Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Verhoeven en Van Eijs over het bericht dat bedrijven websites als MijnBelastingdienst hebben ontdekt als jachtgrond voor persoonlijke gegevens
Vragen van de leden Verhoeven en Van Eijs (beiden D66) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Rechtsbescherming over het bericht dat bedrijven websites als MijnBelastingdienst hebben ontdekt als jachtgrond voor persoonlijke gegevens (ingezonden 21 februari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
4 april 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Bedrijven hebben websites als MijnBelastingdienst ontdekt
als jachtgrond voor persoonlijke gegevens»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Aan welke eisen moeten verhuurders of makelaars voldoen wat betreft de hoeveelheid
gegevens die gevraagd mogen worden van een potentiele huurder of koper?
Antwoord 2
Verhuurders of makelaars moeten voldoen aan de eisen die de AVG stelt aan de verwerking
van persoonsgegevens. Dit betekent onder andere dat zij niet meer gegevens aan huurders
of kopers mogen vragen dan nodig is voor de beoordeling van de situatie en deze niet
langer mogen bewaren dan daarvoor nodig is.
Verder moeten zij zich houden aan regels in sectorale wetgeving die bepalen welke
gegevens gevraagd mogen worden voor het beoordelen van een situatie van een huurder
of koper.
Vraag 3
Wat is uw mening over de huidige situatie waarin mensen aan tal van verhuurders grote
hoeveelheden gegevens moeten aanleveren als zij op zoek zijn naar een woning?
Antwoord 3
Ik maak mij daar zorgen over, ook omdat huurders of kopers zich gezien de huidige,
gespannen woningmarkt vaak in een zodanige afhankelijkheidsrelatie met de verhuurder
of makelaar bevinden dat zij zich gedwongen voelen om meer gegevens te verstrekken
dan zij eigenlijk willen. Daar komt bij dat huurders of kopers, in tegenstelling tot
verhuurders en makelaars, vaak niet precies op de hoogte zijn van wat wettelijk mag
en moet. Het risico is dat verhuurders en makelaars daar misbruik van maken. Daarom
zijn huurders en verhuurders, op initiatief van de Minister van BZK, met elkaar in
gesprek gegaan om de screening van huurders te standaardiseren. Dit moet dergelijke
excessen tegengaan.
Vraag 4
Acht u het wenselijk om additionele eisen te stellen aan de gegevens die verhuurders
of makelaars mogen vragen?
Antwoord 4
De AVG biedt hiervoor een duidelijk kader en de Autoriteit Persoonsgegevens houdt
hierop toezicht.
Tegelijkertijd gaat het hier om nieuwe, innovatieve toepassingen die burgers in staat
stellen om door de overheid vastgelegde persoonsgegevens digitaal te delen met organisaties
buiten de overheid. Dat kan een verhuurder of makelaar zijn, maar ook een zorginstelling,
schuldhulpverlener, kinderopvanginstelling, sportvereniging of kerkgenootschap. Het
kabinet heeft in het regeerakkoord aangegeven de burger meer regie op zijn persoonsgegevens
te willen geven en de ontwikkeling van dergelijke initiatieven te willen stimuleren.
Daar horen, aanvullend op de AVG, waarborgen bij dat burgers geen nadeel ondervinden
van het delen van hun gegevens. Ik onderzoek momenteel of hiervoor nadere (juridische)
kaders nodig zijn. Ik zal de Kamer vóór de zomer nader informeren over de kabinetsvoornemens
met betrekking tot regie op persoonsgegevens, zoals toegezegd in het nota-overleg
van 26 november jl. over de initiatiefnota van de leden Middendorp en Verhoeven inzake
online identiteit en regie op persoonsgegevens.
Specifiek als het gaat om de woningmarkt onderzoeken sectorpartijen (makelaars, verhuurbemiddelaars,
vastgoedmanagers en belangenverenigingen van huurders en woningzoekenden) in het kader
van de aanpak Goed Verhuurderschap (Kamerstuk 32 847, nr. 439) zelf hoe zij hun informatiebehoefte zo efficiënt mogelijk kunnen invullen, conform
de geldende kaders.
Vraag 5
Mogen bedrijven, zoals Huurpaspoort en Ockto, de data die zij ontvangen via MijnOverheid,
MijnBelastingdienst of MijnUWV doorverkopen aan derden of gebruiker voor advertenties?
Zo ja, acht u dit een wenselijke situatie?
Antwoord 5
Zij mogen deze gegevens niet zonder toestemming van de betrokkene doorverkopen of
anderszins verder verwerken.
Waar ik mij, zoals hierboven aangegeven, zorgen over maak is dat huurders of kopers
zich in een zodanige afhankelijkheidsrelatie bevinden dat zij zich gedwongen voelen
om hier mee in te stemmen en/of niet op de hoogte zijn van wat wettelijk mag en moet.
Het risico is dat verhuurders en makelaars daar misbruik van maken en dat is onwenselijk.
Vraag 6
Bent u van mening dat het controleren van dergelijke gevoelige gegevens ook middels
een overheidsportal zou moeten kunnen geschieden, waardoor mensen de gegevens zelf
niet hoeven te overhandigen, maar simpelweg gecontroleerd kan worden of iemand aan
bepaalde (inkomens)eisen voldoet?
Antwoord 6
Conform de AVG mogen niet meer gegevens worden verwerkt dan nodig is. Een oplossing
waarbij niet het concrete inkomen wordt gevraagd, maar slechts een indicatie of het
inkomen boven of onder een bepaald drempelbedrag ligt, heeft daarom inderdaad de voorkeur.
Deze oplossing is (technisch) echter nog niet overal toepasbaar.
De vraag of het delen van gegevens altijd door middel van een overheidsportal moet
plaatsvinden, is een andere. Waar het om gaat is dat een toepassing voor het delen
van gegevens met organisaties buiten de overheid voldoet aan de gestelde eisen als
vastgelegd in de AVG en eventuele aanvullende kaders (als bedoeld in het antwoord
op vraag 4). Een overheidsportal is dus niet per definitie een noodzakelijk onderdeel
van de oplossing.
Specifiek als het gaat om de woningmarkt loopt er momenteel een verkenning naar het
digitaliseren van de inkomenstoetsing door woningcorporaties, waarbij gebruik wordt
gemaakt van de overheidsportal MijnOverheid. De ervaringen die hiermee opgedaan worden
kunnen mogelijk ook breder worden toegepast dan de sociale huursector.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.