Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rudmer Heerema over het bericht 'Verval in de gymzaal: kapotte trampolines en turnbruggen'
Vragen van het lid RudmerHeerema (VVD) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht «Verval in de gymzaal: kapotte trampolines en turnbruggen» (ingezonden 6 februari 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 26 februari
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat de helft van de Nederlandse gymdocenten weleens
werkt met afgekeurd sportmateriaal omdat de materialen niet op tijd vervangen worden?1 Zo ja, klopt het geschetste beeld?
Antwoord 1
Ik ben bekend met dit bericht. Zie voorts het antwoord op vraag 3.
Vraag 2
Deelt u de mening dat bewegingsonderwijs van groot maatschappelijk belang is en daarom
op iedere school gegeven moet worden? Zo ja, deelt u de mening dat de veiligheid van
leerlingen voorop staat en dat veilig en goed gymmateriaal uiterst belangrijk is voor
het geven van goed bewegingsonderwijs? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja, die mening deel ik, twee van de kerndoelen voor het po zien op bewegingsonderwijs.
Ik vind het zeer onwenselijk dat bij het geven van bewegingsonderwijs soms gebruik
wordt gemaakt van afgekeurde materialen, het is een taak van het schoolbestuur om
ervoor te zorgen dat dit niet gebeurt. Ieder kind verdient een veilige leeromgeving,
hier dient de school zorg voor te dragen. Zie voorts het antwoord op vraag 6.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoeveel scholen last hebben van de geschetste situatie? Heeft u inzicht
in hoeveel scholen door deze situatie niet in staat zijn om voldoende of goed bewegingsonderwijs
te geven? Zo ja, om hoeveel scholen gaat het? Zo nee, kunt u uitzoeken of er scholen
zijn die door slecht gymmateriaal niet in staat zijn bewegingsonderwijs te geven?
Antwoord 3
Uit onderzoek van het Mulierinstituut blijkt dat in het schooljaar 2016/2017 80 procent
van de schoolleiders (n=788) tevreden was met het beschikbare materiaal. 16 procent
was hier ontevreden over en 4 procent vond dit slecht.2 Ik heb geen inzicht in hoeveel scholen exact te maken hebben met materialen die niet
volledig voldoen. Met de actualisatie van het Bestuursakkoord PO heb ik afgesproken
om onderzoek te doen om op lokaal niveau de knelpunten in beeld te brengen voor scholen
om meer bewegingsonderwijs te realiseren. Wanneer dit onderzoek in de loop van 2019
wordt afgerond, wordt het aan de Kamer beschikbaar gesteld.
Vraag 4
Kunt u inzichtelijk maken of gemeenten genoeg middelen gereserveerd hebben voor het
vervangen van vervallen gymmaterialen? Kunt u in een tijdspad aangeven hoelang het
duurt om de ondeugdelijke gymmaterialen te vervangen?
Antwoord 4
Ik heb geen inzicht in de financiële situatie van gemeenten op dit niveau. Indien
de geschetste situatie zich in een gemeente voordoet, kan dit naar verwachting ook
het beste daar aan de orde worden gesteld. Zie ook het antwoord op vraag 5 en 6.
Vraag 5
Klopt het dat de gemeente een zorgplicht heeft en ervoor dient te zorgen dat de accommodatie
geschikt is en blijft voor onderwijsgebruik, en voldoet aan de wettelijke eisen? Zo
ja, hoe komt het dan dat sommige scholen met afgekeurd materiaal moeten lesgeven en
daardoor de veiligheid van leerling in het geding komt? Zo nee, wie is er verantwoordelijk?
Antwoord 5
Er zijn verschillende manieren waarop beschikbaarstelling en gebruik van accommodaties
voor bewegingsonderwijs plaats kan vinden. De school kan een eigen accommodatie beheren
en gebruiken, maar kan ook gebruik maken van een accommodatie die wordt beheerd door
de gemeente of in beheer is van een derde partij. In alle gevallen geldt dat de gemeente
verantwoordelijk is voor financiering van het gebruik en de instandhouding van de
accommodatie; deze bovengenoemde verantwoordelijkheid vloeit voort uit artikelen 117
en 136 van de Wet op het primair onderwijs (Wpo). Deze vergoeding dient redelijkerwijs
te voorzien in een goede instandhouding van de accommodatie. Gemeenten ontvangen hiervoor
middelen uit het Gemeentefonds, en in de modelverordening is een jaarlijkse prijsindexatie
vastgelegd. Ik wil niet speculeren over de verschillende oorzaken die kunnen leiden
tot de onwenselijke situatie dat scholen met deels ondeugdelijk materiaal werken.
Vraag 6
Klopt het dat het bestuur van de school ook verantwoordelijk is voor de veiligheid
van de werkplek van zijn personeel en de leeromgeving van de leerlingen? Deelt u de
mening dat het onduidelijk is waar de verantwoordelijkheden liggen? Graag een verduidelijkende
uitleg.
Antwoord 6
Allereerst zorgt het schoolbestuur voor de veiligheid en gezondheid van werknemers,
in lijn met artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet. In lijn met artikel 5 van de
Arbowet dient de school ook een risicoinventarisatie en -evaluatie uit te (laten)
voeren naar de gebouwen waarin het onderwijs wordt gegeven. Toezicht op de Arbowet
wordt uitgevoerd door de Inspectie SZW. Hiernaast dient het bevoegd gezag zorg te
dragen voor de veiligheid, waaronder de fysieke veiligheid, tijdens de schooldag,
in lijn met artikel 4c van de Wpo. Dit is ook opgenomen in het toezichtskader van
de Inspectie van het Onderwijs. Ik acht de verantwoordelijkheden van de verschillende
partijen hierin niet onduidelijk.
Vraag 7
Bent u bereid om in overeenstemming met gemeenten en schoolbesturen ervoor te zorgen
dat alle ondeugdelijke gymmaterialen op tijd vervangen worden zodat gymlessen altijd
door kunnen gaan?
Antwoord 7
Met bovengenoemd uit te voeren onderzoek kan ik meer inzicht geven in waar de in de
peiling geschetste situaties zich voordoen. Dat er vervolgens voor wordt gezorgd dat
ondeugdelijke materialen tijdig worden vervangen acht ik een taak van exploitanten
en gemeenten, al dan niet naar aanleiding van signalen van scholen. In laatste instantie
kan een college van B&W op dit onderwerp bevraagd worden door de Gemeenteraad.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.