Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuik over het bericht dat sigaretten kopen onder de achttien te makkelijk blijft
Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat sigaretten kopen onder de achttien te makkelijk blijft (ingezonden 12 maart 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
5 april 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht in Vrij Nederland waaruit blijkt dat sigaretten
kopen onder de achttien te makkelijk blijft?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4
Wat is uw reactie op de bevinding van het onderzoek van de Universiteit Twente dat
een op de twee minderjarigen die poogt sigaretten te kopen daarin slaagt, en dat als
alle verkooppunten worden meegewogen de nalevingsgraad slechts 49% is? Deelt u de
mening dat dit onacceptabel laag is?
Welke cijfers ten aan zien van de nalevingsgraad van de leeftijdgrens bij tabaksverkoop
heeft u tot uw beschikking? Geven deze cijfers een reëel beeld van de werkelijkheid
en van de effectiviteit van genomen maatregelen?
In hoeverre ziet u een verbetering of verslechtering ten opzichte van het eigen onderzoek
dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in 2016 heeft laten
doen?
Antwoord 2, 3, 4
De Universiteit van Twente heeft op verzoek van de Onderzoeksredactie Tabak nalevingsonderzoek
verricht. Hierbij zijn minderjarige testkopers ingezet die in twee provincies in totaal
200 aankooppogingen hebben verricht. Uit het onderzoek bleek dat in 63% van de aankopen
om een ID werd gevraagd. Bij 49% van de aankooppogingen zijn tabaksproducten na het
vaststellen van de leeftijd geweigerd. Als deze cijfers representatief zouden zijn
voor heel Nederland, laat de naleving van de leeftijdsgrens op tabak inderdaad zeer
te wensen over. De naleving van de leeftijdsgrens op tabak dient 100% te zijn. Immers,
we willen met het oog op een rookvrije generatie voorkomen dat jongeren in aanraking
komen met tabaksproducten en verleid worden om deze te kopen en te gebruiken. Daarom
is het van groot belang dat verkooppunten voldoen aan de Tabak- en Rookwarenwet en
geen tabaksproducten aan jongeren verkopen.
De NVWA, die toezicht houdt op de Tabak en Rookwarenwet, laat elke twee jaar onderzoeken
hoe jongeren aan tabaksproducten komen. Op basis van dit onderzoek worden risicolocaties
in kaart gebracht die mede bepalend zijn voor de inspectiecontroles. Vooralsnog heb
ik de indicatie dat de naleving van de leeftijdsgrens op tabak op risicolocaties over
de afgelopen jaren over het algemeen is verbeterd. De maatregelpercentages op die
risicolocaties waren 20% in 2015, 18% in 2016 en 16% in 2017. Het beeld – dat gemiddeld
gebaseerd is op bijna 4000 controles per jaar – is dat er in die periode aandacht
is besteed aan het verbeteren van de naleving door de branches. Deze cijfers zijn
uiteraard niet te extrapoleren naar alle verkooppunten, maar geven wel een indicatie
dat de naleving op risicolocaties is verbeterd. Overigens is gebleken uit de jaarlijkse
rapportages van de NVWA dat de naleving met name in de horeca weliswaar wat verbeterd
is, maar sterk achterblijft (maatregelpercentage 25%) bij andere verkooppunten. Dit
heeft er mede toe geleid dat met het wetsvoorstel voor het uitstalverbod (Kamerstuk
30 211, nr. 66) ook de verkoop van tabaksproducten via zelfbedieningsautomaten (per 2022) wordt
verboden. Dit betekent dat de verkoop van tabaksproducten in de horeca, met een Drank
en Horecawet vergunning, vanaf dat moment niet meer mogelijk is. Overigens is uit
het laatste onderzoek (Intraval 2016) gebleken dat steeds minder jongeren proberen
om tabak te kopen voor zichzelf (2% van de 14/15 jarigen en 9% van de 16/17 jarigen
in 2016, versus 4% en 14% in 2014).
Met het Nationaal Preventieakkoord, waarin de ambitie voor een rookvrije generatie
in 2040 is vastgelegd, zijn effectieve maatregelen voorgesteld om de beschikbaarheid
van tabaksproducten via verkooppunten verder te beperken. Naast een uitstalverbod
en een verbod op zelfbedieningsautomaten, is voorgesteld het aantal verkooppunten
te verminderen. Met deze en andere maatregelen uit het Nationaal Preventieakkoord
wordt beoogd dat in 2040 geen jongere meer begint met roken. Ik verwacht u in mei
2019 de handhavingsrapportage van de NVWA over 2018 en mijn reactie op deze rapportage
te kunnen aanbieden.
Vraag 5
Klopt het dat de Taskforce Naleving Leeftijdsgrens Tabak zelf de bezoeken van mysteryshoppers
aankondigde? Wat vindt u van deze werkwijze?
Antwoord 5
De Taskforce Naleving Leeftijdsgrens Tabak heeft laten weten dat zij via de branches
hebben gecommuniceerd dat verkooppunten in een tijdvak van 4 tot 8 weken controles
konden verwachten. Verkooppunten zijn dus niet op de hoogte gebracht van de precieze
datum van het bezoek van een mysterieshopper.
Ik ben gelet op artikel 5.3 van het FCTC Verdrag overigens op geen enkele manier betrokken
geweest bij dit onderzoek.
Vraag 6
Deelt u de mening dat onafhankelijke cijfers over naleving van de leeftijdsgrens bij
tabaksverkoop belangrijk zijn?
Antwoord 6
Ja, hiervoor heb ik de beschikking over handhavingscijfers van de NVWA.
Vraag 7
Herinnert u zich uw uitspraak tijdens het dertigledendebat van 29 mei 2018 dat u graag
bereid bent om een eigen onderzoek uit te voeren naar de vraag waar nu de nalevingsgraad
zit, als de
Kamer dat zou wensen?3
Antwoord 7
Tijdens het dertigledendebat heb ik toegezegd dat ik eigen onderzoek naar de naleving
op alcohol wil verrichten. Dit onderzoek en mijn reactie daarop hebt u vrijdag 16 maart
jl. ontvangen (Kamerstuk 27 565, nr. 174).
Vraag 8
Bent u bereid een dergelijk onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de nalevingsgraad
bij tabaksverkoop? Zo nee waarom niet? Zo ja, op welke termijn kunt u de Kamer hierover
informeren?
Antwoord 8
Omdat ik beschik over de handhavingscijfers van de NVWA ben ik niet voornemens extra
nalevingsonderzoek op tabak in te zetten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.