Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Moorlag over de consumentenbescherming ingeval van faillissement van een bedrijf dat cadeaukaarten uitgeeft
Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de consumentenbescherming ingeval van faillissement van een bedrijf dat cadeaukaarten uitgeeft (ingezonden 25 februari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 25 maart
2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Boze klanten bedreigen personeel Intertoys vanwege computerstoring»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het zowel vanuit het oogpunt van de belangen en rechtszekerheid
van klanten als dat van het personeel van een winkel(keten) ongewenst is dat er geschillen
en onzekerheid over en risico op verval van het tegoed ontstaan bij het inwisselen
van cadeaubonnen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja. De consument moet voldoende geïnformeerd zijn over zijn rechten. De houders van
een cadeaubon van Intertoys kregen na de aankondiging van het faillissement van Intertoys
twee dagen de tijd om deze bon nog te gelde te maken. Een cadeaubon is een schuld
van de winkel die hem uitgeeft aan de consument die hem later bij een aankoop mag
gebruiken als betaalmiddel. Als een onderneming failliet wordt verklaard, mogen de
schuldeisers in de regel hun schulden niet meer zelfstandig verhalen. Dit betekent
dat de cadeaubonnen dan niet langer geldig zijn. Net als de andere schuldeisers, moeten
consumenten hun vordering (dat wil zeggen; het bedrag dat zij op basis van de cadeaubon
tegoed hebben) indienen bij de curator. Uiteindelijk verdeelt de curator de gelden
die er tijdens het faillissement bij het te gelde maken van alle vermogensbestandsdelen
van de failliet beschikbaar komen, volgens een bepaalde rangorde onder de schuldeisers.
Door de consumenten na de faillietverklaring nog korte tijd de gelegenheid te geven
om de cadeaubonnen uit te geven, is in het Intertoys faillissement op deze regel een
uitzondering gemaakt en hebben consumenten in feite voorrang gekregen boven de andere
schuldeisers.
De drukte in de winkels was groot. Op een bepaald moment trad een storing op, die
het inwisselen van de bonnen bemoeilijkte. Ik kan me voorstellen dat deze situatie
bij consumenten en het personeel van Intertoys voor onzekerheid en frustratie heeft
gezorgd. Het is echter onacceptabel dat een aantal klanten het personeel van Intertoys
vervolgens op een bedreigende wijze heeft benaderd.
Vraag 3
Deelt u de mening dat consumenten die cadeaubonnen hebben die zijn uitgegeven door
een bedrijf in geval van faillissement van dat bedrijf beter beschermd zouden moeten
worden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 4 en 5.
Vraag 4
Acht u het wenselijk om wet- of regelgeving zodanig aan te passen dat cadeaubonnen
als ware het zakelijke zekerheidsrechten op een deel van de boedel voortaan buiten
een faillissement kunnen worden gehouden? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 4
Een faillissement is een vervelende gebeurtenis voor het bedrijf, het personeel en
de schuldeisers, waaronder consumenten. De kans is klein dat een consument, die een
vordering heeft bij een failliet bedrijf, iets terugkrijgt. Niet alleen is er doorgaans
te weinig geld in de failliete boedel om alle schuldeisers terug te betalen, ook gaan
schuldeisers met zakelijke zekerheidsrechten en preferente schuldeisers voor bij het
uitbetalen van openstaande vorderingen.
Ik vind het niet opportuun om houders van cadeaubonnen door middel van zakelijke zekerheidsrechten
voorrang te geven op andere concurrente schuldeisers. Voorrang geven aan de ene schuldeiser
gaat per definitie ten koste van andere schuldeisers, omdat die daardoor weer later
in aanmerking komen voor een uitkering op hun vordering. Dit zou bijvoorbeeld ook
gelden voor consumenten met andere vorderingen, zoals een consument die al betaald
heeft voor een bestelling maar deze door het faillissement nooit zal ontvangen en
recht heeft op terugbetaling van zijn aankoopbedrag.
Vraag 5
Wat is uw mening over het verplicht stellen van onderbrengen van de aankoopbedragen
van cadeaubonnen op een separate rekening derdengelden, of het instellen van een garantiefonds
van aanbieders van cadeaubonnen om de uitstaande tegoeden van cadeaubonnen te garanderen
en zeker te stellen, zodat bij een faillissement de consument niet de dupe wordt?
Bent u bereid dat te bevorderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Er zijn twee soorten aanbieders van cadeaukaarten, namelijk (1) uitgevers van cadeaukaarten
die te kwalificeren zijn als een elektronischgeldinstelling (EGI) in de zin van de
Wet op het financieel toezicht (Wft) en (2) uitgevers die niet onder de Wft vallen.
De eerste groep uitgevers van cadeaukaarten betreft EGI’s in de zin van de Wft. Zij
zijn wettelijk verplicht om ervoor te zorgen dat uitstaande tegoeden zeker gesteld
zijn door ofwel een separate rekening bij een bank aan te houden voor die tegoeden,
of door een verzekering dan wel vergelijkbare garantie af te sluiten met een verzekeraar
of een bank voor die tegoeden. Eén uitgever van cadeaukaarten in Nederland heeft een
vergunning als EGI.
Daarnaast zijn er uitgevers van cadeaukaarten die EGI zijn, maar die zijn vrijgesteld
van de vergunningplicht. Voor vrijstelling gelden een aantal voorwaarden, waaronder
de voorwaarde dat de waarde van een individuele cadeaukaart onder de 150 euro blijft
en de totale uitstaande waarde aan cadeaukaarten niet meer dan 5 miljoen euro is.
Zowel vergunningplichtige als vrijgestelde EGI’s zijn verplicht om hun tegoeden verkregen
uit de uitgifte van cadeaukaarten veilig te stellen op de in de Wft voorgeschreven
wijze.2
De tweede groep cadeaukaarten wordt uitgegeven door partijen die geen EGI zijn in
de zin van de Wft. Dit betreft cadeaukaarten die uitsluitend in bedrijfsgebouwen van
de uitgever of binnen een beperkt netwerk van dienstverleners gebruikt kunnen worden.
Aanbieders van deze cadeaukaarten vallen buiten de reikwijdte van de Wft. Voor hen
geldt geen wettelijke verplichting om de uitstaande waarde van cadeaukaarten zeker
te stellen.
Bij faillissement van een dergelijke kleine aanbieder ontstaat weliswaar mogelijk
schade voor consumenten die een cadeaukaart van deze aanbieder nog niet hadden gebruikt,
maar de schade zal veelal beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat ik het wenselijk vind
dat ook aanbieders van cadeaukaarten die geen EGI zijn hun verantwoordelijkheid nemen
en er uit eigen beweging voor zorgen dat uitstaande gelden van cadeaubonnen veiliggesteld
zijn. Dat is ook in het belang van de branche zelf. De branche heeft aangegeven dat
de leden van de Stichting Keurmerk Cadeaukaarten en enkele andere grote aanbieders
een derdengeldenrekening hebben. Een wettelijke verplichting vind ik op dit moment
niet nodig, omdat de huidige situatie voorziet in voldoende bescherming van de consument,
waarbij met maatwerk tegemoet wordt gekomen aan de verscheidenheid aan cadeaukaarten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.