Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Remco Dijkstra en Rudmer Heerema over het bericht ‘Politie zoekt getuigen van levensgevaarlijke rit over wielerparcours’
Vragen van de leden RemcoDijkstra en RudmerHeerema (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid, voor Medische zorg en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Politie zoekt getuigen van levensgevaarlijke rit over wielerparcours» (ingezonden 17 januari 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) mede namens de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 19 februari 2019). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1474.
Vraag 1
Kent u het artikel «Politie zoekt getuigen van levensgevaarlijke rit over wielerparcours»?1 Bent u op de hoogte van berichten als «Politiebegeleiding juniorklassiekers op de
tocht»2 en «46e omloop NWO afgebroken wegens ongeval»?3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Onderschrijft u de noodzaak dat wielerkoersen voor de verkeersveiligheid goed beveiligd
moeten zijn? Deelt u de mening dat daarbij veel taken die in het verleden bij de politie
rustten, tegenwoordig ook door gekwalificeerde vrijwilligers (de zogenoemde motards)
gedaan kunnen worden? Wat is daarvoor nodig om dat veilig te kunnen uitvoeren?
Antwoord 2
In algemene zin geldt dat noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen getroffen moeten
worden, bijvoorbeeld parcoursafzettingen waar nodig. De regelgeving kent geen mobiele
verkeersregelaars naast de beroepsmatige weginspecteurs van Rijkswaterstaat en transportbegeleiders
van exceptioneel transport. Vrijwillige verkeersregelaars zijn alleen voor zeer eenvoudige
verkeersregelende handelingen, bijvoorbeeld op één kruispunt, en tijdens evenementen.
De tijdens het rijden verkeersregelende werkzaamheden van motards (naast begeleiding
van de koers zelf) zijn niet te beschouwen als eenvoudig. Motards zijn dan ook niet
bevoegd om verkeersregelend te handelen rijdend op een motor.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van initiatieven van de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging
(KNMV) en de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU) samen om bij wielerkoersen
in samenwerking met de politie diensten te verlenen door vrijwillige dynamische verkeersregelaars,
de zogenoemde motards?
Antwoord 3
Ja, maar dit strookt niet met de regelgeving zoals die op dit moment van toepassing
is. Bij de laatste wijziging in 2017 van de Regeling verkeersregelaars 2009 is over
de problematiek van de motards met de KNWU en NOC*NSF gesproken. Toen is met de partijen
gedeeld dat de motards (met als functie onder andere mobiel het verkeer regelen) buiten
de kaderstelling van de Regeling verkeersregelaars 2009 vallen. Motards zijn niet
bevoegd om verkeersregelend te handelen rijdend op de motor. Zij mogen alleen statisch
verkeersregelend optreden als ze zijn aangesteld als verkeersregelaar en onder toezicht
staan van de politie. Tussen twee locaties rijdend zijn ze verkeersdeelnemer.
Vraag 4
Deelt u de mening dat mogelijk aanpassing van artikel 58a lid 4 van het Besluit administratieve
bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) ervoor kan zorgen dat (beroeps-)verkeersregelaars
een wettelijke basis kunnen verkrijgen en dat dit kan helpen in de uitvoering van
hun taken?
Antwoord 4
De werkzaamheden en bevoegdheden van (evenementen- en beroeps)verkeersregelaars zijn
expliciet vastgelegd. Vermeende mobiele verkeersregelaars functioneren in strijd met
deze regelgeving. Vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid is een bewuste keuze gemaakt
om behoudens weginspecteurs van Rijkswaterstaat in het kader van incidentmanagement,
mobiel verkeersregelend handelen niet toe te staan.
Vraag 5
Is het waar dat door een terugtrekkende politie vanaf 2020 wellicht nog maar de helft
van alle wielerkoersen in Nederland doorgang kan vinden omdat de politie keuzes moet
maken en afwezig blijft? Is dit een wenselijke ontwikkeling? Zijn er methoden om dat
te voorkomen door inzet van derden? Welke mogelijkheden zijn er om de politie voortaan
meer te laten optreden als regisseur dan als uitvoerder, waarbij de politie de beroepsverkeersregelaars,
de vrijwilligers en andere betrokkenen onder begeleiding aanstuurt en zelf een stap
terug doet?
Antwoord 5
In overleg met de KNWU is de wielerkalender voor 2019 geanalyseerd op de noodzakelijkheid
van politie-inzet. Van oudsher werd in principe iedere aanvraag voor begeleiding gehonoreerd.
Door de groeiende inzet van politie bij wielerrondes kwamen andere belangrijke taken
op het gebied van verkeershandhaving steeds meer in het gedrang. De KNWU en de politie
hebben de organisatoren van wielerrondes onder auspiciën van de KNWU verzocht te kijken
naar andere vormen van koersen (bijvoorbeeld koersen op semi-afgesloten parcours)
waardoor minder politie-inzet noodzakelijk is. Hierdoor kan de politie weer beter
haar andere taken op het gebied van verkeershandhaving vervullen.
Het streven van de KNWU en de politie is om in 2020 alle lagere categorieën wielerrondes
te laten rijden op afgesloten omlopen en de inzet van politie met 50% te reduceren.
Daarbij is dan een grotere inzet van bebording en van (vrijwillige) verkeersregelaars
noodzakelijk om de veiligheid te waarborgen. Deze verantwoordelijkheid ligt bij de
organisaties van wielerrondes, waarbij zij dienen te voldoen aan de vergunningsvoorwaarden
en verkeersveiligheidsbepalingen.
Vraag 6
Sommige Provincies, zoals Limburg, kennen veel koersen, hetgeen waarde toevoegt voor
het gebied, bewoners, ondernemers, gasten en wielerrecreanten; is het denkbaar dat
organisatoren, om goede en veilige koersen te behouden, een financiële bijdrage leveren
aan de politie om de noodzakelijke taken toch gedaan te krijgen?
Antwoord 6
Organisatoren van wielerkoersen zijn verantwoordelijk voor een veilig verloop van
hun evenementen. Een belangrijk instrument dat de organisatoren daartoe ter beschikking
hebben is de inzet van evenementenverkeersregelaars. De politie heeft hier een toezichthoudende
rol. De overheid is primair verantwoordelijk voor openbare orde en veiligheid. Het
kabinet is daarom eerder niet overgegaan tot wetgeving inhoudende doorbelasting van
politiekosten. Er is geen reden dit standpunt te wijzigen. De politie ervaart bij
het uitvoeren van haar toezichthoudende rol, een reguliere taak van de politie, geen
knelpunten.
Vraag 7
Wat zijn de mogelijkheden voor Stichting Verkeersregelaars Nederland (SVNL), KNWU,
Nederlandse Toer Fiets Unie
(NTFU) en Nederlands Olympisch Comité en de Nederlandse Sport Federatie (NOC-NSF)
om voorlichting te geven over veilig verkeersgedrag en daarmee voor zowel professionele,
als voor toertochten de verkeersveiligheid positief te beïnvloeden? Deelt u de mening
dat een gedragsverandering kan bijdragen aan het terugdringen van de politiebegeleiding?
Antwoord 7
Het geven van voorlichting in het algemeen is altijd goed. De effectiviteit daarvan
hangt af van onder andere de aard van de veiligheidsrisico’s die niet generiek te
beschrijven zijn, behoudens het oproepen tot oplettendheid en adequate bebording.
Goede begeleiding lijkt in alle gevallen gewenst. Een veilige koers is primair de
verantwoordelijkheid van de organisator. De overheid blijft daarnaast verantwoordelijk
voor de openbare orde en veiligheid, waarbij de politie in dit geval in een toezichthoudende
rol betrokken is.
Vraag 8
Nu geeft de KNWU wielerwedstrijden door aan de Landelijke Eenheid van de politie,
is dat een goede werkwijze, of kan het helpen dat lokale eenheden zelf bepalen welke
en hoeveel inzet zij plegen bij wielerevenementen, rekening houdende met de landelijke
politiestandaard?
Antwoord 8
Met ingang van het wedstrijdseizoen 2018 dient de aanvraag voor wielerbegeleiding
op één punt bij de politie gemeld te worden, namelijk een loket bij de Landelijke
Eenheid. Door deze werkwijze is de daadwerkelijke inzet ten behoeve van wielerwedstrijden
in beeld gekomen en kan ook centraal de ondersteuning aan regionale eenheden geregeld
worden. Naast het loket heeft de Landelijke Eenheid op grond van de Circulaire Bijzondere
Verkeerstechnische Begeleiding (VT) ook nog een uitvoerende taak voor geprioriteerde
wielerwedstrijden.
Vraag 9
Bent u bereid om de genoemde partijen aan te horen en te bezien welke problemen en
uitdagingen gezamenlijk opgelost kunnen worden als de inzet van politie minder wordt?
Antwoord 9
Ja. Ik vind het belangrijk om de mogelijke problemen goed in beeld te krijgen en gezamenlijk
mogelijke oplossingen te verkennen, ook waar het gaat om de inzet van motards. Uitgangspunt
daarbij moet wel steeds zijn dat elke optie kan bijdragen aan het vergroten van de
veiligheid van en rond wielerwedstrijden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.