Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Graaf , Aartsen en Van der Molen over de werkwijze van het NPO-fonds
Vragen van de leden Van der Graaf (ChristenUnie), Aartsen (VVD) en Van der Molen (CDA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de werkwijze van het NPO-fonds (ingezonden 27 februari 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 10 april
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Wie de subsidie geeft dat is geheim»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de werkwijze van het NPO-fonds niet transparant is en het risico
met zich mee brengt dat de procedure ruimte laat voor willekeur en belangenverstrengeling?
Antwoord 2
Het NPO-fonds is door NPO gestart als geoormerkt geld binnen de eigen begroting met
aandacht voor Nederlandse documentaires, drama en andere culturele mediaproducties.
De raad voor bestuur van de NPO heeft dit initiatief genomen nadat het Stimuleringsfonds
Nederlandse culturele mediaproducties (beter bekend als het Mediafonds) per 1 januari
2017 is opgeheven. Het is in die zin dan ook geen cultuurfonds zoals bijvoorbeeld
het Nederlandse Filmfonds.
De werkwijze en procedure van het NPO-fonds is voor verantwoordelijkheid van de raad
van bestuur van de NPO. Daarbij dienen de kwaliteit en onafhankelijkheid van de beoordeling
van aanvragen voorop te staan. Het vertrouwen daarin is gediend met zoveel mogelijk
transparantie. De NPO geeft aan ook voorstander van transparantie te zijn, maar vreest
dat met het opheffen van de anonimiteit van commissieleden zowel de kwaliteit van
de adviezen als de onafhankelijke beoordeling door commissieleden onder druk komen
te staan. De NPO heeft er daarom vooralsnog voor gekozen de anonimiteit te handhaven
en daaraan de mogelijkheid tot uitsluiting van commissieleden toe te voegen om de
kans op belangenverstrengeling te minimaliseren.
Vraag 3
Op basis van welke criteria wordt een aanvraag bij het NPO-fonds inhoudelijk beoordeeld?
Zijn deze criteria op dit moment openbaar? Deelt u de mening dat deze criteria wel
openbaar zouden moeten zijn?
Antwoord 3
De criteria voor het beoordelen van de aanvragen staan op de openbare website2 van het NPO-fonds.
Vraag 4
Op welke wijze wordt bij de beoordeling van de aanvragen en de verdeling van de middelen
van het NPO-fonds rekening gehouden met de weerspiegeling van de pluriformiteit van
onder de bevolking levende overtuigingen, opvattingen en interesses op maatschappelijk,
cultureel en levensbeschouwelijk gebied?
Antwoord 4
Het doel van het NPO-fonds – het stimuleren van hoogwaardige dramaproducties, documentaires
en talentontwikkeling – is niet gericht op weerspiegeling van de genoemde pluriformiteit.
Dit is namelijk de programmatische opdracht voor de gehele publieke omroep. Met het
NPO-fonds streeft de NPO wel nadrukkelijk na aanvragen te honoreren die rechtdoen
aan de diverse samenleving (geslacht, leeftijd, culturele achtergrond), zowel qua
onderwerpkeuze, als wat betreft crew en cast. Verder worden producties op toegevoegde
waarde getoetst: de betekenis van het project (inhoud en vorm) voor een divers video-
en audioaanbod, lineair en online. De producties die met een bijdrage van het NPO-fonds
zijn gemaakt, dragen in het totaal van de programmering bij aan de pluriformiteit
van de publieke omroep.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat leden van de adviescommissies die een advies moeten uitbrengen
aan de raad van bestuur van de NPO over een aanvraag bij het fonds ook zelf een aanvraag
bij het fonds kunnen indienen? Verhoogt dit niet het risico op belangenverstrengeling?
Vindt u het wenselijk dat leden van de adviescommissie soms moeten oordelen over een
aanvraag afkomstig van iemand die werkt voor eenzelfde producent?
Antwoord 5
Alleen landelijke publieke omroepen kunnen een aanvraag indienen. Makers kunnen alleen
voorstellen indienen bij een landelijke publieke omroep. Commissieleden kunnen in
voorkomende gevallen als makers of anderszins betrokken zijn bij aanvragen die een
landelijke omroep bij het NPO-fonds indient. Volgens de NPO worden commissieleden
echter in dat geval niet ingezet voor de beoordeling van de aanvragen en worden bovendien
volledig uitgesloten voor de beoordeling van andere aanvragen in die ronde. De NPO
ziet er op toe dat er geen sprake is van een vaste werkgever-werknemer relatie tussen
commissielid en producent.
Vraag 6
Welke mogelijkheden heeft een aanvrager om op inhoudelijke gronden een bezwaar in
te dienen tegen een afwijzing?
Antwoord 6
Belanghebbenden bij een besluit kunnen binnen zes weken nadat het besluit op de voorgeschreven
wijze bekend is gemaakt daartegen bezwaar maken bij de raad van bestuur van de NPO.3
Vraag 7
Wat vindt u van de kritiek van de geschillencommissie dat het NPO-bestuur de oordelen
van de adviescommissies te gemakkelijk overneemt, het bestuur dat doet zonder zich
er voldoende van te vergewissen dat die oordelen zorgvuldig tot stand zijn gekomen,
de inhoud inzichtelijk is en de conclusie onbetwistbaar?
Antwoord 7
Ik kan geen oordeel geven over de bevindingen van de geschillencommissie. Het is aan
het NPO-bestuur om uitspraken van de geschillencommissie te beoordelen en eventueel
ter harte te nemen.
Vraag 8, 9, 10 en 11
Wat vindt u ervan dat niet bekend wordt gemaakt welke deskundigen er deel uit maken
van een adviescommissie voor een specifieke aanvraag, waardoor het voor aanvragers
onduidelijk is wie de aanvraag inhoudelijk heeft beoordeeld?
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid
van deskundigen onvoldoende getoetst kan worden door belanghebbenden en de rechter,
en dat het van belang is dat de NPO aanvragers hierover beter informeert en meer transparantie
biedt?
Kunt u toelichten hoe het voor een aanvrager mogelijk is om een verzoek tot uitsluiting
van een lid van de adviescommissie in te dienen als niet bekend is welk commissielid
over een aanvraag adviseert?
Deelt u de mening dat de samenstelling van de adviescommissies openbaar moet worden
gemaakt, evenals hun nevenfuncties en achtergrond?
Antwoorden 8, 9, 10 en 11
Zie antwoord 2. Het NPO-fonds zal de reeds bestaande mogelijkheid tot
uitsluiting van commissieleden en de mogelijkheid om na een eerste afwijzing in gesprek
te gaan met een zich daartoe beschikbaar gesteld commissielid en de betreffende secretaris,
duidelijk op de website van het NPO-fonds vermelden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.