Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Laçin en Alkaya over Uber
Vragen van de leden Laçin en Alkaya (beiden SP) aan de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over Uber (ingezonden 24 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-Van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat),
            mede namens de ministers van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen
            15 maart 2019).
         
Vraag 1
            
Wat is uw reactie op de reeks ongevallen die recent zijn veroorzaakt door taxichauffeurs
               die voor Uber rijden?1
Vraag 5
            
Ziet u een relatie tussen de wijze waarop Uberchauffeurs (moeten) werken en het hoge
               aantal ongevallen dat door deze chauffeurs wordt veroorzaakt? Zo ja, welke maatregelen
               gaat u nemen om het ongevalrisico te verminderen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 1 en 5
            
Ieder verkeersslachtoffer is er een teveel. De politie onderzoekt momenteel de verschillende
               ongevallen. Op de uitkomsten daarvan kunnen wij niet vooruitlopen.
            
Vraag 2
            
Kunt u inzichtelijk maken bij hoeveel ongevallen Uberchauffeurs betrokken zijn sinds
               de introductie van de dienst in Nederland? Zo nee, waarom niet en bent u bereid om
               ervoor te zorgen dat dit alsnog inzichtelijk wordt?
            
Antwoord 2
            
Naar aanleiding van de ongevallen die recent hebben plaatsgevonden, heb ik de Stichting
               Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) gevraagd om onderzoek te doen
               naar ongevallen met taxi’s. Uit het onderzoek zou moeten blijken hoe vaak taxi’s betrokken
               zijn bij verkeersongevallen en – voor zover hierover gegevens beschikbaar zijn – een
               onderscheid gemaakt moeten worden naar locatie en leeftijd van de chauffeur. Onderscheid
               naar aanbieder lijkt niet mogelijk, omdat deze informatie niet geregistreerd wordt
               bij ongevallen. Ik zal uw Kamer informeren over de resultaten van het onderzoek.
            
Vraag 3
            
Wat vindt u van het «veiligheidsinitiatief» van Uber om alleen nog maar met chauffeurs
               te werken die minimaal 21 jaar oud zijn, gelet op het feit dat meerdere rijders die
               recent ongelukken veroorzaakt hebben die leeftijd (ruim) gepasseerd waren?2
Vraag 4
            
Bent u van mening dat het hele pakket van maatregelen dat Uber heeft doorgevoerd afdoende
               is om de veiligheid van deze dienst op acceptabel niveau te krijgen? Zo ja, waar baseert
               u dat op? Zo nee, welke maatregelen zijn volgens u nog meer nodig en hoe gaat u ervoor
               zorgen dat die doorgevoerd worden?
            
Antwoord 3 en 4
            
Zoals ik in antwoord op schriftelijke vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) van
               uw Kamer (Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, Aanhangsel 1336) heb aangegeven, zie ik de maatregelen die Uber heeft ingevoerd als een goede eerste
               stap. Zoals uit gegevens van de SWOV blijkt, is het (dodelijk) ongevalsrisico van
               jonge bestuurders (18–24 jaar) in algemene zin namelijk ruim vijf keer zo hoog als
               van automobilisten tussen de 30 en 59 jaar.3 De maatregelen zijn daarmee een zinvolle aanvulling op de voor alle taxichauffeurs
               wettelijk verplichte chauffeurskaart. Voor de aanvraag hiervan dient te worden beschikt
               over een rijbewijs, een vakbekwaamheidsdiploma van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
               (CBR), een geneeskundige verklaring en een verklaring omtrent het gedrag.
            
Vraag 6
            
Wat is uw reactie op het bericht dat grote groepen Uberchauffeurs niet of onvoldoende
               verzekerd rondrijden?4
Antwoord 6
            
Ik kan geen stellige uitspraken doen over de omvang van het probleem, maar ongeacht
               de omvang zou dit niet zich mogen voordoen. Buiten het feit dat het zonder meer onacceptabel
               is als taxichauffeurs bewust in strijd met de wet handelen, worden hiermee financiële
               risico’s afgewenteld op derden. Als deze chauffeurs ongevallen met grote schades veroorzaken,
               zal een groot deel van hen ongetwijfeld niet de financiële middelen hebben om de benadeelde
               partij (volledig) schadeloos te stellen. Het Waarborgfonds Motorverkeer (WBF) zorgt
               dan voor de schadeloosstelling van de benadeelde partij. Het WBF wordt bekostigd door
               een opslag op de premie voor motorrijtuigverzekeringen van de overige weggebruikers
               die wel aan hun verzekeringsplicht voldoen. Het WBF kan de uitgekeerde schadeloosstelling
               weliswaar verhalen op de onverzekerde taxichauffeur, maar de ervaring leert dat dit
               vaak maar gedeeltelijk lukt vanwege de financiële situatie van de veroorzaker van
               het ongeval.
            
Vraag 7
            
Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat Uber alleen nog maar goed verzekerde
               chauffeurs voor hun platform laat rijden?
            
Antwoord 7
            
Uber heeft aangegeven dat de chauffeur bij aanmelding verzekeringspapieren moet overleggen,
               evenals bij vernieuwing of verlenging van een verzekering. In aanvulling hierop controleert
               Uber twee keer per maand via de registers van de Dienst Wegverkeer (RDW) of het voertuig
               nog als verzekerd staat geregistreerd. Bovendien vraagt Uber om een bewijs van verzekering
               op te sturen als uit informatie van Uber blijkt dat een verzekering op korte termijn
               afloopt. Doet een chauffeur dit niet, dan wordt de toegang geblokkeerd.
            
Strafrechtelijke handhaving van onverzekerde motorrijtuigen vindt plaats door de RDW
               en politie onder verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie (OM). Het OM bepaalt
               welke capaciteit er wordt ingezet voor de handhaving van de Wet aansprakelijkheidsverzekering
               motorrijtuigen en waar prioriteiten worden gelegd.
            
Vraag 8
            
Wat is uw reactie op het feit dat het voor taxichauffeurs steeds moeilijker wordt
               om goed verzekerd de weg op te gaan?5
Antwoord 8
            
Het is mij bekend dat de premies voor taxiverzekeringen al enige tijd stijgen en voorwaarden
               strikter worden. Op de achtergronden en mogelijke oorzaken daarvan is de Minister
               van Financiën reeds ingegaan in zijn beantwoording van 27 augustus 2018 van schriftelijke
               vragen van de het lid Van der Linde (VVD) (Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, Aanhangsel 3004) en het lid Alkaya (SP) (Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, Aanhangsel 3003) van uw Kamer.
            
Vraag 9
            
Bent u het eens met de voorzitter van Stichting Taxibelangen Nederland dat er een
               acceptatieplicht voor taxiverzekeringen moet komen om ervoor te zorgen dat alle taxichauffeurs
               voor een fatsoenlijke prijs verzekerd de weg op kunnen? Zo ja, wanneer kan de Kamer
               het voorstel tegemoet zien waarmee dit geregeld wordt? Zo nee, hoe moeten taxi’s dan
               voor een zodanig redelijke prijs verzekerd worden dat er nog geld verdiend kan worden
               met taxiwerk?
            
Antwoord op vraag 9
            
Een acceptatieplicht voor verzekeraars is een zeer zwaar middel. Verzekeraars zouden
               dan gedwongen kunnen worden categorieën taxichauffeurs te accepteren die een bijzonder
               hoog risico vormen, wat de hoogte van de premies voor andere taxichauffeurs verder
               kan opdrijven. Overigens hebben verzekeraars wat betreft moeilijk verzekerbare risico’s
               ook zelf verantwoordelijkheid genomen door de verzekeraar «De Vereende» op te richten.
               Bij De Vereende kunnen onder meer taxichauffeurs terecht die bij andere verzekeraars
               zijn geweigerd.
            
Het van overheidswege vaststellen van een premie achten wij evenmin aan de orde. Nog
               afgezien van de juridische uitvoerbaarheid, zouden in de eerste plaats verzekeraars
               daarmee gedwongen kunnen worden om verliezen te nemen die zij moeten afwentelen op
               andere categorieën verzekerden. Voorts is de hoogte van de door verzekeraars vastgestelde
               premies gerelateerd aan daadwerkelijk veroorzaakte schades. Het is dan redelijk dat
               de taxibranche in Nederland die kosten ook zelf draagt.
            
Vraag 10
            
Kunt u inzichtelijk maken welk percentage van het aantal chauffeurs dat met Uber werkt
               afhankelijk of grotendeels afhankelijk is van de inkomsten van hun werk voor deze
               dienst? Zo nee, waarom niet en bent u bereid om deze gegevens alsnog inzichtelijk
               te maken?
            
Antwoord 10
            
Uit in 2018 in opdracht van Uber door onderzoeksbureau Ipsos verricht onderzoek blijkt
               dat 37% van de bevraagde chauffeurs ook taxivervoer verricht voor of via andere bedrijven.
               Het is aannemelijk dat in ieder geval die chauffeurs niet volledig afhankelijk zijn
               van inkomsten die via het Uber-platform worden verworven.
            
Vraag 11
            
Deelt u de mening dat er sprake is van oneerlijke concurrentie als online platforms,
               zoals Uber, niet aan dezelfde eisen hoeven te voldoen als reguliere aanbieders van
               een betreffende dienst; in dit geval taxiritten?
            
Antwoord 11
            
Er is geen sprake van ongelijke regelgeving en daarmee evenmin van oneerlijke concurrentie.
               Alle taxichauffeurs en -ondernemers moeten namelijk aan dezelfde landelijke eisen
               voldoen. Dit betreft onder meer bezit van een ondernemersvergunning taxi, de chauffeurskaart
               (waarvoor onder meer een rijbewijs, geneeskundige verklaring, verklaring omtrent het
               gedrag en een vakbekwaamheidsdiploma van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
               nodig zijn), een gekeurd taxivoertuig voorzien van een boordcomputer taxi en regelgeving
               met betrekking tot arbeids- en rusttijden. Dat gemeenten bevoegd zijn om op de opstapmarkt
               aanvullende regels te stellen aan de herkenbaarheid van taxivoertuigen, aan bijvoorbeeld
               de lokale stratenkennis van taxichauffeurs en over het indienen en behandelen van
               klachten maakt dit niet anders. De gemeentelijke taxiregels zijn immers van gelijke
               toepassing op alle aanbieders die ervoor kiezen om op de opstapmarkt taxivervoer aan
               te bieden en niet van toepassing op aanbieders die ervoor kiezen om uitsluitend op
               de bestelmarkt taxivervoer aan te bieden.
            
Vraag 12
            
Wat is uw reactie op het voorstel van de voorzitter van het Koninklijk Nederlands
               Vervoer om de verschillen tussen rijders van Toegelaten Taxi Organisaties en Uber
               gelijk te trekken zodat sancties bij overtredingen of ongelukken voor beide typen
               rijders hetzelfde worden?6
Antwoord 12
            
We vinden het van belang dat het gelijk speelveld altijd geborgd is. Niet voor niets
               gelden – zoals in antwoord op vraag 11 is aangegeven – voor alle aanbieders op de
               opstapmarkt dezelfde taxiregels, evenals voor alle aanbieders op de bestelmarkt. Het
               is aan de gemeente om op zodanige wijze invulling te geven aan de lokale bevoegdheden
               dat in de uitvoering daarvan geen ongewenste verschillen ontstaan. Bij verkeersovertredingen
               en -ongelukken vindt sanctionering plaats op grond van verkeersregelgeving en het
               strafrecht. Deze regelgeving kent geen onderscheid tussen de opstap- en bestelmarkt.
            
Vraag 13
            
Heeft u contact met overheden uit andere Europese landen om te bezien welke maatregelen
               zij hebben genomen of voornemens zijn te nemen tegen de uitwassen van Uber? Zo ja,
               welke maatregelen nemen andere Europese overheden die wij in Nederland nog niet hebben
               genomen en overweegt u die alsnog ook in Nederland in te zetten? Zo nee, waarom niet
               en bent u bereid om contact hierover te leggen met andere Europese overheden?
            
Antwoord 13
            
Hoewel we de ontwikkelingen in andere Europese landen in de gaten houden, vinden we
               het van belang om de beslissing om bepaalde maatregelen te nemen te baseren op de
               specifieke, Nederlandse situatie. Op dit moment voer ik het in mijn brief aan uw Kamer
               van 30 augustus jl. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, 31 521, nr. 105) aangekondigde overleg met gemeenten naar de meest effectieve mix van bevoegdheden
               en instrumenten (van Rijk en gemeenten) om integraal problemen aan te pakken die met
               het taxivervoer verband houden.
            
Vraag 14
            
Wat is uw reactie op de oproep van de voorzitter van Veilig Verkeer Nederland dat
               Uber eigenlijk van de weg verbannen moet worden?7
Antwoord 14
            
We constateren dat Veilig Verkeer Nederland (VVN) in overleg met Uber een training
               «sociaal weggedrag» heeft ontwikkeld als onderdeel van het in vraag 4 bedoelde pakket
               aan maatregelen. We waarderen het zeer dat VVN op deze manier bereid is een bijdrage
               te leveren aan het verbeteren van de verkeersveiligheid in de taxibranche.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- 
              
                  Mede namens
 C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- 
              
                  Mede namens
 W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
