PA)
aangedrongen op het waarborgen van de ruimte voor mensenrechtenverdedigers en andere
critici om het beleid en handelen van de PA te monitoren en waar nodig te bekritiseren.
Vraag 5
Op welke wijze volgt u de parallelle vervolging van Amro door de Israëlische autoriteiten?
Kunt u de Kamer nader over deze rechtszaak, die loopt voor een Israëlische militaire
rechtbank, informeren? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Kunt u ingaan op de ontwikkelingen sinds uw vorige antwoorden op vragen over de arrestatie
en detentie van Amro (Kamerstuknummer 2017D28497)?
Antwoord 5 en 8
De EU en Nederland volgen beide rechtszaken tegen Amro nauwgezet, onder andere door
het bijwonen van hoorzittingen.
De heer Amro werd in 2016 voor het eerst voor het Israëlische (militaire) gerecht
gebracht op grond van overtredingen die hij zou hebben begaan in de periode tussen
2010 en 2016. Sindsdien hebben verschillende hoorzittingen plaatsgevonden, de laatste
op 7 april jl., waarbij getuigen zijn gehoord. Tijdens de laatste zitting werd Amro
vrijgesproken van 2 van de in totaal 18 aanklachten. De Palestijnse zaak tegen de
heer Amro leek sinds oktober 2017 stil te liggen, totdat deze begin dit jaar door
een Palestijnse rechtbank in Hebron weer geopend werd. De volgende hoorzitting is
gepland op 22 mei.
Vraag 4
Deelt u de mening van Front Line Defenders dat het recente besluit van een Palestijnse
rechtbank om de hoorzitting in de rechtszaak tegen Amro tot 22 mei 2019 te verdagen,
deel uitmaakt van een patroon van juridische intimidatie?2
Vraag 6
Deelt u de mening van Front Line Defenders dat Amro het doelwit is van juridische
intimidatie door de Israëlische en Palestijnse autoriteiten uitsluitend vanwege het
vreedzame en legitieme werk dat hij als mensenrechtenverdediger in bezet Palestijns
gebied verricht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, heeft u hierover contact gehad met de
Palestijnse autoriteiten?
Vraag 7
Betreurt u dat Youth Against Settlements (YAS), de jongerenorganisatie in Hebron waar
Amro bij betrokken is, zich genoodzaakt voelde haar activiteiten te staken tot de
intimidatiecampagne tegen Amro en YAS ophoudt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, ziet u
mogelijkheden om Youth Against Settlements te ondersteunen?
Antwoord 4, 6 en 7
Het kabinet is van mening dat mensenrechtenverdedigers hun werk goed en veilig moeten
kunnen doen zonder het slachtoffer te worden van bedreigingen, arrestaties, geweld
of andere vormen van intimidatie door overheden of anderen. De vrijheid van meningsuiting
en het recht om te demonstreren passen binnen een vrije en democratische samenleving.
Dat maatschappelijke organisaties zich genoodzaakt voelen het werk hierdoor te staken
is betreurenswaardig. Het kabinet dringt er zowel bij de Israëlische autoriteiten
als bij de Palestijnse Autoriteit op aan dat deze mensenrechten gerespecteerd worden
en dat de maatschappelijke ruimte gewaarborgd wordt. Dit is ook benadrukt in een gezamenlijke
verklaring van 27 EU-lidstaten in de VN Veiligheidsraad eind vorige maand.
Vraag 9
Is het u bekend of de EU nog altijd Amro bijstaat met diplomatieke steun in de rechtszaken
die de Palestijnse en Israëlische autoriteiten tegen hem hebben aangespannen? Zo ja,
hoe?
Vraag 10
Op welke wijze staat Nederland Amro bij? Bestaat die bijstand ook uit het bijwonen
van zittingen voor Palestijnse en Israëlische rechtbanken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9 en 10
De EU en verscheidende lidstaten, waaronder Nederland, hebben hoorzittingen bijgewoond.
Dit is ook gedaan door vertegenwoordigers van andere landen zoals de Verenigde Staten
en Canada.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.