Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hul en Ploumen over het bericht ‘Niger, part 1: At the centre of a brewing militant storm’
Vragen van de leden Van den Hul en Ploumen (beiden PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «Niger, part 1: At the centre of a brewing militant storm» (ingezonden 4 april 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen
6 mei 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Niger, part 1: At the centre of a brewing militant
storm» van de New Humanitarian van 28 maart 2019, en van het bericht «Niger, part
2: Counting the dead, waiting for justice» van de New Humanitarian van 1 april 2019?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de zorgen over het toenemend aantal vluchtelingen in de regio Tillabéri en
Tahoua in Niger en het toenemende geweld en onrust in deze gebieden?
Antwoord 2
Nederland deelt de zorgen over de verslechtering van de veiligheidssituatie in deze
regio’s. Het geweld in de grensregio Mali – Niger heeft in belangrijke mate bijgedragen
aan de toename van vluchtelingen en interne ontheemden in Niger.
Vraag 3
Welke gevolgen hebben de ontwikkelingen in deze regio voor de levensomstandigheden
in Niger en in deze gebieden in het bijzonder?
Antwoord 3
Niger vangt als gevolg van de onrust in de buurlanden Mali en Nigeria een groot aantal
vluchtelingen op uit deze landen. Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR waren
er per 1 maart 2019 in Niger 174.767 vluchtelingen waarvan 118.868 uit Nigeria en
55.496 uit Mali. Niger behoort tot de armste landen in de wereld en eindigde in 2018
op de Human Development Index van de Verenigde Naties als minst ontwikkelde land ter
wereld (189/189). Hierdoor staat de publieke dienstverlening in het hele land onder
druk. Dit geldt des te meer voor de grensregio’s waar de meeste vluchtelingen worden
opgevangen.
Vraag 4
Heeft u contact gehad met de VN Vluchtelingenorganisatie UNHCR over de situatie die
is deze regio is ontstaan en op welke wijze de UNHCR ondersteund kan worden om verslechtering
van de situatie zoveel mogelijk te voorkomen? Zo nee, heeft u contact gehad met andere
op de Sahel gerichte hulporganisaties of internationale samenwerkingsverbanden? Zo
ja, wat is hieruit gekomen?
Antwoord 4
Nederland onderhoudt regelmatig contact met diverse VN-organisaties, zoals UNHCR,
over de humanitaire situatie in de regio, ook vanuit het ambassadekantoor in Niamey.
Ook tijdens mijn recente bezoek aan Niger op 12 en 13 februari jl. heb ik gesproken
met UNHCR. Nederland steunt UNHCR met een ongeoormerkte bijdrage van EUR 33 miljoen.
Daarnaast zal Nederland de komende jaren de steun aan Niger verder uitbreiden (zie
antwoord vraag 7).
Vraag 5
Beschikt Nederland inmiddels zelf over een vertegenwoordiging in Niger? Zo nee, op
welke termijn verwacht u dit?
Antwoord 5
Sinds januari 2018 is een ambassadekantoor operationeel in Niger, waar op dit moment
een uitgezonden diplomaat werkzaam is. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft dat
kantoor op 31 oktober 2018 officieel geopend in aanwezigheid van zijn Nigerijnse ambtgenoot.
In het Algemeen Overleg Postennet van 17 oktober 2018 heeft hij aangegeven in de loop
van het jaar de opties te verkennen om dit kantoor uit te breiden tot een ambassade.
In de loop van het jaar 2019 zal het personeelsbestand verder worden uitgebreid, teneinde
uitvoering te geven aan de intensivering van het beleid m.b.t. de Sahel, zoals aangegeven
in de nota «Investeren in Perspectief».
Vraag 6
Heeft u dan contact gehad met uw Europese ambtsgenoten over deze ontwikkelingen of
in een ander internationaal verband? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u hierover informatie
verschaffen?
Antwoord 6
Nederland bespreekt de politieke en humanitaire situatie in Niger en de Sahel regelmatig
met de Europese vertegenwoordigers in de regio, in Brussel en op het niveau van de
hoofdsteden.
Vraag 7
Wat kan er, gelet de verontrustende combinatie van instabiliteit en armoede, volgens
u gedaan worden om verslechtering van de situatie in Niger zoveel mogelijk te voorkomen?
Antwoord 7
Tijdens mijn laatste bezoek aan Niger, 12 en 13 februari jl., heb ik aangekondigd
dat Nederland voor 2019–2022 EUR 100 miljoen zal investeren in de ontwikkeling van
Niger. De Nederlandse inzet in Niger zal sterk gericht zijn op het versterken van
de stabiliteit in Niger door meer te investeren in perspectief voor, met name, jongeren,
vrouwen en meisjes. Hierbij gaat de aandacht in het bijzonder uit naar water en voedselzekerheid,
justitie en rechtsstaat, SRGR, onderwijs en de bevordering van de private sector.
Tevens draagt Nederland bij aan het tegengaan van migrantensmokkel in Niger middels
een bijdrage aan de VN organisatie ter bestrijding van drugs en criminaliteit (UNODC).
Naast het geven van ontwikkelingshulp (ongeveer 950 miljoen Euro tussen 2014–2020)
versterkt de EU ook de Nigerijnse veiligheidssector middels capaciteitsopbouw ten
behoeve van regulering grensverkeer en aanpak van irreguliere migratie (EUCAP Sahel
Niger). Nederland draagt aan deze missie twee trainers/experts bij.
Vraag 8
Wat zijn de gevolgen voor de strategie voor vredesprocessen en de ontwikkeling van
de regio wanneer de lokale milities inderdaad wapen- en drugsmokkelaars blijken te
zijn, en zij niet primair politiek gemotiveerd zijn?
Antwoord 8
Het is niet ongebruikelijk dat politiek gemotiveerde milities (waar ook ter wereld)
zichzelf financieren met criminele activiteiten, en dat zulke activiteiten gestaag
meer en meer op de voorgrond treden. Een doeltreffende aanpak door leger, politie
en justitiële autoriteiten is daarop het antwoord, met handhaving van de mensenrechten,
en met waarborgen voor een correct verlopende strafrechtketen. Nederland ontwikkelt
daarom momenteel een regionale activiteit ter ondersteuning van de strafrechtketen
en ter bestrijding van transnationale criminaliteit in Niger, Mali en Burkina Faso.
Vraag 9
Welke invloed hebben deze ontwikkelingen voor de uitvoering en de doelstellingen van
de Sahel-strategie zoals verwoord in de beleidsnota Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking?
Antwoord 9
In de beleidsnota Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is de Sahel geïdentificeerd
als focusregio, juist omdat in deze regio sprake is van een verontrustende combinatie
van instabiliteit en armoede. De regering pakt deze problemen aan door in te zetten
op armoedebestrijding en te investeren in programma’s voor (beroeps)onderwijs, werk
en inkomen voor jongeren en vrouwen in de Sahel. Zie tevens het antwoord op vraag
7.
Vraag 10
Deelt u de opvatting dat door de focus op terrorismepreventie aan de noden van de
slachtoffers niet of onvoldoende kan worden voldaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke
verbetermogelijkheden ziet u?
Antwoord 10
De Nederlandse inzet in de Sahel en Niger wordt gekenmerkt door een geïntegreerde
benadering, met investeren in perspectief als leidraad. Hierbij vormen de BHOS-nota,
maar ook de Gemeenschappelijke Buitenland- en Veiligheidsstrategie en de integrale
migratieagenda van het kabinet de belangrijkste beleidskaders voor de inzet.
Vraag 11
Heeft u een verklaring voor het toegenomen terroristische en intercommunaal geweld?
Speelt discriminerende wet- en regelgeving in Niger hierbij mogelijk rol? Zo ja, ziet
u mogelijkheden deze in bilateraal dan wel internationaal verband bij de Nigerese
autoriteiten onder de aandacht te brengen?
Antwoord 11
Zoals eerder benoemd, het toegenomen geweld in Niger vindt voor een groot deel zijn
oorsprong in de buurlanden Mali en Nigeria. Ook Niger kent een geschiedenis van intercommunale
spanningen, in het bijzonder met de Touareg in het noorden, maar heeft al sinds de
jaren 90 sterk ingezet op meer diversiteit en inclusiviteit in het bestuur als onderdeel
van een vredesakkoord. Er zijn daarom minder intercommunale spanningen in Niger dan
in buurland Mali en dus minder mogelijkheden voor gewelddadige groepen om gevoelens
van onvrede te exploiteren voor eigen doeleinden. Niger wordt juist veelal geroemd
om de wijze waarop het omgaat met de vertegenwoordiging van diverse bevolkingsgroepen
in het openbaar bestuur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.