Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het artikel ‘ €369.344 euro voor een rapport van honderd pagina’s dat in een la ligt’
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «€ 369.344 euro voor een rapport van honderd pagina’s dat in een la ligt» (ingezonden 28 december 2018).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 11 februari
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1207.
Vraag 1
Hoe oordeelt u over het artikel van Follow the Money, waaruit blijkt dat de heer Meerdink,
oud-bestuurder van Espria, via een speciaal voor hem opgezette constructie, enkele
tonnen kon verdienen zonder dat hier aantoonbare werkzaamheden tegenover stonden?1
Antwoord 1
Ik heb naar aanleiding van het artikel opgenomen met Espria en de Stichting Onderzoek
Systeemvraagstukken Zorgstelsel (hierna: de stichting). Het klopt dat de heer Meerdink
na beëindiging van zijn dienstverband bij Espria een jaarcontract heeft gekregen bij
de stichting. Espria en de stichting betwisten echter dat dit een constructie was
om de heer Meerdink een gouden handdruk mee te geven. Verder geven zij aan dat het
onderzoeksrapport niet «in een la ligt» maar een rol speelt bij strategische discussies.
Vraag 2
Met welke reden heeft de Raad van Commissarissen van Espria de Stichting Onderzoek
Systeemvraagstukken Zorgstelsel opgericht en als enige werknemer de heer Meerdink
aangesteld? Wat is uw oordeel over deze gang van zaken?
Antwoord 2
Espria en de stichting hebben mij laten weten dat de stichting is opgericht om onderzoek
te doen naar onder andere het belang van «systeemvoorzieningen» in het zorgstelsel,
zoals ongeplande zorg, nachtzorg, vangnet bij acute situaties, personenalarmering
en alarmopvolging. Verder richt het onderzoek zich op de ondersteuning bij sterke
wijken en samenhang in buurten, aldus Espria en de stichting.
Verder geven zij aan dat een aparte stichting is opgericht omdat het bestuur de discussie
wilde verbreden en derden heeft uitgenodigd om deel te nemen aan de discussie en toe
te treden tot de stichting. Om dat mogelijk te maken was volgens hen een onafhankelijke
positionering in de vorm van een stichting nodig.
Vraag 3
Vindt u het wenselijk dat de heer Meerdink in 2016 € 291.658 euro betaald kreeg uit
collectieve zorgpotten, namelijk ziektekostenpremies, ZVW-premies, eigen bijdragen
en belastinggeld? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Ik ben van mening dat geld dat afkomstig is uit collectieve middelen zorgvuldig moet
worden besteed. Het is echter niet aan mij om in individuele gevallen te oordelen
over het bedrag dat een instelling heeft uitgegeven aan een onderzoek.
Dat is primair een zaak van het bestuur, dat wordt gecontroleerd door de interne toezichthouder
(raad van toezicht of raad van commissarissen). Overigens gaat het volgens Espria
en de stichting om een lager bedrag dan in het artikel wordt genoemd.
Vraag 4
Hoe oordeelt u over een zeven pagina’s tellende notitie, die de stichting publiceerde
en die niet door de heer Meerdink, maar door drie externe onderzoekers blijkt te zijn
geschreven? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Ik ken deze notitie niet en kan er dus ook niet over oordelen. Overigens hebben Espria
en de stichting mij laten weten ook geen zeven pagina’s tellende notitie te kennen.
Vraag 5, 6, 7
Wat vindt u ervan dat de heer Meerdink voor zijn riante salaris ongeveer 25 dagen
heeft gewerkt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Hoe oordeelt u over de opmerkingen in het artikel, dat uit de notitie en de deelrapporten
blijkt dat minstens zestig van de honderd pagina’s uitsluitend tekst bevatten uit
andere rapporten en notities? Is hier in uw ogen sprake van vernieuwend onderzoek
waar de zorgsector echt beter van is geworden of is hier een opdracht bedacht om iemand
een paar ton te kunnen uitkeren? Kunt u uw antwoord toelichten?
Wat vindt u ervan dat er zoveel geld gemoeid is met het schrijven van een rapport,
dat enkel gepresenteerd is voor vijftien topmensen uit de zorgsector en waar verder
niets mee gedaan is? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5, 6, 7
Ik ken het rapport niet en kan niet beoordelen hoeveel tijd eraan besteed is. Los
daarvan is het aan de opdrachtgever, en niet aan mij, om over de kwaliteit of de kosten
van het rapport te oordelen.
Vraag 8
Waren er bij de in het artikel beschreven sessies in een hotel in Utrecht, waar 15
mensen aanwezig waren, ook ambtenaren van het ministerie, vertegenwoordigers namens
de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) of andere aan de overheid gelieerde personen aanwezig?
Zo ja, met welk doel?
Antwoord 8
Voor zover ik kan nagaan waren bij deze sessies geen ambtenaren of andere personen
namens aan de overheid gelieerde organisaties aanwezig.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kerstens (PvdA),
ingezonden 21 december 2018 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1641)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.