Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bruins over kindgebonden budget voor co-ouders
Vragen van het lid Bruins (ChristenUnie) aan de Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën over kindgebonden budget voor co-ouders (ingezonden 22 maart 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 23 april 2019).
Vraag 1
Kent u het rapport «Kind van de rekening?» Onderzoek naar de toegang van co-ouders
tot het kindgebonden budget van de Nationale ombudsman?1
Antwoord 1
Het rapport «Kind van de Rekening?» is mij bekend.2
Vraag 2
Wat is uw reactie op de bevindingen van de Nationale ombudsman dat de toegang tot
het kindgebonden budget onvoldoende gegarandeerd wordt voor co-ouders en dat de regeling
niet de maatschappelijke ontwikkeling volgt dat steeds meer ouders co-ouderschap aangaan?
Antwoord 2
Ik herken de bevindingen met betrekking tot de toegang tot het kindgebonden budget
voor co-ouders. Deze bevindingen komen overeen met de conclusies van de beleidsdoorlichting
van artikel 10 «Tegemoetkoming ouders».3 In deze beleidsdoorlichting is aangegeven dat het voor ouders lastig is om te achterhalen
wat de gevolgen van echtscheiding en co-ouderschap zijn voor de kinderbijslag en het
kindgebonden budget. In de kabinetsreactie is aangegeven dat deze complexe uitvoeringssituatie
om een oplossing vraagt, waarbij ik ook breder naar de vormgeving wil kijken om de
toekenning van het kindgebonden budget na een echtscheiding te verbeteren. Daar hoort
ook een verkenning bij naar de verschillende mogelijkheden van toekenning van de alleenstaande
ouderkop in situaties, die qua zorg- en kostenverdeling gelijk zijn. Na de zomer zal
ik uw Kamer daar nader over informeren.
Daarnaast zijn de bevindingen van de Nationale ombudsman meegenomen in het traject
Maatwerk in dienstverlening. Naar aanleiding van de gezamenlijke brief van alle secretarissen-generaal
aan informateur Schippers, onderzoeken de secretarissen-generaal van de ministeries
van Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid hoe uitvoeringsorganisaties meer
maatwerk voor burgers kunnen bieden.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het kindgebonden budget voor ouders met een inkomen op bijstandsniveau
een noodzakelijke aanvulling is om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, en dat
dit net zo goed geldt in het geval van co-ouderschap?
Antwoord 3
Voor alle ouders met een inkomen op bijstandsniveau is, ongeacht hun huishoudsituatie,
het kindgebonden budget een substantiële aanvulling in de kosten van hun kinderen.
Wel heb ik in de kabinetsreactie op de beleidsdoorlichting van artikel 10 «Tegemoetkoming
ouders» aangegeven nog onderzoek te doen naar de hoogte van de alleenstaande ouderkop
in relatie tot onder meer de bredere inkomenseffecten.
Vraag 4
Klopt het dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) ouders in geval van co-ouderschap
de mogelijkheid biedt om de kinderbijslag evenredig te verdelen, maar dat de Belastingdienst
deze mogelijkheid niet biedt als het gaat om het kindgebonden budget en de alleenstaande
ouderkop?
Antwoord 4
Ja, dat klopt. De kinderbijslag is een inkomensonafhankelijke tegemoetkoming, die
op verzoek van beide ouders gesplitst uitbetaald kan worden. Voor de SVB is dit uitvoeringstechnisch
mogelijk. Het kindgebonden budget is echter een inkomensafhankelijke tegemoetkoming,
waarbij alleenstaande ouders een extra bedrag ontvangen, de zogenaamde alleenstaande
ouderkop. Zoals in de huidige wet- en regelgeving is gesteld, betaalt de Belastingdienst
het kindgebonden budget uit aan de (co-)ouder die de kinderbijslag ontvangt, of, in
het geval van gesplitst uitbetalen, aan de aanvrager van de kinderbijslag. De processen
van de Belastingdienst zijn hier dan ook op ingericht.
Vraag 5
Deelt u de mening dat dit verschil in aanpak onwenselijk is? Kunt u er zorg voor dragen
dat zowel de SVB als de Belastingdienst de bedragen verdelen over beide ouders in
geval van co-ouderschap?
Antwoord 5
Deze mening deel ik niet. De kinderbijslag is een tegemoetkoming die niet afhankelijk
is van het inkomen van de (co)ouders en daarom gesplitst uitbetaald kan worden. Het
kindgebonden budget is een huishoudgebonden toeslag, die wordt berekend op basis van
het huishoudinkomen van de ouder die de kinderbijslag ontvangt. Het (huishoud)inkomen
van de andere (co)ouder blijft daarbij buiten beschouwing. Zie ook het antwoord op
vraag 4.
Vraag 6
Bent u bekend met de schrijnende voorbeelden waarin de ene co-ouder niets van het
bedrag aan kindgebonden budget krijgt omdat de andere co-ouder het gehele bedrag ontvangt
en dit geld direct naar schuldsanering en bewindvoering gaat? Mag dit? Deelt u de
observatie dat het co-ouders op die manier onmogelijk wordt gemaakt om het geld onderling
te verdelen en dat evenredige verdeling door de Belastingdienst ook om die reden wenselijk
is?
Antwoord 6
Op grond van artikel 45 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR)
geldt er voor het kindgebonden budget een beslagverbod ook in situaties waarin sprake
is van toepassing van een wettelijke schuldsanering. Ik zie hierin op dit moment geen
reden om een evenredige verdeling te bepleiten. Zie ook het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Wat is door de SVB en de Belastingdienst gedaan met de aanbeveling van de Nationale
ombudsman om de informatieverstrekking over de koppeling tussen de kinderbijslag en
het kindgebonden budget aan bestaande co-ouders en aan scheidende ouders te verbeteren?
Antwoord 7
De SVB en de Belastingdienst/Toeslagen werken aan een betere voorlichting voor co-ouders
en aan scheidende ouders. Met een gezamenlijke brief van het Ministerie van Financiën
en de SVB is de Ombudsman geïnformeerd over de lopende acties om co-ouders beter te
informeren. De strekking daarvan is dat de algemene informatie voor co-ouders op de
websites van Belastingdienst/Toeslagen en de SVB op elkaar afgestemd en aangevuld
wordt. Bovendien wordt nagegaan of een gecombineerde webtool voor zowel de kinderbijslag
als het kindgebonden budget een goede aanvulling is voor het verbeteren van de informatievoorziening.
In het geval deze tool er komt en beschikbaar is, vormt dit een praktisch hulpmiddel
voor ouders, in aanvulling op de brief en de algemene informatie op websites.
Daarnaast is het voornemen om ouders van wie bekend wordt dat zij gescheiden zijn,
persoonlijk te benaderen met een gezamenlijke brief van de SVB en de Belastingdienst/Toeslagen
met uitleg over de gevolgen voor het kindgebonden budget. In antwoord op vraag 2 en
3 heb ik een verkenning aangekondigd naar de bredere vormgeving van de verdeling van
het kindgebonden budget na echtscheiding. Daarin zal ik ook een stand van zaken opnemen
van deze (voorlichtings)activiteiten van de SVB en de Belastingdienst/Toeslagen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.