Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Aartsen en Koopmans over het bericht dat de Egyptische ambassade het Couperushuis in Den Haag in verval laat
Vragen van de leden Aartsen en Koopmans (beiden VVD) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat de Egyptische ambassade het Couperushuis in Den Haag in verval laat (ingezonden 30 januari 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (ontvangen 22 februari 2019)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat Haagse ambassades, tevens vaak monumentale panden,
in verval raken?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat Nederlandse monumentale panden in verval
raken en niet onderhouden worden? Zo ja, kunt u dit nader toelichten? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Ja. Monumentale panden dienen onderhouden te worden, zowel met het oog op het behoud
van de monumentale waarde van het pand en het bijbehorende stadsbeeld, als op grond
van overwegingen die voor alle panden gelden, zoals de veiligheid in en rond het pand.
Vraag 3
Welke mogelijkheden zijn er binnen de kaders van internationale afspraken over diplomatieke
onschendbaarheid om gebruikers van de desbetreffende panden tot actie te bewegen?
Welke acties bent u voornemens te nemen?
Antwoord 3
De gemeente Den Haag is verantwoordelijk voor het toezicht op het onderhoud van monumentale
panden. Op grond van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer genieten panden
die in gebruik zijn voor een ambassade of voor de huisvesting van diplomaten onschendbaarheid.
Dit betekent dat zij niet zonder toestemming van de zendstaat betreden mogen worden.
De gemeente spreekt eigenaren van monumentale panden er wel op aan indien deze in
verval dreigen te geraken. Indien dit geen effect heeft, vraagt de gemeente het Ministerie
van Buitenlandse Zaken om de betreffende ambassade aan te spreken. Indien er geen
actie volgt, rappelleert het ministerie na overleg met de gemeente.
Vraag 4
Kunt u zich herinneren dat het kabinet op 3 november 2017 liet weten dat «de gemeente
Den Haag [...] momenteel vijf zaken in behandeling [heeft] op gebied van achterstallig
onderhoud aan een ambassadepand en [...] de betreffende ambassades hierover [heeft]
aangeschreven. Zeer onlangs heeft de gemeente het Ministerie van Buitenlandse Zaken
gevraagd om in drie van deze zaken bij te springen»?2 Wat is er sindsdien met deze zaken gebeurd?
Antwoord 4
Op basis van overleg tussen de gemeente Den Haag en het Ministerie van Buitenlandse
Zaken zijn deze vijf zaken met de ambassades meerdere malen besproken. In één geval
is de zaak meerdere malen onderwerp van direct overleg geweest met het Ministerie
van Buitenlandse Zaken van het betreffende land. Het gaat helaas vaak om langdurige
procedures, waarbij medewerking dan wel toestemming op allerlei niveaus nodig is.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken houdt op dit moment, op verzoek van de gemeente
Den Haag, nog overleg met vier ambassades over betreffende panden.
Vraag 5
Neemt de ambassade van Egypte op dit moment aantoonbaar concrete acties om verval
van het gebouw tegen te gaan (de ambassade van Egypte bevindt zich al twaalf jaar
in een erbarmelijke staat)? Zo ja, welke acties betreft dit? Zo nee, wat is hiervoor
de reden?
Antwoord 5
De ambassade van Egypte heeft in verschillende contacten met het Ministerie van Buitenlandse
Zaken de stappen, die genomen zijn en genomen worden, toegelicht. Op grond hiervan
is ons vertrouwen in een positieve uitkomst toegenomen.
Vraag 6
Kunt u aangeven bij welke andere ambassadegebouwen sprake is van dergelijk verval
aangezien uit het artikel blijkt dat de problematiek voor meerdere ambassadepanden
geldt, zoals die van Griekenland en Saoedi-Arabië?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 3. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken houdt geen toezicht
op het onderhoud, maar spreekt op verzoek van de gemeente ambassades aan. Er vindt
op dit moment overleg plaats tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken en vier
ambassades over betreffende panden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.