Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Staaij over het bericht dat christenvervolging in China verviervoudigd is
Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat christenvervolging in China verviervoudigd is (ingezonden 5 maart 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 26 maart 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Vervolging christenen in China verviervoudigd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u het bericht van de organisatie ChinaAid bevestigen, dat het aantal geloofsvervolgden
in China in het afgelopen jaar is gestegen van 223.200 naar een miljoen en dat meer
dan 5.000 christenen zijn gearresteerd? Hoe duidt u deze ontwikkeling?
Antwoord 2
Uit het rapport van ChinaAid blijkt dat in 2018 het aantal arrestaties en vervolgingen
van christenen in China ten opzichte van het jaar ervoor sterk is gestegen.
Deze ontwikkeling past in een breder beeld van toegenomen inperking van vrijheid van
religie en levensovertuiging en sinificatievan religie in China. Het toegenomen aantal vervolgingen hangt onder meer samen met
nieuwe Chinese wetgeving omtrent religieuze zaken, die op 1 februari 2018 van kracht
is geworden.2 De wetgeving verbiedt religieuze activiteiten van ongeregistreerde religieuze instellingen
en verplicht geregistreerde religieuze instellingen onder andere om «kernwaarden van
het socialisme te implementeren» en «sturing, toezicht en controles van relevante
organen van lokale overheden» te accepteren, waarbij overtreding in ernstige gevallen
bestraft kan worden met het intrekken van de registratie.3
De verwachting is dat deze ontwikkeling door zal zetten. In het werkrapport van de
Chinese regering, gepresenteerd tijdens de vergadering van het Nationale Volkscongres
(NPC) op 5 maart 2019, staat dat «het fundamentele beleid van de Partij met betrekking
tot religieuze zaken» volledig geïmplementeerd moet worden, dat religie «Chinees georiënteerd
moet zijn» en religieuze leiders zich actief in moeten zetten voor «economische en
sociale ontwikkeling». Op 12 maart 2019 benadrukte Xu Xiaohong, hoofd van het Nationale
Comité van het Chinese protestantse kerkgenootschap de «Patriottische Drie-Zelf Beweging»,
opnieuw de noodzaak tot sinificatie van het christelijke geloof, waarbij met name het «brandmerk van «buitenlandse religie»
van het Chinese christendom» geëlimineerd moet worden.4
Voor verdere duiding verwijs ik u naar mijn antwoorden op de vragen van de leden Van
der Staaij, Van Helvert, Koopmans, Voordewind en Kuzu over kerksluitingen in China
van 25 oktober 2018 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 406).
Vraag 3
Hoeveel kerksluitingen in China zijn u bekend, naast onder meer de Sionkerk in Beijing?5
Antwoord 3
Uit openbare bronnen blijkt dat naast de Sionkerk in Peking, er een groot aantal kerken
is gesloten in China. Officiële cijfers zijn niet bekend.
Vraag 4 en 5
Klopt het dat bescherming van de openbare orde, volksgezondheid en/of onderwijs soms
ten onrechte worden aangewend om de godsdienstvrijheid in China te beknotten, niet
alleen van christenen maar ook van Oeigoeren, zelfs al staat de Chinese Grondwet formeel
garant voor religieuze vrijheden?
In hoeverre handelen organisaties als de door de overheid gecontroleerde Patriotic
Religious Association conform de internationale afspraken en standaarden over godsdienstvrijheid?
Antwoord 4 en 5
Artikel 36 van de Chinese Grondwet, het artikel dat vrijheid van religie garandeert,
bevat enkele kwalificaties. Zo staat er in het grondwetsartikel dat de Chinese staat
«garant staat voor normale religieuze activiteiten», dat «niemand religie mag gebruiken
om activiteiten te ontplooien die de openbare orde verstoren, de gezondheid van burgers
in het geding brengen of een belemmering zijn voor het nationale onderwijssysteem»,
en dat «religieuze organisaties of zaken niet onder invloed mogen staan van buitenlandse
krachten». Chinese wetgeving biedt ruimte voor interpretatie over wat in het licht
van deze kwalificaties toelaatbaar is. In de praktijk betekent dit dat er in China,
en derhalve ook bij organisaties als de door de Chinese overheid gecontroleerde Patriotic Religious Association, niet gesproken kan worden van vrijheid van religie en levensovertuiging, zoals verankerd
in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag
inzake Burgerrechten en Politieke Rechten. Artikel 18 van de Universele Verklaring
van de Rechten van de Mens garandeert het recht van ieder mens op vrijheid van religie
of overtuiging. Verder bepaalt Artikel 18 lid 3 van het Internationaal verdrag inzake
burgerrechten en politieke rechten – een verdrag dat China wel heeft getekend maar
nog niet heeft geratificeerd – dat alleen de bescherming van de publieke veiligheid,
orde, gezondheid, moraal of de fundamentele rechten en vrijheden van anderen, aanleiding
kunnen zijn voor wettelijke beperkingen op vrijheid van religie.
Vraag 6
Wat is het resultaat van de Nederlandse inspanningen voor een algemene resolutie over
de vrijheid van religie en levensovertuiging tijdens de 73e Algemene Vergadering van
de Verenigde Naties?
Antwoord 6
De resolutie die mede door Nederland op 6 november 2018 tijdens de 44e bijeenkomst van de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties
werd ingediend over vrijheid van religie en levensovertuiging6 is aangenomen. Verder sprak, mede dankzij de Nederlandse inzet binnen de EU, een
vertegenwoordiger van Oostenrijk namens de EU een verklaring uit; hij deed een algemene
oproep de (grond)wettelijke basis voor de bescherming van de vrijheid van religie
te versterken en riep verder Staten op de aanbevelingen van de Universal Periodic Review(UPR) te implementeren.7 Op 17 december 2018 heeft de 73e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties deze algemene resolutie over vrijheid
van religie en levensovertuiging aangenomen.8
Vraag 7
Vormt de bescherming en bevordering van godsdienstvrijheid een integraal onderdeel
van de door Nederland te ontwerpen Chinastrategie?9 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Mensenrechten, waaronder het recht op vrijheid van religie en levensovertuiging, is
een van de prioriteiten van het buitenlands beleid van Nederland en zal daarmee dus
ook onderdeel zijn van de China-strategie.
Vraag 8
Blijft Nederland zich binnen de Europese Unie en de Verenigde Naties inspannen om
de inperking van godsdienstvrijheid in China, bijvoorbeeld via de annexatie of sloop
van kerken en de detentie van voorgangers, aan de kaak te stellen?
Antwoord 8
De rol van multilaterale fora voor inspanningen ter verbetering van de rechten van
de mens blijven van groot belang.
In EU-verband en binnen de Verenigde Naties zal Nederland zich blijven inzetten om
de mensenrechtensituatie in China aan de orde te stellen. Daarbinnen is vrijheid van
religie en levensovertuiging een belangrijk aandachtspunt.
Zo hebben de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU op 18 maart 2019 met de Chinese
Minister van Buitenlandse Zaken (Wang Yi) gesproken over de beleidsterreinen waarop
de visie van de EU en China uiteenloopt, waaronder mensenrechten, inclusief de vrijheid
van godsdienst.
Op 7 maart 2019 heeft Nederland tijdens de VN Mensenrechtenraad als een van de weinige
landen in een nationale verklaring zorgen geuit over de mensenrechtensituatie en heropvoedingskampen
in Xinjiang. Op 13 maart 2019 heeft er en marge van de Mensenrechtenraad mede op Nederlands initiatief een side event over de positie van de Oeigoeren plaatsgevonden. Dat deed Nederland samen met het
VK, Duitsland, de Verenigde Staten en Canada10.
In het kader van de Universal Periodic Review (UPR) van China van 6 november 2018 deed Nederland China de aanbeveling VN-organisaties
toegang te geven tot Xinjiang om het beleid daar in lijn te brengen met internationale
standaarden voor mensenrechten.
Bovendien is de mensenrechtensituatie in China aan de orde gesteld door Minister-President
Rutte tijdens het bezoek van de Chinese premier Li Keqiang op 15 oktober 2018.
Tevens zet Nederland in op een EU-China mensenrechtendialoog voorafgaand aan de aanstaande
EU-China top met vrijheid van religie en levensovertuiging als belangrijk agendapunt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.