Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Tielen en Özdil over de berichtgeving over de Qatarese vestiging van NHL Stenden
Vragen van de leden Tielen (VVD) en Özdil (GroenLinks) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de berichtgeving over de Qatarese vestiging van NHL Stenden (ingezonden 18 februari 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
18 maart 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel getiteld «Op de vestiging in Qatar krijg je zo een Nederlands
diploma»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de in het artikel genoemde feiten aangaande het onderzoek van de
Inspectie van het Onderwijs, dat volgens het artikel sinds oktober 2018 loopt? Kunt
u de Kamer hierover een toelichting geven?
Antwoord 2
Ja. De inspectie heeft in de zomer van 2018 aangekondigd een onderzoek te doen naar
aanleiding van een in 2018 ontvangen signaal over het onderwijs dat wordt aangeboden
door NHL Stenden in haar international campus Stenden Qatar. Naar verwachting wordt
het onderzoek dit voorjaar afgerond. Indachtig de wettelijk vastgelegde zorgvuldigheidseisen
(waaronder hoor en wederhoor) verwacht de inspectie dit onderzoek in juni te kunnen
publiceren. Ik zeg u toe dit onderzoek naar uw Kamer te zullen sturen inclusief mijn
reactie.
Vraag 3
Deelt u de mening dat branche campuses een waardevol element kunnen zijn van onderwijsinternationalisering?
Antwoord 3
Het volledig verzorgen van Nederlandse opleidingen in het buitenland of het aanbieden
van onderwijs in het buitenland in structurele samenwerking met een Nederlandse instelling
kan de uitwisseling van studenten en docenten vergemakkelijken en biedt instellingen
de mogelijkheid om internationale netwerken te versterken. Het kan de profilering
van het Nederlandse hoger onderwijs in het buitenland een impuls geven. Daarbij vind
ik het van belang dat het aanbieden van onderwijs in het buitenland een bijdrage levert
aan de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het van belang is dat dit onderwijs van «Nederlandse kwaliteit»
dient te zijn als dit door Nederlandse onderwijsinstellingen wordt aangeboden?
Antwoord 4
Ja. Ook wanneer het op basis van een structurele samenwerkingsrelatie in het buitenland
aangeboden onderwijs op individuele basis vrijstellingen biedt voor een opleiding
die leidt tot een Nederlands diploma. Hieraan zijn voorwaarden gesteld waar uw Kamer
in 2012 over is geïnformeerd.2
Vraag 5
Hoe garandeert u dat onderwijs in het buitenland aan Nederlandse onderwijsinstellingen
van goede kwaliteit is?
Antwoord 5
Op verschillende manieren wordt gegarandeerd dat het onderwijs in het buitenland aan
Nederlandse onderwijsinstellingen van goede kwaliteit is. Indien een Nederlandse instelling
beoogt een buitenlandse nevenvestiging te openen van een Nederlandse opleiding, dus
een situatie waarbij een Nederlandse instelling een opleiding volledig in het buitenland
verzorgt, kan de Minister volgens de WHW daartoe toestemming verlenen onder de voorwaarde
dat (verdragsrechtelijk) wordt geregeld dat de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
(NVAO) en de inspectie toegang hebben tot de desbetreffende nevenvestiging om hun
taken uit te oefenen. Indien niet in de toegang van de NVAO en de inspectie tot de
opleiding wordt voorzien, kan de opleiding in het buitenland niet worden verzorgd.
Wanneer het een structurele samenwerkingsrelatie betreft waarbij een deel van het
onderwijs (tot maximaal 75%) in het buitenland wordt verzorgd en op basis waarvan
in Nederland vrijstelling voor bepaalde vakken kan worden verkregen, geldt dat in
Nederland de inspectie regulier toezicht houdt en de NVAO een reguliere opleidingsbeoordeling
uitvoert bij de Nederlandse opleiding. Tijdens de accreditatieprocedure van de Nederlandse
opleiding dient de NVAO in het bijzonder aandacht te schenken aan de werkwijze van
de examencommissie. De examencommissie dient immers zorgvuldige besluiten te nemen
met betrekking tot de eventuele vrijstellingen die worden verkregen voor het in het
buitenland gevolgde onderwijs. Indien het inspectieonderzoek daar aanleiding toe geeft
ga ik bezien of deze waarborgen afdoende zijn.
Vraag 6
Bent u bekend met de manier waarop de kwaliteit van het onderwijs aan de buitenlandse
vestigingen van NHL Stenden gedurende de afgelopen jaren is gecontroleerd? Kunt u
de Kamer hierover berichten?
Antwoord 6
De inspectie in februari 2012 een aantal herstelafspraken gemaakt met het College
van Bestuur van NHL Stenden. Naar het oordeel van de inspectie in mei 2014 is door
de instelling voldoende tegemoet gekomen aan deze afspraken en is het onderzoek afgesloten.
De NVAO accrediteert de Nederlandse opleiding en heeft daarin ook aandacht voor de
werkwijze van de examencommissie. De kwaliteit van het diploma wordt immers mede gegarandeerd
doordat de examencommissie zorgvuldige beargumenteerde besluiten dient te nemen over
elk afzonderlijk geval ten aanzien van vrijstellingen voor in het buitenland gevolgd
onderwijs. De NVAO heeft de betreffende opleidingen van NHL Stenden in Nederland zoals
te doen gebruikelijk in de afgelopen zes jaar beoordeeld.
Vraag 7
Heeft u signalen ontvangen dat de kwaliteit van andere buitenlandse vestigingen van
NHL Stenden en andere onderwijsinstellingen onder druk staat? Zo ja, kunt u de Kamer
daarover
berichten?
Antwoord 7
Er zijn geen signalen ontvangen over andere buitenlandse onderwijsactiviteiten van
Nederlandse hoger onderwijsinstellingen.
Vraag 8
Deelt u de mening dat deze affaire laat zien dat de lessen van de eerdere Yantai-affaire
onvoldoende zijn getrokken?
Antwoord 8
De RUG was voornemens volledige Nederlandse opleidingen te verzorgen aan een branch
campus in het Chinese Yantai. Zij zou daarvoor bij de Minister van OCW een aanvraag
hebben moeten indienen, op basis waarvan beoordeeld zou worden of aan alle in de wet
vastgelegde voorwaarden werd voldaan. Door het College van Bestuur van de RUG is besloten
een dergelijke aanvraag niet in te dienen omdat zij onvoldoende draagvlak zag bij
de Universiteitsraad voor de aanvraag.
NHL Stenden biedt in haar international campus Stenden Qatar al enkele jaren een traject
aan. Bij een dergelijk traject kan een deel van het onderwijs (tot maximaal 75%) in
het buitenland worden verzorgd.
Het door Stenden aangeboden traject en het indertijd door de RUG voorgenomen traject
zijn dus verschillend. Voor ik inga op de casus Stenden Qatar wil ik eerst het onderzoek
van de inspectie afwachten.
Vraag 9
Welke maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat het aanzien van internationalisering
wordt geschaad door dit soort affaires?
Antwoord 9
In de wet heb ik een groot aantal voorwaarden opgenomen waaraan een Nederlandse instelling
moet voldoen voordat ik toestemming verleen voor het verzorgen van een volledige opleiding
in het buitenland. Dat betreft onder meer voorwaarden ten aanzien van kwaliteitswaarborgen,
financiële en bestuurlijke stabiliteit en beheersbaarheid, maar ook voorwaarden om
de veiligheid en rechten van studenten en de academische vrijheid te borgen.
Voor het verzorgen van maximaal 75% van een opleiding in het buitenland in een structurele
samenwerkingsrelatie met een Nederlandse instelling zijn ook voorwaarden verbonden.
De in een beleidsnotitie opgenomen voorwaarden zijn in 2012 (opnieuw) gestuurd aan
alle instellingen voor hoger onderwijs.3 Uitgangspunt is dat de student in Nederland vrijstelling kan ontvangen voor het in
het buitenland gevolgde onderwijs. De kwaliteit van het diploma wordt gegarandeerd
doordat de examencommissie zorgvuldige beargumenteerde besluiten dient te nemen over
elk afzonderlijk geval ten aanzien van deze vrijstellingen.
Het is aan de Nederlandse instelling de kwaliteit van het buitenlandse onderwijs te
onderzoeken en blijvend verantwoordelijkheid te nemen voor deze kwaliteit. Indien
het inspectieonderzoek daar aanleiding toe geeft zal ik zo nodig overgaan tot verheldering
of aanscherping van deze regels.
Vraag 10, 11
Deelt u de mening dat fraude en omkoping die leiden tot een Nederlands diploma absoluut
ontoelaatbaar zijn?
Bent u bereid om buitenlandse vestigingen van Nederlandse onderwijsinstellingen per
direct te sluiten, indien blijkt dat het onderwijs van onvoldoende kwaliteit is en/of
als corruptie en fraude een rol blijken te spelen bij het verkrijgen van examenresultaten
en diploma’s?
Antwoord 10, 11
De waarde van het Nederlands diploma staat voor mij voorop. Als de diplomakwaliteit
in het geding is, zijn maatregelen nodig. Daarom is het ook van belang dat de inspectie
bij signalen die hierop wijzen, zorgvuldig onderzoek kan uitvoeren. Zoals eerder aangegeven
moet blijken uit dit onderzoek of in het onderhavige geval daadwerkelijk de waarborgen
voor het eindniveau en het verlenen van een diploma in het geding zijn.
Toelichting:
Aanvullend op eerdere vragen Futselaar (15/02), Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 1933 en van Bisschop (15/02), Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1934.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.