Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kooten-Arissen over het uitzetten van paling als symptoombestrijding
Vragen van het lid Van Kooten-Arissen (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het uitzetten van paling als symptoombestrijding (ingezonden 27 maart 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 18
april 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Markermeer krijgt twee miljoen jonge palingen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u toelichten hoe het kan dat de aalpopulatie in Nederland nog altijd in slechte
staat is ondanks het inmiddels al bijna tien jaar oude Aalbeheerplan?2
Antwoord 2
De Nederlandse aalpopulatie staat niet op zich, maar is verbonden met het totale pan-Europese
aalbestand. De toestand van het Europese aalbestand is nog steeds zorgelijk. In het
Nederlandse aalbeheerplan (2009) is een tiental maatregelen genomen, waaronder het
verminderen van de visserijsterfte en het bevorderen van de migratiemogelijkheden.
Daarbij is een doorkijk gegeven van de verwachte bijdrage van de respectievelijke
maatregelen op de uittrek van volwassen aal (schieraal). Hieruit blijkt dat sommige
maatregelen, zoals visvriendelijke gemalen en waterkrachtcentrales, tijd kosten om
uit te voeren vanwege de investeringen. Omdat we daarnaast te maken hebben met een
langlevende soort zullen grote effecten van de genomen maatregelen pas op een termijn
van tientallen jaren leiden tot een toename van de biomassa.
Vraag 3
Klopt het dat voor het project in het Markermeer, onderdeel van het Aalbeheerplan,
aal wordt weggevangen uit het wild en vervolgens weer op een andere plek uitgezet
wordt?
Antwoord 3
Sinds 2011 vindt uitzet in Nederland plaats met glasaal die opgekocht en gevangen
wordt in de riviermondingen in Frankrijk of Engeland. Voor de keuze van de wateren
in Nederland waarin de glasaal wordt uitgezet is een protocol opgesteld. Er wordt
daarin gekeken naar temperatuur, voedsel, inrichting en uittrekmogelijkheden. Het
Markermeer voldoet aan die criteria. In 2014 is pootaal en in 2017 en 2019 is glasaal
uitgezet. Het rapport van Wageningen Marine Research uit 20183 geeft een overzicht van alle locaties en hoeveelheden van uitgezette glas- en pootaal
in Nederland.
Vraag 4
Klopt het dat wetenschappelijk niet bekend is wat het sterftepercentage is van uitgezette
glasaal?
Antwoord 4
Van uitgezette glasaal zijn geen wetenschappelijk onderbouwde overlevingspercentages
bekend. Onderzoek van de Stichting Duurzame Palingsector Nederland op proefvijvers
in Valkenswaard liet zien dat na 1 seizoen 90% van alle uitgezette glasaal onder natuurlijke
omstandigheden, zonder predatie nog in leven is4. In het via het Europese Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) gefinancierde
project «Duurzaam Aalbeheer door Kennis» wordt hier verder wetenschappelijk onderzoek
naar verricht. Het verdient aanbeveling om de overleving van uitgezette glasaal te
vergelijken met die van glasaal die via de natuurlijke weg intrekt.
Vraag 5
Klopt het dat niet bekend is of en hoe de uitgezette glasalen uittrekken om uiteindelijk
de Sargassozee te bereiken om zich voort te planten?
Antwoord 5
In 2018 heeft Wageningen Marine Research een evaluatie uitgevoerd naar de uitzet van
glas- en pootaal. Hierin wordt geconcludeerd dat op basis van de huidige informatie
niet vast te stellen is wat de kwantitatieve bijdrage aan de uittrek van schieraal
naar zee is. Volgens ICES zijn er voldoende aanwijzingen dat uitzet van jonge aal
bijdraagt aan het aalbestand en de uittrek van schieraal.
Vraag 6
Kunt u uitsluiten dat het wegvangen van jonge glasaal uit het wild zorgt voor extra
druk op de populatie aldaar?
Antwoord 6
Aangenomen wordt dat de intrek van glasaal in de Franse en Engelse riviermondingen
hoger is dan de draagkracht van het achterliggende water. Daarom is de vangst van
glasaal op deze locaties toegestaan binnen het EU Aalherstelplan, met inachtneming
van de vastgestelde quota. Helemaal uitsluiten dat het wegvangen leidt tot extra druk
de populatie kan ik niet.
Vraag 7
Klopt het dat wetenschappelijk niet bewezen is dat het wegvangen uit het wild en opnieuw
uitzetten van glasaal een netto positief effect heeft op het aalbestand?
Antwoord 7
Precieze cijfers over de impacts van glasaal onttrekking en de bijdrage aan de Europese
populatie door uitzet elders zijn niet bekend. De uitzet van jonge aal kan echter
belangrijk zijn voor de instandhouding van een lokale populatie, met name in de gebieden
waar de intrekmogelijkheden er niet of heel beperkt zijn.
Vraag 8
Klopt het dat jarenlang wegvangen en uitzetten van glasaal niet aantoonbaar heeft
geleid tot significant herstel van de aalpopulatie?
Antwoord 8
De uitzet van glasaal wordt in Nederland al sinds het begin van de twintigste eeuw
toegepast als maatregel om de aalstand te verdichten. De grootschaligheid van die
uitzet heeft geleid tot de omvangrijke aalstand, zoals die bekend is uit het midden
van de vorige eeuw. Sinds die tijd zijn de intrekmogelijkheden voor glasaal drastisch
afgenomen door de aanleg van talrijke gemalen, stuwen en dammen. Ook de uittrek van
schieraal naar zee wordt ernstig bemoeilijkt door deze kunstwerken. Om die reden heb
ik in mijn brief aan uw Kamer van 13 september 2018 (Kamerstuk 29 664, nr. 191) aangegeven dat voor het oplossen van deze migratieproblemen een belangrijke verantwoordelijkheid
ligt bij de waterbeheerders. Als laatste is bovendien het voedselaanbod voor aal afgenomen
door het helder wordende water. Deze ontwikkelingen – in combinatie met de veeljarige
levenscyclus van de aal – hebben ertoe geleid dat ondanks de uitzet van glasaal, een
herstel van het aalbestand nog vele jaren zal vergen.
Vraag 9
Kunt u uitsluiten dat het wegvangen en uitzetten van aal, om uiteindelijk weer gevangen
en opgegeten te worden, de druk op de populatie vergroot?
Antwoord 9
Voor het wegvangen van glasaal worden jaarlijks duurzame quota vast gesteld op basis
van het voorzorgsbeginsel. Het beheer van de quota is in handen van de Franse autoriteiten.
De uitzet van glasaal is een instandhoudingsmaatregel zoals omschreven in het EU Aalherstelplan.
In deze verordening wordt ook aan alle lidstaten de verplichting opgelegd beperkende
maatregelen met betrekking tot de aalvisserij en migratiemogelijkheden op te nemen.
Zowel de uitzet als de visserij- en migratiemaatregelen leiden tot een verminderde
druk op de populatie.
Vraag 10
Klopt het dat het uitzetten van glasaal mede gefinancierd wordt door het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Europees Fonds voor Maritieme Zaken
en Visserij? Zo ja, om hoeveel geld gaat het op jaarbasis?
Antwoord 10
Ja, in de afgelopen 4 jaar werd jaarlijks € 375.000 besteed aan de uitzet van jonge
aal in Nederland. Dit is vastgelegd in het Nederlandse aalbeheerplan en het operationeel
plan onder het EFMZV.
Vraag 11
Vindt u het terecht dat de belastingbetaler opdraait voor de uitzet van glasaal, terwijl
een bronmaatregel als een door wetenschappers van International Council for the Exploration
of the Sea (ICES) geadviseerd jaarrond vangstverbod niet genomen wordt? Zo ja, waarom
kiest u ervoor in uw visserijbeleid alleen het advies van ICES te volgen wanneer het
goed uitkomt? Zo nee, bent u bereid het ICES-advies te volgen en een jaarrond vangstverbod
in te stellen?5
Antwoord 11
De uitzet van jonge aal met belastinggeld maakt deel uit van maatregelen getroffen
in het kader van het EU Aalherstelplan, zoals vastgesteld door de Europese Commissie.
Nederland heeft daaraan bijgedragen met de rapportage zoals vermeld in antwoord 5.
Over het herstel van de aal zijn in de EU afspraken gemaakt. De adviezen van ICES
en de STECF hebben hieraan ten grondslag gelegen.
ICES heeft in haar jaarlijkse rapportage aan de Europese Commissie geadviseerd alle
menselijke impacts die de productie en uittrek belemmeren te beperken tot «nul» of
dicht bij «nul». Van een advies voor een jaarrond vangstverbod of het beëindigen van
de uitzet van jonge aal is echter geen sprake. Uit de naar uw Kamer toegezonden rapportage
(antwoord 8) blijkt dat de visserijsterfte in Nederland sinds 2009 sterk is gereduceerd
door (1) het instellen van gesloten gebieden, (2) het instellen van een gesloten tijd
voor de aalvisserij in de maanden september-november en (3) door de door sportvisserij
verplicht gestelde terugzetplicht van alle door sportvissers gevangen paling. Ook
bij waterkrachtcentrales en gemalen zijn stappen gezet. Maar we zijn er nog niet.
Verdere inzet is noodzakelijk. Voor een jaarrond vangstverbod in de EU of in Nederland
zie ik op dit moment geen aanleiding. Wel heb ik in mijn bijdrage aan consultatie
een aantal aanbevelingen gedaan naar de Europese Commissie om te komen tot een gelijk
speelveld voor alle lidstaten en een betere samenwerking tussen Europese instituties
en lidstaten (bijlage)6.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.