Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bruins en Kwint over de fusie van Partou en KidsFoundation
Vragen van de leden Bruins (ChristenUnie) en Kwint (SP) aan de Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken en Klimaat over de fusie van Partou en KidsFoundation (ingezonden 5 april 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 29 april 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Kinderdagverblijven Partou en KidsFoundation gaan samen verder»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op deze voorgenomen fusie? Wat vindt u ervan dat deze kinderopvangorganisaties
straks in handen komen van (buitenlandse) investeringsmaatschappijen Onex en Waterland?
Antwoord 2
Het primaire belang voor mij is dat kinderopvangorganisaties voldoen aan wet- en regelgeving
en dat ouders kunnen kiezen voor goede, veilige en financieel toegankelijke kinderopvang.
Dit zodat zij hun arbeid- en zorgtaken kunnen combineren op een wijze die het meest
passend is voor hun situatie en wensen. De wettelijke verplichtingen gelden voor alle
organisaties, en daarmee voor alle organisatievormen en financieringsvormen die actief
willen zijn in de sector. De GGD-en houden hier toezicht op in opdracht van gemeenten.
Sinds 2005 zijn ondernemers met en zonder winstdoelstellingen actief in de kinderopvangsector.
Investeringen hebben altijd een belangrijke bijdrage geleverd bij het vooruitbrengen
van de sector, een sector waar betrokken partijen hard werken om vraag en aanbod bij
elkaar te brengen.
Private investeerders kunnen helpen om dit te bewerkstelligen en meer keuzemogelijkheden
voor ouders te bieden. Twee aspecten waar ik veel belang aan hecht.
De top tien grootste kinderopvangorganisaties bestaat uit zowel winst georiënteerde
ondernemingen en stichtingen. Ook bestaat een groot deel van de sector uit kleine
ondernemingen met minder dan vijf locaties. Het aantal private investeringsmaatschappijen2 in de sector is beperkt; circa 9 procent van de kindplaatsen valt onder de vleugels
van investeringsmaatschappijen zoals Onex en Waterland.
Vraag 3
Hebt u invloed op dergelijke voorgenomen fusies? Hebben ouders en kinderopvangmedewerkers
hier invloed op? Acht u het mogelijk en wenselijk om die invloed te vergroten?
Antwoord 3
Als rijksoverheid stellen we eisen aan de kwaliteit van kinderopvang en de bescherming
van ouders en werknemers in de sector. Zo vallen alle kinderopvangorganisaties onder
de Wet Kinderopvang, ongeacht grootte en financieringsvorm van de kinderopvangorganisatie.
Medewerkers van Partou en Kidsfoundation blijven onder de CAO Kinderopvang vallen
en hebben dezelfde rechten en plichten als andere werknemers in de sector.
Tegelijkertijd kijkt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) naar de werking van de
markt en treedt op bij eventueel misbruik van een economische machtspositie door een
organisatie. Bedrijven mogen niet de concurrentie belemmeren. Concentraties (fusies
en overnames) moeten afhankelijk van de jaaromzet van de betrokken bedrijven, gemeld
worden bij de ACM. Dit is bijvoorbeeld gebeurd toen Childcare (Onex) in 2018 KidsFoundation
wilde overnemen.3 De ACM onderzoekt vervolgens of de concentratie negatieve gevolgen heeft voor de
concurrentie in de relevante markt, en daarmee uiteindelijk ook voor de consument
negatief uitpakt. Vervolgens neemt de ACM een concentratiebesluit. Op deze manier
heeft de ACM als onafhankelijke toezichthouder invloed op voorgenomen fusies.
Vraag 4
Hoe kijkt u meer in het algemeen aan tegen de rol van investeringsmaatschappijen in
de kinderopvangsector? Vindt u het passend dat investeerders zich mengen in een sector
met een groot publiek belang en met veel publiek geld?
Antwoord 4
Ik hecht belang aan kwalitatief goede kinderopvang die financieel en fysiek toegankelijk
is voor ouders en voor kinderen. Het is een plek die ouders in staat stelt hun arbeid-
en zorgtaken te combineren, een plek waar zij hun kinderen met een gerust hart naar
toe laten gaan, én een plek waar kinderen kunnen groeien in hun ontwikkeling. Investeringen
in de kinderopvangsector helpen bij het bij elkaar brengen van vraag en aanbod en
bij het bieden van meer keuzemogelijkheden voor ouders. Vanwege het grote publieke
belang van kinderopvang zijn het de ouders die middels de kinderopvangtoeslag een
financiële tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang krijgen. Dit is dus geen gratis
geld dat de rijksoverheid aan de sector geeft. Om te participeren in de sector, om
een bijdrage te leveren aan het publieke belang, moeten alle kinderopvangorganisaties
en diens investeerders voldoen aan de wet- en regelgeving. Het zijn de ouders die
kiezen naar welke organisatie zij hun kind brengen.
Vraag 5
Kunt u een inschatting geven van de omvang van de omzet in de sector en de gemaakte
winsten? Wat is de gemiddelde marge in deze (met belastinggeld gedragen) sector?
Antwoord 5
We hebben geen totale omzetcijfers van de sector. Dit omdat de omzet van de sector
van diverse factoren afhankelijk is die buiten ons gezichtsveld vallen, zoals de afname
aanvullende diensten die kinderopvangorganisaties ook aan ouders aanbieden. Voorbeelden
hiervan zijn de haal- en brengservice, voedingswensen, en strijkservices. Wel kan
ik op basis van de bruto kosten kinderopvang die ouders doorgeven aan de Belastingdienst
en de uitgaven aan Kinderopvangtoeslag een benadering geven. In 2017 hebben ouders
voor € 3,5 mld aan bruto kosten voor hun kinderopvang doorgegeven aan de Belastingdienst.
Jaarlijks publiceert het Waarborgfonds het Sectorrapport Kinderopvang. Dit rapport
geeft een beeld over de financiële ontwikkeling van de sector en is opgesteld aan
de hand van de jaarcijfers van kinderopvangorganisaties. Ook het resultaat als percentage
van de totale baten en de gemiddelde rentabiliteit van de sector staat hierin. Dit
laatste cijfer geeft het verband weer tussen het financiële resultaat van de organisatie
en de omzet (de gemiddelde marge). Voor de berekening van de gemiddelde rentabiliteit
heeft geen weging plaatsgevonden naar omzetgrootte of balanstotaal.
In de laatste editie van het Sectorrapport Kinderopvang is de jaarrekening van 173
kinderopvang-organisaties onderzocht.4 Zij omvatten 45,3% van het totale aantal kindplaatsen. In 2017 bedroeg het resultaat
van de onderzochte kinderopvangorganisatie als percentage van de totale baten 2,7%
na belastingen en 3,8% voor belastingen. De gemiddelde rentabiliteit was toen 3,3%.
Er is nauwelijks verschil tussen de rentabiliteit van op winst-gerichte organisaties
en stichtingen, respectievelijk 3,6% en 3,4%. De gemiddelde rentabiliteit van eenmanszaken
en vennootschappen onder firma is wat lager, namelijk 2,3%.
Vraag 6
Wat is er bekend over de gevolgen van de inmenging van private equity in deze sector?
Worden de belangen van aandeelhouders op deze manier niet gesteld boven het belang
van de kinderen en de kinderopvangmedewerkers?
Antwoord 6
In een studie naar de marktwerking in de kinderopvang die CPB in 2011 Kinderopvang in Kaart
5 heeft uitgevoerd, wordt geconcludeerd dat de commercialisering van de markt de publieke
belangen niet heeft geschaad. Ook heeft commercialisering van de sector niet geleid
tot kosteneffectiviteit. De weglek van publieke middelen naar ondernemers is een beeld
dat zich niet in de cijfers laat zien.
Ik ben mij bewust dat dit een onderzoek is dat al enkele jaren oud is. Ik heb echter
nog geen signalen gehad dat dit beeld over de jaren is veranderd. Ook het Landelijke
Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK), dat Sardes en Universiteit Utrecht in opdracht
van mijn ministerie uitvoert, laat geen kwaliteitsdaling zien.
Vraag 7
Deelt u de mening dat winsten die in de kinderopvangsector gemaakt worden ook ten
goede moeten komen aan de kinderopvang? Hoe kunt u dit borgen?
Antwoord 7
Het is primair van belang dat kinderopvangorganisaties voldoen aan wet- en regelgeving
opdat ouders kunnen kiezen voor goede, veilige en financieel toegankelijke kinderopvang.
Dit zodat zij hun arbeid- en zorgtaken kunnen combineren op een wijze die het meest
passend is voor hun situatie en wensen. Hier is de Wet Kinderopvang voor gemaakt en
daar houden de GGD-en toezicht op.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.