Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sneller en Belhaj over de herijking van de businesscase voor civiele dienstauto’s, zoals genoemd in de Najaarsnota 2018
Vragen van de leden Sneller en Belhaj (beiden D66) aan de Minister van Defensie over de herijking van de businesscase van Leaseplan voor civiele dienstauto’s zoals genoemd in de Najaarsnota 2018 (ingezonden 8 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie) (ontvangen 12 februari 2019).
Ik merk op dat er een fout is gemaakt in de tekst van de Najaarsnota over de civiele
dienstauto’s van Defensie. Terwijl Defensie had besloten een groot deel van het leasewagenpark
pas na vier in plaats van twee jaar te vervangen, staat in de Najaarsnota 2018 precies
het tegenovergestelde.
Ik betreur de verwarring die daardoor kon ontstaan in het plenair debat over de Najaarsnota
2018, op 19 december 2018.
Vraag 1
Bent u bekend met de herijking van de businesscase van het Leaseplan voor civiele
dienstauto’s bij Defensie?1
Antwoord 1
Ja. De businesscase civiele dienstauto’s en de herijking daarvan zijn opgesteld door
Defensie.
Vraag 2
Klopt het dat vanaf nu civiele dienstauto’s bij Defensie elke twee jaar worden vervangen
in plaats van iedere vier jaar?
Antwoord 2
De businesscase uit 2016 ging uit van een vervangingstermijn van twee jaar voor alle
voertuigen. In de herijkte businesscase uit 2017 zijn de cijfers die ten grondslag
liggen aan de vaststelling van de vervangingstermijn geactualiseerd (zie ook het antwoord
op vraag 5). Sindsdien gelden er verschillende termijnen voor verschillende percelen,
variërend van twee tot vier jaar, en zes jaar voor functiespecifieke voertuigen.
Vraag 3
Kunt u de herijkte businesscase van het Leaseplan voor civiele dienstauto’s nader
toelichten met gegevens over het aantal en type auto’s, exploitatie-, onderhouds-
en verzekeringskosten, brandstofgebruik en fiscale baten-lasten, dan wel deze aan
de Kamer verstrekken?
Antwoord 3
De verdeling van de auto’s over de percelen is als volgt:
Perceel
Voorbeeld-auto
Aantal auto's in bestand
Gebruikte vervangingstermijn (in jaren)
Bestelvoertuigen (BA)
Peugeot Partner
260
4
Bestelvoertuigen (BB – pers)
Renault Trafic Passenger
580
4
Bestelvoertuigen (BB – aan)
Renault Trafic
580
4
Bestelvoertuigen (BB – vracht)
Citroën Jumpy
230
4
Personenvoertuigen (PB)
Peugeot 208
1.200
2
Personenvoertuigen (PC)
Renault Mégane
1.000
2
Functie specifieke voertuigen (FS)
Functiespecifiek
1.880
6
Totaal
5.730
De aantallen auto’s wijken in deze tabel af van de businesscase, vooral omdat er doorgaans
ongeveer 200 voertuigen in het vervangingsproces zitten.
Defensie betaalt geen verzekeringspremie, omdat het een eigen risicodrager is. De
brandstofkosten voor deze voertuigen zijn moeilijk te bepalen omdat deze kosten op
verschillende manieren worden gefactureerd. Bovendien zijn de brandstofkosten voor
beide businesscases (in 2016 en 2017) gelijk en dus geen relevante variabele. De totale
exploitatiekosten staan in de tabel in antwoord 7.
Vraag 4
Kunt u de 59,2 miljoen euro neerwaartse bijstelling van de inruilwaarde van dienstvoertuigen
nader specificeren?
Antwoord 4
Op grond van praktijkervaringen bij Defensie zijn de uitgangspunten van de businesscase
ingrijpend veranderd. De neerwaartse bijstelling van de inruilwaarde bedraagt cumulatief
€ 59,2 miljoen voor de jaren 2019 – 2023 en betreft ongeveer 5.500 voertuigen. In
de nieuwe businesscase is beter rekening gehouden met de gevarieerde samenstelling
van het wagenpark en met de lagere marktwaarde van sommige types auto’s. Voor autotypes
waarvan de exploitatiekosten lager uitvallen dan verwacht, kan het lonen ze langer
aan te houden, met een lagere inruilwaarde als gevolg.
Vraag 5
Welke belastingen zijn niet meegeteld in de voorheen te hoog ingeschatte verkoopopbrengsten
van de civiele dienstauto’s? Om welk bedrag gaat het per belastingsoort? Om welke
periode, waarin deze opbrengsten te hoog zijn ingeschat, gaat het? Hoe heeft dit kunnen
ontstaan?
Antwoord 5
Bij het opmaken van de herijkte businesscase is vastgesteld dat in de oorspronkelijke
businesscase de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) ten onrechte
is meegerekend in de verkoopwaarde. Die verkoopwaarden dienen met het bedrag van de
BPM te worden verlaagd.
In de oorspronkelijke businesscase was met één type auto als gemiddelde auto gerekend;
de Renault Mégane. Voor deze Renault is de BPM na twee jaar € 1.400. In de herijking
is gekozen voor zes percelen, met verschillende autotypes en verschillende BPM-tarieven.
Vraag 6
Wat waren de exploitatiekosten voor de civiele dienstauto’s vóór de herijkte businesscase
van het Leaseplan voor civiele dienstauto’s? Kunt u dit schematisch weergeven over
de afgelopen vier jaar in een baten-laten schema?
Antwoord 6
De onderstaande tabel laat de exploitatiekosten zien (in duizenden euro) voor onderhoud
en schade. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een batenrekening waarop niet uitgevoerde
onderhoudskosten worden teruggeboekt (ontvangsten, geen restwaarde afrekeningen).
De tabel laat zien dat de lasten sterk dalen en dat de ontvangsten stijgen. Per saldo
dus lagere kosten voor Defensie. Dit komt door voordeligere afgesloten onderhoudscontracten
en is beperkt gerelateerd aan de businesscase of de herijking daarvan.
2015
2016
2017
2018
Onderhoud (preventief en correctief)
13.536
13.491
10.137
10.913
Ontvangsten
20
4
2.594
2.895
Voor voertuigonderhoud betaalt Defensie een vast bedrag per maand, waarna Defensie
op grond van nacalculatie teveel betaalde onderhoudskosten terug krijgt. Dat zijn
de ontvangsten.
Er is een groot verschil tussen de «ontvangsten» van 2015 en 2016 en de jaren erna.
Dit heeft een boekhoudkundige verklaring. Tot en met 2016 werden de ontvangsten vanwege
de niet uitgevoerde onderhoudskosten geboekt op de grootboekrekening «onderhoud/schade».
Vanaf 2017 worden deze ontvangsten geboekt op de post «ontvangsten».
Vraag 7
Kunt u de herijkte businesscase van Leaseplan voor civiele dienstauto’s uiteenzetten
in een baten-laten schema voor de komende vier jaar?
Antwoord 7
In de onderstaande tabel (in miljoenen euro’s) is aangegeven wat de uitgaven en ontvangsten
zijn (planbedragen) zoals deze bij start van de herijkte business-case zijn opgesteld.
Herijkte business case
2019
2020
2021
t/m 2031
Investeringen
26,8
26,8
26,8
268,0
Exploitatie DOSCO
11,7
11,3
11,3
113,0
Verkoopopbrengsten (art. 6)
9,5
9,5
9,5
95,0
Totaal
29,0
28,6
28,6
286,0
Aantal voertuigen
5.468
5.468
5.468
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.