Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken, Moorlag en Nijboer over meer banen in Oost-Groningen
Vragen van de leden Kuiken, Moorlag en Nijboer (allen PvdA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Economische Zaken en Klimaat over meer banen in Oost-Groningen (ingezonden 14 maart 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 11 april 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bedrijf HempFlax uit Oude Pekela? Kent u de brief van de provincie
Groningen aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en van Economische Zaken en Klimaat?1
Antwoord 1
Ja. Ik ben bekend met het bedrijf Hempflax en heb kennisgenomen van de brief van de
provincie Groningen.
Vraag 2
Waarom is het bij wet verboden de toppen van de hennepplanten industrieel te gebruiken,
terwijl deze toppen voor nuttige en duurzame doeleinden anders dan wiet kunnen worden
gebruikt?
Antwoord 2
Het industrieel gebruiken van de toppen van de hennepplant is op grond van de Opiumwet
verboden. Artikel 3 van de Opiumwet verbiedt, kort gezegd, de teelt en bewerking van
de hennepplant. De Opiumwet biedt op basis van artikel 12 Opiumwetbesluit één uitzondering
met betrekking tot teelt en bewerking van de hennepplant: de teelt van vezelhennep.
Vezelhennep is een hennepsoort zonder psychoactieve stoffen in zich. Deze vezelhennep
mag voor twee doelen worden geteeld en gebruikt, namelijk voor de winning van vezel
óf voor de vermeerdering van zaad voor de productie van vezelhennep. Het gebruik van
de toppen van de vezelhennepplant, valt dus niet onder de uitzondering van artikel
12 van het Opiumwetbesluit.
Ik ben bekend met de wens van ondernemers om de toppen van de vezelhennepplant industrieel
te kunnen gebruiken. Op dit moment ben ik de juridische mogelijkheden aan het verkennen.
Vraag 3
Wat was uw antwoord op de brief van de provincie Groningen?
Antwoord 3
In de brief van de Provincie Groningen, verzoekt de Provincie namens een aantal ondernemers
uit Oost-Groningen, om het oogsten van bladeren en toppen van vezelhennep juridisch
mogelijk te maken om zodoende cannabidiol (CBD) te kunnen winnen uit de vezelhennepplant.
In reactie daarop heb ik aan de Provincie Groningen laten weten dat ik aan het verkennen
ben wat de juridische mogelijkheden zijn en dat ik daarover in gesprek zou gaan met
de betreffende ondernemers.
Vraag 4
Hoe is de regulering omtrent het gebruik van henneptoppen voor industriële toepassingen
in Duitsland? Biedt deze meer ruimte om toppen van hennepplanten voor louter industrieel
gebruik te telen en te verwerken? En in welke zin wijkt dat af van de Nederlandse
regulering?
Antwoord 4
In Duitsland is het voor ondernemers die in aanmerking komen voor de steunmaatregelen
onder VO (EU) Nr. 1307/2013 toegestaan om soorten hennep te telen die op de EU-lijst
van vezelhennep staan, met uitzondering van twee soorten hennepzaad uit Polen (Bialobrzeskie
en Carmagnola). Vezelhennep heeft een THC waarde van minder dan 0,2%. Er geldt in
Duitsland een meldplicht voor de teelt van hennepplanten. In Duitsland moet de producent
na verwerking ervoor zorgen dat het product niet als softdrugs gebruikt wordt, door
aan te tonen dat de THC niet makkelijk te extraheren is. Dit is echter niet gedefinieerd,
waardoor het voor de ondernemer onduidelijk is of het eindproduct legaal of illegaal
is. Er zijn geen onderdelen van de hennepplant gespecificeerd. Het gebruik van henneptoppen
voor industriële toepassingen is in Duitsland dus in beginsel toegestaan.
In Nederland is in het Opiumwetbesluit opgenomen dat vezelhennep voor twee doelen
mag worden geteeld en gebruikt, namelijk voor de winning van vezel óf voor de vermeerdering
van zaad voor de productie van vezelhennep.
De teelt van hennep wordt op internationaal niveau gereguleerd door het Enkelvoudig
verdrag inzake verdovende middelen. Hierin is opgenomen dat de teelt van hennep voor
industriële doeleinden (vezel en zaad) en tuinbouwdoeleinden uitgesloten is. Deze
toepassingen zijn dus vrijgesteld. De bepalingen in dat verdrag zijn echter op verschillende
manieren geïnterpreteerd. Als onderdeel van mijn juridische verkenning naar de mogelijkheden
om de toppen van de vezelhennepplant industrieel te kunnen gebruiken, kijk ik onder
andere naar de interpretatie die Duitsland op dit punt geeft aan het Enkelvoudig verdrag
inzake verdovende middelen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het zonde is dat deze toppen niet gebruikt kunnen worden en
er daardoor een reële mogelijkheid op meer werkgelegenheid in Oost-Groningen verloren
gaat?
Antwoord 5
Industriële toepassingen die bijdragen aan innovatie en werkgelegenheid hebben in
het algemeen de steun van het kabinet. Het gaat hier echter om een product dat gereguleerd
is in de Opiumwet. Hiervoor onderzoek ik momenteel de juridische mogelijkheden. Zie
verder het antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Bent u bereid meer ruimte te bieden om het gebruik van de toppen van hennepplanten
toe te staan, zodat er meer banen bij komen in een gebied waar dat heel hard nodig
is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.