Schriftelijke vragen : De berichten ‘Rotterdam loopt teruggeëist bijstandsgeld mis’, ‘Man mag 35.000 euro te veel uitgekeerde bijstand houden’ en ‘Stoïcijnse reacties op CRvB-uitspraak vorderingen’
Vragen van het lid Nijkerken-de Haan (VVD) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de berichten «Rotterdam loopt teruggeëist bijstandsgeld mis», «Man mag 35.000 euro te veel uitgekeerde bijstand houden» en «Stoïcijnse reacties op CRvB-uitspraak vorderingen» (ingezonden 2 mei 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Rotterdam loopt teruggeëist bijstandsgeld mis»1, «Man mag 35.000 euro te veel uitgekeerde bijstand houden»2 en «Stoïcijnse reacties op CRvB-uitspraak vorderingen»?3
Vraag 2
Hoe verhoudt de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, dat het recht op terugvordering
van ten onrechte betaalde bijstand na 5 jaar verjaart, zich tot uw mededeling in de
Kamer dat er bij fraude met bijstandsuitkeringen sprake is van een verjaringstermijn
van 20 jaar?
Vraag 3
Klopt het dat er binnen het Burgerlijk Wetboek een onderscheid wordt gemaakt op de
verjaringstermijn bij invordering van boetes en de invordering van onverschuldigde
betalingen? Hoe komt dit onderscheid naar voren binnen de fraude met sociale zekerheid?
Kunt u dit nader toelichten?
Vraag 4
Kunt u aangegeven welke mogelijke financiële consequentie de uitspraak van de Centrale
Raad van Beroep heeft voor gemeenten en andere uitkeringsinstanties, zoals het UWV
en de SVB?
Vraag 5
Hoeveel van de uitstaande vorderingen komen met de uitspraak te vervallen?
Vraag 6
Klopt de berichtgeving dat deze uitspraak mogelijk tot gevolg heeft dat gemeenten
tientallen miljoenen van terugvorderingen niet terug zullen zien?
Vraag 7
Is het waar, zoals de woordvoerder van Divosa stelt, dat «de rechter heeft geoordeeld
dat de gemeente Rotterdam in dit geval heeft nagelaten om de vordering goed te administreren
en te communiceren. Daardoor kon de gemeente zich niet op stuiting van de verjaring
beroepen»?
Vraag 8
Welke administratieve handelingen moet een gemeente uitvoeren om de verjaringstermijn
te stuiten? Zijn deze noodzakelijke administratieve handelingen voldoende duidelijk
voor gemeenten, ook waar het meerdere vorderingen per persoon betreft?
Vraag 9
Wie draagt de financiële consequenties voor het administratief niet juist stuiten
van de verjaringstermijn?
Vraag 10
Deelt u de mening dat fraude nooit mag lonen en dat onterecht uitbetaalde bijstandsuitkeringen
in principe terugbetaald moeten worden?
Vraag 11
Hoe gaat u er voor zorgen dat gemeenten goed geïnformeerd zijn over de gevolgen van
de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, zodat zij ervoor kunnen zorgen dat hun
administratieve processen volledig op orde komen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.N.A. Nijkerken-de Haan, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.