Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over arbeidsmigranten in Gelderse schuren en stallen
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over arbeidsmigranten in Gelderse schuren en stallen (ingezonden 22 maart 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 24 april 2019).
Vraag 1
Kent u het artikel «Gelderland schrikt van arbeidsmigranten in schuren en stallen»?1 Wat is uw oordeel daarover?
Antwoord 1
Ja. De provincie Gelderland is actief aan de slag met het vraagstuk van huisvesting
van arbeidsmigranten.
Vraag 2 en 3
Wist u dat er in Gelderland veel arbeidsmigranten illegaal onder slechte omstandigheden
bivakkeren in schuren en stallen? Deelt u de mening dat dit onaanvaardbaar is?
In hoeverre zijn deze misstanden ook in de rest van het land aan de orde? Wilt u dit
onderzoeken?
Antwoord 2 en 3
Ik vind het onaanvaardbaar dat arbeidsmigranten in schuren en stallen onder slechte
omstandigheden worden gehuisvest. Desondanks bereiken mij signalen dat arbeidsmigranten
op sommige plekken slecht worden gehuisvest. Arbeidsmigranten vormen een belangrijk
onderdeel van onze economie en zij moeten dan ook goed worden
In de bij de Regeling van Werkzaamheden van 2 april jl. gevraagde brief ga ik nader
in op huisvesting, lessen uit de Wet aanpak schijnconstructies, de rol van de landbouwsector
en de inzet van Inspectie SZW. Deze brief doe ik de TK in ieder geval voor het zomerreces
toekomen. In deze brief neem ik ook de toezegging van mijn collega van BZK mee zoals
gedaan in het debat over discriminatie op de woningmarkt van 26 maart j.l. om in een
brief in te gaan op de afhankelijkheidsrelatie tussen de arbeidsmigrant en de werkgever
die tevens huisbaas is.
Vraag 4
Deelt u de mening dat u medeverantwoordelijk bent voor fatsoenlijke huisvesting van
arbeidsmigranten in Nederland? Zo nee, hoe voorkomt u genoemde misstanden?
Antwoord 4
Samen met mijn collega van BZK ondersteun ik lokale partijen door kennis te delen
over het op een goede, kwalitatieve manier huisvesten van deze groep werknemers die
in het land wordt opgedaan. Daarnaast kunnen gemeenten bijvoorbeeld gebruik maken
van de kennis en expertise van de Inspectie SZW waar het gaat om het tegengaan van
ongewenste situaties.
Tegelijkertijd onderzoekt de Minister van BZK met partijen van de aanpak Goed Verhuurderschap
welke gerichte acties of aanvullingen in wet- en regelgeving verder wenselijk en noodzakelijk
zijn om Goed Verhuurderschap te stimuleren. Zo beraad zij zich op de richting van
aanvullend wettelijk instrumentarium om huisjesmelkerij in zijn verschillende verschijningsvormen
gericht aan te kunnen pakken en te sanctioneren.
Door het kabinet wordt tevens breed ingezet op kwalitatief goede huisvesting voor
arbeidsmigranten. Sinds 1 januari 2017 geldt het verbod op inhoudingen en verrekeningen
op het Wettelijk minimumloon. Huisvesting vormt daar één van de uitzonderingen op.
Er mag voor huisvesting maximaal 25% ingehouden worden op het wettelijk minimumloon
onder strikte voorwaarden. Eén van de voorwaarden voor inhoudingen voor huisvesting
is dat de huisvesting moet voldoen aan de kwaliteitseisen die zijn overeengekomen
in de cao tussen sociale partners. Daarnaast dienen deze kwaliteitseisen te zijn gecontroleerd
door een geaccrediteerde instelling. Een voorbeeld van een dergelijke normenset met
geaccrediteerde controlerende instellingen is het keurmerk van de Stichting Normering
Flexwonen.
De verantwoordelijkheid voor het realiseren van voldoende huisvesting ligt op het
lokale niveau. Hoe de huisvesting van werknemers uit het buitenland binnen een regio
het beste past qua verdeling en in welke woonvormen deze kan worden gerealiseerd,
moet op regionaal en lokaal niveau worden bepaald. Daar is immers het beste zicht
op de lokale woning- en arbeidsmarkt en op de wensen van de inwoners. Gemeenten, werkgevers
en huisvesters moeten daarbij samen zoeken naar passende oplossingen voor de huisvesting
van werknemers uit het buitenland. Door voldoende huisvesting te realiseren wanneer
bedrijven zich vestigen in de gemeenten, wordt bovendien voorkomen dat er ongewenste
situaties ontstaan door een tekort aan huisvesting.
Bij het maken van die afspraken hoort ook dat gemeenten kijken naar hoe zij de controle
en handhaving inrichten. Op die manier worden de partijen die zaken niet netjes geregeld
hebben ook gedwongen om zich te verbeteren en kunnen ongewenste situaties worden aangepakt.
Vraag 5, 6 en 7
Deelt u de mening dat de juridische handreikingen voor gemeentebesturen onvoldoende
mogelijkheden bieden om deze misstanden voldoende te bestrijden? Zo ja, bent u bereid
om met voorstellen te komen om deze juridische mogelijkheden uit te breiden, bijvoorbeeld
door wettelijke eisen te stellen aan flexibele woonruimte in plaats van dit over te
laten aan vrijwillige zelfregulering zoals het keurmerk van Stichting Normering Flexwonen?
Deelt u de mening dat gemeentebesturen naast juridische handreikingen ook over voldoende
financiële middelen moeten beschikken om tot handhaving en vervolging van uitbuitende
huisjesmelkers over te kunnen gaan? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
Ziet het kabinet aanleiding om gemeenten met grote aantallen arbeidsmigranten van
extra financiële middelen te voorzien, zodat criminele huisjesmelkers adequater kunnen
worden aangepakt? Zo ja, wanneer kan de Kamer hierover een voorstel tegemoet zien?
Antwoord 5, 6 en 7
Gemeenten hebben verschillende mogelijkheden om op de huisvesting te controleren.
Bouw- en woningtoezicht kan controleren op de kwaliteit van de woning op basis van
het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit stelt wettelijke minimumeisen die voor alle gebouwen
in Nederland gelden, dus ook voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Zelfregulering
zoals vanuit de Stichting Normering Flexwonen vormt daar een aanvulling op. Zowel
het keurmerk dat door deze stichting wordt afgegeven als de organisaties die de controles
doen, zijn onderworpen aan verschillende onafhankelijke keuringen van de Raad van
Accreditatie.
Naast het bouw- en woningtoezicht kan de gemeente ook handhaven via het bestemmingsplan
of op eventuele vergunningen die zij bijvoorbeeld in het kader van de huisvestingsverordening
hebben gesteld. Verder kunnen gemeenten malafide verhuurders ook aanpakken op grond
van de Woningwet, de Gemeentewet en de Onteigeningswet.
In het kader van het traject rondom Goed Verhuurderschap wordt in overleg met de VNG
en de G40 de handreiking over het handhavingsinstrumentarium geactualiseerd, zodat
deze ook past bij de problematiek waar gemeenten tegenaan lopen. Deze handreiking
richt zich onder andere op de aanpak van huisjesmelkers, die ook gemeenten met problematiek
rondom de huisvesting van arbeidsmigranten kan helpen.
Gemeenten hebben budget voor handhaving op de begroting staan en kunnen dit naar eigen
inzicht inzetten op specifieke projecten. Gemeenten kunnen dit dus ook gebruiken om
de huisvesting van arbeidsmigranten extra te controleren. Daarnaast zou de gemeente
het SNF-keurmerk verplicht kunnen stellen, waardoor ook externe partijen de huisvesting
regelmatig inspecteren.
Daarnaast is het mooi om te zien dat gemeenten ook al druk bezig zijn om malafide
verhuurders aan te pakken. Zo heeft de gemeente Groningen een vergunningstelsel om
malafide (kamer)verhuurders aan te pakken ingevoerd. Begin dit jaar is de Minister
van BZK in Groningen geweest voor het sluiten van een woondeal. Met de gemeente heeft
zij afspraken gemaakt over de monitoring van invoering en uitvoering van het Groningse
vergunningsstelsel. Voor die uitvoering heeft zij bovendien € 500.000 beschikbaar
gesteld. De opgedane kennis en ervaringen zal de gemeente Groningen met het Ministerie
van BZK en de G40 delen, zodat ook andere gemeenten gebruik kunnen maken van de opgedane
kennis. De Minister van BZK zal uw Kamer op de hoogte houden van de voortgang.
Vraag 8
Welke rol ziet u voor de Inspectie SZW bij het handhaven op slechte huisvesting van
arbeidsmigranten? Is de inspectiecapaciteit voldoende om deze harteloze huisvesters
aan te pakken? Zo nee, wanneer kan de Kamer een voorstel verwachten om de inspectiecapaciteit
voor dit doel uit te breiden?
Antwoord vraag 8
De Inspectie SZW is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving van arbeidswetten,
zoals de Wet minimumloon en de Arbeidstijdenwet.
Gemeenten en de Inspectie SZW trekken samen op, onder meer in Interventieteams, waarin
door verschillende instanties wordt samengewerkt om specifieke problemen aan te pakken.
Hierbij wordt ook aandacht besteed aan gedwongen of slechte huisvesting tegen hoge
kosten hetgeen één van de indicatoren kan zijn van ernstige benadeling of uitbuiting.
Indien de Inspectie SZW signalen ontvangt dat sprake is van misstanden, bijvoorbeeld
ten aanzien van slechte huisvesting, worden deze signalen gedeeld met de betreffende
gemeente. Indien gemeenten een vermoeden hebben van arbeidsuitbuiting en/of ernstige
benadeling van werknemers kan door gemeenten een melding worden gedaan bij de Inspectie
SZW.
Het Regeerakkoord onderkent dat handhaving een randvoorwaarde is voor een werkend
stelsel van arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Om de handhaving en fraudebestrijding
te intensiveren maakt het Regeerakkoord daarom – geleidelijk oplopend naar 2021 –
jaarlijks 50 miljoen extra vrij voor versterking van de handhavingsketen waarin de
Inspectie SZW opereert. Deze middelen stellen de Inspectie SZW in staat beter en intensiever
toezicht te houden op de verschillende arbeidswetten en intensiever schijnconstructies,
onveilige en ongezonde arbeidsomstandigheden en arbeidsuitbuiting tegen te gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.