Schriftelijke vragen : Een uitleg van de Bibob-toets
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over een uitleg van de Bibob-toets (ingezonden 27 februari 2019).
Vraag 1
Kent u het artikel «Vergissing Raad van State met grote gevolgen»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat gemeenten om bijvoorbeeld ondermijning tegen te gaan omgevingsvergunningen
moeten kunnen weigeren indien de aanvrager al in het kader van de bouwactiviteiten
meerdere strafbare feiten pleegt? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de mening dat als iemand stelselmatig wet- en regelgeving overtreedt bij het
bouwen van bouwwerken, deze omstandigheid aanleiding kan zijn om te vrezen dat diegene
zich dan ook niet aan de voorwaarden van een omgevingsvergunning zal gaan houden?
Zo ja, deelt u dan ook de mening dat de genoemde stelselmatige overtredingen een grond
voor het weigeren van een omgevingsvergunning moeten kunnen zijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Acht u het mogelijk dat de wet- en regelgeving ten aanzien van de Wet Bevordering
integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) onduidelijk is ten
aanzien van de vraag of strafbare feiten tijdens de bouw op grond van bijvoorbeeld
de Wet arbeid vreemdelingen, de Wet Milieubeheer of het Asbestverwijderingsbesluit
al dan niet overeenkomen of samenhangen met de activiteiten waarvoor de omgevingsvergunning
voor bouwen wordt aangevraagd? Zo ja, acht u een verduidelijking van deze wet- of
regelgeving dan op zijn plaats? Zo nee, waarom niet? Hoe verhoudt zich dat tot de
wijze waarop rechterlijke instanties hier klaarblijkelijk verschillend over oordelen?
Vraag 5
Acht u het mogelijk dat, als de in het artikel aangehaalde uitspraak van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State een bestendige lijn gaat vormen, dat er
dan ten minste onduidelijkheid kan ontstaan of gemeenten op basis van tijdens de bouw
gepleegde overtredingen van wet- en regelgeving nog wel een omgevingsvergunning mogen
weigeren? Zo ja, acht u het wenselijk om de wetgeving in die zin te verduidelijken
dat dit voortaan wel een grond voor een dergelijke weigering is? En zo ja, kunt u
dit in uw ondermijningswetgeving meenemen? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?
Vraag 6
Kunt u bovenstaande vragen voor het algemeen overleg over georganiseerde criminaliteit/ondermijning
van 14 maart 2019 beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.