Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Buitenweg over het fenomeen breast ironing
Vragen van het lid Buitenweg (GroenLinks) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het fenomeen breast ironing (ingezonden 30 januari 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 18 februari 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht dat in Groot Brittannië naar verluidt tientallen meisjes onderworpen
worden aan een pijnlijk Afrikaans ritueel om borstvorming te vertragen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven of deze praktijk ook in Nederland voorkomt? Is er onderzoek naar deze
praktijk gedaan? Zo nee, bent u bereid om hiernaar onderzoek te laten verrichten?
Zijn u andere, vergelijkbare praktijken bekend waarmee inbreuk wordt gemaakt op de
lichamelijke integriteit van vrouwen en meisjes?
Antwoord 2
Het valt niet uit te sluiten dat zulke praktijken ook in Nederland plaatsvinden. Deze
praktijken zouden in beeld moeten komen doordat professionals dit signaleren en hier
een melding van maken bij Veilig Thuis. Daarnaast is het mogelijk dat het slachtoffer
aangifte doet bij de politie. Zowel bij Veilig Thuis als bij de politie zijn dergelijke
gevallen niet bekend. Er hebben mij ook anderszins geen signalen bereikt dat dit zou
voorkomen in Nederland. Ik zie daarom geen reden om dit te onderzoeken.
Een voorbeeld van een andere praktijk waarmee inbreuk wordt gemaakt op de lichamelijke
integriteit van vrouwen en meisjes is meisjesbesnijdenis ofwel vrouwelijke genitale
verminking. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld, blijkt uit eerder onderzoek dat er ongeveer
29.000 vrouwen in Nederland zijn besneden en dat er naar schatting 40 tot 50 in Nederland
woonachtige meisjes een reëel risico om besneden te worden. Medio 2019 wordt een nieuw
prevalentie- en incidentieonderzoek verwacht.2
Vraag 3
Deelt u de mening dat dit vormen van kindermishandeling zijn? Zo ja, bent u bereid
om politie en openbaar ministerie te vragen extra opmerkzaam te zijn op dit soort
praktijken? Welke rol ziet u voor (huis)artsen?
Antwoord 3
Indien een vrouw of meisje onder dwang aan een ritueel om borstvorming te voorkomen
wordt onderworpen, is er sprake van mishandeling. Indien een minderjarige hiertoe
wordt gedwongen door haar ouder(s) of iemand anders ten opzichte van wie ze in een
relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, is er sprake van kindermishandeling
zoals gedefinieerd in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. «Borst strijken»
is daarmee strafbaar als vorm van (zware) mishandeling (300–302 Wetboek van Strafrecht).
Net als andere gekwalificeerde geweldsdelicten, wordt dit binnen de strafrechtketen
opgepakt. Binnen de politie is het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld
ingesteld. Dit centrum richt zich onder meer op de herkenning en aanpak van eerzaken.
Artsen hebben een zorgplicht voor kinderen en volwassenen die schade door kindermishandeling
en huiselijk geweld kunnen oplopen. Artsen zijn verplicht om de meldcode huiselijk
geweld en kindermishandeling te volgen bij signalen van geweld. Een arts kan bij Veilig
Thuis advies vragen bij een vertrouwensarts en bij vermoedens van ernstige kindermishandeling
en huiselijk geweld een melding doen bij Veilig Thuis.
Vraag 4
Bent u van mening dat een gerichte voorlichtingscampagne om dit soort vormen van kindermishandeling
te voorkomen en te bestrijden van belang kan zijn? Zo ja, bent u bereid hiertoe het
initiatief te nemen?
Antwoord 4
Voor wat betreft de aanpak van schadelijke traditionele praktijken ligt de coördinerende
rol en verantwoordelijkheid sinds mei 2018 bij het Ministerie van VWS. Eind 2018 is
door het Ministerie van VWS, in samenwerking met de betrokken ministeries, een expertsessie
georganiseerd met veldpartijen zoals het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating,
GGD GHOR Nederland, de politie, Movisie, Veilig Thuis en Femmes for Freedom. In deze
expertsessie zijn verschillende fenomenen aan bod gekomen en is besproken welke maatregelen
of instrumenten beschikbaar zijn, wat concrete knelpunten in de praktijk zijn en op
welke wijze deze kunnen worden weggenomen. In de komende periode worden de uitkomsten
van deze sessie, in goede samenwerking met de veldpartijen, verder uitgewerkt in concrete
acties en maatregelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.