Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Omtzigt en Lodders over het model CARbonTAX dat gebruikt is om de verkopen van elektrische auto’s te voorspellen en welke er in 2018 meer dan 100% naast zat bij de schatting van de verkoop van het aantal elektrische auto’s
Vragen van de leden Omtzigt (CDA) en Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën, inzake het model CARbonTAX dat gebruikt is om de verkopen van elektrische auto’s te voorspellen en welke er in 2018 meer dan 100% naast zat bij de schatting van de verkoop van het aantal elektrische auto’s (ingezonden 15 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 6 februari 2019).
         
Vraag 1
            
Herinnert u zich dat de prognose van de autoverkopen in het CARbonTAX-model 3.0 onder
               autobrief 2 was dat er tussen de 394.000 en 430.000 auto’s verkocht zouden worden
               in 2018 met een puntschatting van 413.000 auto’s?1
Antwoord 1
            
Op 19 juni 2015 is Autobrief II aan de Tweede Kamer gestuurd. Autobrief II bevat een
               pakket aan maatregelen voor de autogerelateerde belastingen BPM, MRB en de bijtelling
               (IB/LB). De fiscale stimuleringsmaatregelen voor (PH)EV’s maken hier deel van uit.
               In september 2015 is de doorrekening van de te verwachten beleidseffecten van Autobrief II
               aan uw Kamer gestuurd. Deze doorrekening is uitgevoerd door een samenwerkingsverband
               van Policy Research Corporation en TNO (PRC/TNO) aan de hand van het CARbonTAX-model
               3.0 (hierna: Carbontax-model). Een van de vele verwachtingen uit deze doorrekening
               was dat het aantal nieuwverkopen zou dalen van circa 415.000 nieuwverkopen in 2016
               naar circa 405.000 nieuwverkopen in 2020, met een bandbreedte van circa 40.000 nieuwverkopen.
            
Vraag 2
            
Klopt het dat er voorspeld is, op basis van het CARbonTAX-model 3.0, dat onder autobrief
               2 in 2018 de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe auto’s ten opzichte van 2016 niet zou stijgen en constant zou
               blijven op 105 gram/km?2
Antwoord 2
            
Uit de doorrekening van Autobrief II, die is uitgevoerd met het Carbontax-model, volgde
               de verwachting dat de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwverkochte auto’s in 2016, 2017 en 2018 grosso modo zou uitkomen
               op 106 gram/km, 108 gram/km en 105 gram/km.
            
Vraag 3
            
Klopt het dat de voorspelling op basis van het CARbonTAX-model 3.0 is dat er onder
               autobrief 2 in 2018 ongeveer 11.000 elektrische auto’s verkocht zouden worden?3
Antwoord 3
            
Uit doorrekening van Autobrief II volgde aan de hand van de destijds actuele inzichten
               de verwachting dat er in 2018 zo’n 11.000 volledig elektrische auto’s (EV’s) zouden
               worden verkocht.
            
Vraag 4
            
Heeft u kennisgenomen van het feit dat het aantal verkochte auto’s in 2018 ver buiten
               het betrouwbaarheidsinterval is uitgekomen op 447.000?
            
Antwoord 4
            
Het klopt dat het aantal nieuwverkochte auto’s in 2018 is uitgekomen op circa 447.000
               en dat dit hoger is dan ten tijde van de doorrekening van Autobrief II in 2015, met
               de inzichten van toen, werd verwacht. Dit is deels te verklaren omdat PRC/TNO een
               conjunctuurneutrale inschatting van het aantal nieuwverkopen heeft gemaakt, uitgaande
               van een constante economische groei van 1% op jaarbasis.
            
Vraag 5
            
Hoe hoog is de CO2-uitstoot van de nieuw verkochte auto’s in 2018 en hoe verhoudt zich dat tot de voorspellingen?
Antwoord 5
            
Op dit moment beschik ik nog niet over de benodigde informatie om deze vraag adequaat
               te kunnen beantwoorden. Ik verwacht in het voorjaar van 2019 over voldoende informatie
               te beschikken om deze vraag te kunnen beantwoorden.
            
Vraag 6
            
Heeft u kennisgenomen van het feit dat er in 2018 maar liefst 24.024 elektrische auto’s
               verkocht zijn in Nederland en dus meer dan 120% meer dan de voorspelling onder CARbonTAX-model
               3.0?4
Antwoord 6
            
In 2018 zijn in Nederland 25.068 EV’s verkocht. De uiteindelijk door uw Kamer aangenomen
               Wet uitwerking Autobrief II wijkt echter op enkele punten af van de beleidsvoornemens
               uit (de met het Carbontax-model doorgerekende) Autobrief II. In relatie tot de aantallen
               EV’s in 2018 is relevant dat de milieukorting op de bijtelling voor PHEV’s per 2017
               is beëindigd in plaats van een geleidelijke afbouw zoals beoogd in Autobrief II. Hierdoor
               heeft – onder meer door het groeiende aanbod van EV’s – een extra verschuiving van
               PHEV- naar EV-nieuwverkopen plaatsgevonden in 2018. Hier kon in de modelberekening
               in 2015 nog geen rekening mee worden gehouden. Dit verklaart een deel van de onderschatting
               van het aantal EV’s in 2018.
            
Vraag 7
            
Erkent u dat de Rijwiel en Automobiel-Industrie (RAI) voor volgend jaar een verkoop
               van 28.000 elektrische auto’s verwacht en dat dat dus wederom meer dan 80% boven de
               verwachtingen ligt?
            
Antwoord 7
            
De RAI heeft recent de verwachting uitgesproken dat er in 2019 zo’n 28.000 elektrische
               auto’s in Nederland verkocht zullen gaan worden. Uit de doorrekening van Autobrief II
               volgde in 2015 de verwachting dat er in 2019 zo’n 16.000 nieuwe EV’s zouden worden
               verkocht in Nederland.
            
Vraag 8
            
Erkent u dat de verkoop van Plug-in Hybrid auto’s (PHEV auto's), die niet meer gestimuleerd
               worden in 2018, onverwacht gestegen zijn naar ongeveer 4000 auto’s terwijl die auto’s
               geen enkele subsidie meer ontvangen en terwijl er in het CARbonTAX-model 3.0 geen
               enkele PHEV auto meer verkocht zou worden in 2019?
            
Antwoord 8
            
In de beleidsvoornemens van Autobrief II zou de milieukorting op de bijtelling voor
               PHEV’s per 2019 vervallen. Op grond van de doorrekening van Autobrief II was om die
               reden de verwachting dat in de jaren 2018 en 2019 een omslag van PHEV-nieuwverkopen
               naar EV-nieuwverkopen zou plaatsvinden. Uw Kamer heeft ten tijde van de parlementaire
               behandeling van de Wet uitwerking Autobrief II bij het amendement Schouten echter
               besloten de milieukorting op de bijtelling voor PHEV’s al per 2017 te laten vervallen.5 Dit heeft geresulteerd in een piek in de PHEV-nieuwverkopen in de laatste maanden
               van 2016. Een deel van de nieuwverkopen uit 2017 is daarmee naar voren gehaald. Deze
               ontwikkelingen zijn terug te zien in de PHEV-verkoopaantallen: 21.695 in 2016, 2.445
               in 2017 en 4.094 in 2018. De PHEV-nieuwverkopen lijken op dit moment weer enigszins
               op gang te komen. Voor PHEV’s geldt, ondanks het vervallen van de milieukorting op
               de bijtelling, namelijk nog altijd een gunstige fiscale behandeling.6 PRC/TNO heeft in de doorrekening benadrukt dat het aanbod van betaalbare EV’s en
               de marktontwikkeling van PHEV’s een cruciale factor zal zijn.
            
De ontwikkeling van de PHEV-nieuwverkopen uit de doorrekening kon volgens PRC/TNO
               dan ook als een «worst case»-scenario gezien worden: een scenario waarbij geen rekening
               is gehouden met alternatieve prijsstrategieën van autofabrikanten die mogelijk als
               gevolg van het wegvallen van fiscale voordelen, PHEV’s op een lager prijsniveau met
               kleinere marges gaan aanbieden. De lastig voorspelbare marktontwikkelingen en prijsstrategieën
               van fabrikanten spelen namelijk een belangrijke rol bij de ontwikkeling van zowel
               de EV- als de PHEV-nieuwverkopen.7
Vraag 9
            
Kunt u een staatje geven van wat de verwachtingen van de stimuleringskosten van elektrisch
               rijden onder autobrief 2 waren in 2015, uitgesplitst naar Belasting Personen Motorvoertuigen
               (BPM), motorrijtuigenbelasting (MRB) en Inkomstenbelasting/loonbelasting kortingen
               etc. over de hele periode (per jaar natuurlijk) en de uitkomsten voor elk van de jaren
               tot en met 2018?
            
Antwoord 9
            
Op 22 januari 2016 is de Wet uitwerking Autobrief II aan de Tweede Kamer gestuurd.8 Op basis van de toen verwachte aantallen EV’s en de toen verwachte catalogusprijzen
               voor EV’s was de verwachting voor de budgettaire gevolgen van de uiteindelijke maatregelen
               in de BPM, MRB en IB/LB voor EV’s als volgt:
            
2014
2015
2016
2017
2018
BPM Vrijstelling nulemissievoertuigen
0
2
4
4
5
MRB Vrijstelling nulemissievoertuigen
4
7
11
15
20
IB/LB Korting op de bijtelling voor nulemissieauto’s
31
47
84
101
129
De raming in de Miljoenennota 2019 is als volgt:
2014
2015
2016
2017
2018*
BPM Vrijstelling nulemissievoertuigen
0
2
3
4
7
MRB Vrijstelling nulemissievoertuigen
3
5
8
12
19
IB/LB Korting op de bijtelling voor nulemissieauto’s
30
46
69
92
141
* Zoals beschreven in het antwoord op vraag 13 van de eerdere Kamervragen: met de
               uiteindelijke nieuwverkopen EV’s in 2018 komt het budgettaire belang van de korting
               op de bijtelling voor EV’s uit op circa € 200 miljoen in 2018 (voor de BPM- en MRB-vrijstelling
               voor nulemissievoertuigen komt de raming in totaal € 2 miljoen hoger uit).9
Vraag 10
            
Hoe beoordeelt u het CARbonTAX-model 3.0 dat gebruikt wordt bij de voorspellingen
               van de autoverkoop onder autobrief 2 en zeer specifiek voor de voorspellingen van
               de verkoop van elektrische auto’s?
            
Antwoord 10
            
Bij berekeningen met het Carbontax-model wordt bij iedere grote beleidsstudie voor
               de rijksoverheid aangesloten bij de meest actuele en betrouwbare inschattingen die
               op dat moment beschikbaar en realistisch zijn. Voor de doorrekening van Autobrief II
               (2015) is een modelupdate uitgevoerd om de laatste feitelijke ontwikkelingen tot en
               met 2014 en de meest actuele prognoses te benutten in het rekenmodel.10 11
Met het Carbon
               tax-model worden berekeningen gemaakt om inzicht te krijgen in te verwachten veranderingen
               in onder meer de samenstelling van nieuwverkopen en het totale wagenpark als gevolg
               van beleid en externe (autonome) ontwikkelingen. Verwachtingen voor aantallen EV’s
               maken daar onderdeel van uit. Het Carbontax-model biedt dan ook relevante inzichten
               in de effecten van beleidsvoornemens op het terrein van de autogerelateerde belastingen.
               Tegelijkertijd kunnen deze modelmatige verwachtingen in korte tijd worden ingehaald
               door actuele ontwikkelingen. Dat geldt in het bijzonder voor EV’s omdat deze voertuigen
               nog in het beginstadium van de (wereldwijde) marktontwikkeling staan. Dit betekent
               dat de marktontwikkelingen (zoals vraag, aanbod en consumentenvoorkeuren) een zeer
               grillig en lastig voorspelbaar patroon kunnen volgen, waar – zonder de kennis achteraf –
               een geleidelijke ingroei wellicht meer in de lijn der verwachting lag. De onderzoeker
               is immers altijd gebonden aan de inzichten die op dat moment realistisch worden geacht.
               Om die reden heb ik in de tussentijdse evaluatie van de Wet uitwerking Autobrief II
               aangegeven dat het verstandig is een vinger aan de pols te houden. Ik zal de ontwikkelingen
               als gevolg van de maatregelen van de Wet uitwerking Autobrief II de komende jaren
               daarom scherp blijven monitoren. Tegelijkertijd is het van belang om de kabinetsambitie
               van 100% emissievrije nieuwverkopen niet uit het oog te verliezen.
            
Vraag 11, 12 en 24
            
Is het CARbonTAX-model 3.0 openbaar en kunnen wij het ontvangen inclusief de schattingen,
               zodat wij zaken kunnen reproduceren?
            
Is het CARbonTAX-model 3.0 wetenschappelijk gevalideerd voor het doen van voorspellingen
               en het maken van beleid en het doen van langetermijnvoorspellingen met extreme belastingprikkels?
               Zo ja, wie heeft het gevalideerd en kunt u het bewijs van die validatie aan de Kamer
               doen toekomen?
            
Kunt u aangeven of de huidige versie van CARbonTAX wetenschappelijk gevalideerd is?
               Zo ja, door wie en wanneer en kunt u daarvan het bewijs aan de Kamer doen toekomen?
            
Antwoord 11, 12 en 24
            
Het Carbontax-model is in 2011 ontwikkeld door Ecorys ten behoeve van het onderzoek
               naar de beleidseffecten van de maatregelen uit Autobrief I. Een beschrijving van de
               werking van het Carbontax-model is destijds aan uw Kamer gestuurd.12 In 2014 is het door PRC/TNO uitgevoerde onderzoek Evaluatie Autogerelateerde Belastingen
               2008–2013 aan uw Kamer gestuurd. Ten behoeve van dit onderzoek is het Carbontax-model
               verder ontwikkeld (versie 2.0) en voorzien van een update.13 In september 2015 is de doorrekening van Autobrief II aan uw Kamer gestuurd. Voor
               deze doorrekening is het Carbontax-model wederom, door PRC in samenwerking met TNO,
               doorontwikkeld en voorzien van de meest recente inzichten (versie 3.0).14 In mijn brief van 28 januari 2019 is voorts toegelicht dat het Carbontax-model voor
               elke grote beleidsstudie wordt herijkt voor tal van parameters.15 Het Carbontax-model wordt momenteel door het PBL gebruikt voor de doorrekening van
               de fiscale stimulering van EV’s zoals deze zijn voorgesteld in het ontwerpKlimaatakkoord.
               Om die reden zijn alle parameters in de zomer en het najaar van 2018 gedurende 3 maanden
               uitvoerig besproken, getoetst en op onderdelen herijkt en gevalideerd door het PBL
               en TNO. Omdat het Carbontax-model niet openbaar is, is het niet mogelijk om het model
               aan uw Kamer te doen toekomen. Maar zoals hierboven beschreven heeft uw Kamer heeft
               bij elke grote beleidsstudie aan de hand van het Carbontax-model een uitgebreide beschrijving
               van het model ontvangen.
            
Vraag 13
            
Klopt het dat de rijksoverheid tientallen modellen gebruikt voor de voorspelling en
               evaluatie van beleid?
            
Antwoord 13
            
Het is bij de rijksoverheid op allerlei beleidsterreinen gebruikelijk om bij grote
               beleidsveranderingen een modelmatige doorrekening te laten uitvoeren en achteraf te
               evalueren.
            
Vraag 14
            
Kent u enig ander model bij de rijksoverheid dat er meer dan 100% naast zit bij de
               voorspellingen (hier: het aantal verkochte elektrische auto’s) en nog steeds gebruikt
               wordt? Zo ja, welk model is dat dan?
            
Antwoord 14
            
Ik heb op dit moment geen inzicht in de historische foutmarges van bij de rijksoverheid
               gebruikte modellen. In het geval van de autogerelateerde belastingen is ervoor gekozen
               om beleid voor meerdere jaren achtereenvolgens in de wet vast te leggen (Autobrief
               I (2012–2015) en Autobrief II (2017–2020)). Zoals toegelicht in het antwoord op vraag
               10 worden met het Carbontax-model berekeningen gemaakt om inzicht te krijgen in te
               verwachten veranderingen in de samenstelling van nieuwverkopen en het totale wagenpark
               als gevolg van beleid en externe (autonome) ontwikkelingen. Verwachtingen voor aantallen
               EV’s maken daar onderdeel van uit. Zoals tevens toegelicht in het antwoord op vraag
               10, kunnen beginnende markten – zoals die van EV’s – een grillig ontwikkelingspatroon
               volgen. Hierdoor ontstaat, voor wat betreft de voorspellingen van aantallen EV’s,
               een risico op relatief grote foutmarges, zeker wanneer verwachtingen voor meerdere
               jaren vooruit worden uitgesproken.
            
Vraag 15
            
Klopt het dat het model uitgaat van een constante prijselasticiteit?16
Antwoord 15
            
Het model werkt niet met een constante prijselasticiteit.
Vraag 16
            
Kunt u aangeven wat er volgens het model gebeurt als alle auto’s in het D-segment
               (zoals de Volkswagen Passat) in prijs gehalveerd worden en daardoor fors goedkoper
               worden dan de auto’s in het C-segment (zoals de Volkswagen Golf)? Hoeveel auto’s in
               het C-segment worden er dan verkocht en hoeveel auto’s in het D-segment?
            
Antwoord 16
            
In het Carbontax-model worden kruiselasticiteiten toegepast waardoor in de samenstellingseffecten
               naar autosegmenten overstapeffecten zichtbaar zijn wanneer bepaalde segmenten duurder
               of goedkoper worden voor wat betreft de catalogusprijzen of de belastingdruk. Een
               voorbeeld hiervan is het E-segment EV (zoals de Tesla S, Tesla X, Jaguar I-pace) waar
               een deel van de consumenten naar is overgestapt vanuit het lagere D-segment. Dit betekent
               dat voor de bepaling van de stimuleringskosten van EV’s in het E-segment niet een
               conventionele auto met dezelfde prijs als referentie wordt genomen.
            
Vraag 17
            
Acht u het realistisch dat als de auto’s in het D-segment goedkoper worden dan auto’s
               in het C-segment er überhaupt nog auto’s in het C-segment verkocht worden? Kunt u
               dit antwoord motiveren?
            
Antwoord 17
            
De keuze van de consument is in het Carbontax-model niet volledig afhankelijk van
               de catalogusprijs van de auto. Het model maakt onder meer gebruik van TCO-berekeningen
               (Total Cost of Ownership). Uiteindelijk is het totale kostenplaatje voor de autokoper
               immers het meest relevant. Wanneer, zoals in deze specifieke situatie wordt gesteld,
               de aanschafprijzen van auto’s in het D- en C-segment dichter bij elkaar komen te liggen
               volgt dan ook niet per definitie een verkoopverschuiving tussen deze segmenten. Auto’s
               in het D-segment zijn namelijk zwaarder, verbruiken doorgaans ook meer brandstof dan
               auto’s in het C-segment en de verzekeringspremie is doorgaans ook hoger, waardoor
               de TCO van deze auto’s hoger is. Bovendien is ook niet iedere consument op zoek naar
               een zo groot mogelijke auto voor het beschikbare budget en spelen persoonlijke voorkeuren
               voor functionaliteit en smaak een belangrijke rol bij de keuze voor een specifieke
               auto.
            
Vraag 18
            
Heeft u door dat het belachelijk klinkt dat wanneer een Volkwagen Passat goedkoper
               zou worden dan een Volkswagen Golf (of een Peugeot 508 goedkoper dan een Peugeot 308,
               of een Audi A5 goedkoper dan een Audi A3/Audi A2) mensen nog steeds een Volkswagen
               Golf zouden kopen?
            
Antwoord 18
            
Zie antwoord op vraag 17.
Vraag 19
            
Beseft u dat u door grote belastingkortingen (BPM-vrijstelling, MRB-vrijstelling en
               dus 100% korting en 4% bijtelling in plaats van 22% bijtelling) u juist extreme testen
               aan het doen bent en dat dus de vraag over de effecten van enorme belastingskortingen
               en stimulansen zeer relevant is?
            
Antwoord 19
            
Het kabinet acht het – gelet op de ambities uit het regeerakkoord – van groot belang
               om de transitie naar emissievrij rijden te versnellen. De fiscale stimulering van
               emissievrije auto’s maakt onderdeel uit van de maatregelen van het kabinet om deze
               versnelling te realiseren. Tegelijkertijd is het kabinet zich ervan bewust dat de
               bestaande fiscale voordelen voor EV’s fors zijn en een relatief hoge lastenschuif
               vragen. Zowel vanwege de hoge ambities van het kabinet op het terrein van emissievrije
               mobiliteit en de forse fiscale voordelen voor EV’s acht het kabinet het zeer relevant
               om de doelmatigheid en doeltreffendheid van dit beleid te monitoren.
            
Vraag 20
            
Bent u bereid om het CARbonTAX-model 3.0 opnieuw op te bouwen en te callibreren zodat
               er wel een relatie is tussen de voorspellingen en de uitkomsten in de huidige autobrief
               2?
            
Antwoord 20
            
Ik acht het niet noodzakelijk het Carbontax-model opnieuw op te bouwen en te kalibreren.
               Het Carbontax-model wordt voor elke grote beleidsstudie geactualiseerd aan de hand
               van de meest recente inzichten. Zie verdere toelichting bij antwoord 23.
            
Vraag 21
            
Bent u bereid vervolgens schattingen te maken van de verkoop van elektrische auto’s
               en de kosten daarvan voor 2019 en 2020 die wel realistisch zijn?
            
Antwoord 21
            
De raming van de fiscale stimulering voor EV’s wordt in de miljoenennota jaarlijks
               geactualiseerd op basis van de dan beschikbare en meest recente informatie over de
               nieuwverkopen van EV’s. Deze schattingen zijn op dat moment het meest realistisch.
            
Vraag 22
            
Indien u niet bereid bent dit te doen, heeft u dan door dat er opnieuw miljarden meer
               in een autobriefperiode uitgegeven wordt aan (semi-)elektrisch rijden op basis van een ondeugdelijk model?
            
Antwoord 22
            
Op dit moment is er geen sprake van een verwachting dat er een budgettaire derving
               in de orde van miljarden zal ontstaan. De ramingen worden jaarlijks bijgewerkt op
               basis van de op dat moment beschikbare informatie. Zoals eerder toegelicht worden
               ramingen gemaakt door het Ministerie van Financiën.17 In die ramingen wordt gebruik gemaakt van uitkomsten uit het Carbontax-model én van
               de meest recente realisaties en verwachtingen die er op het moment van opstellen van
               de ramingen zijn. Overigens zien de miljarden misgelopen belastinginkomsten – zoals
               deze door PRC/TNO in 2014 zijn berekend voor de periode 2008–2013 – voor het overgrote
               deel op de fiscale stimulering van zeer zuinige benzine- en dieselauto’s en in mindere
               mate op (semi-)elektrische auto’s.
            
Vraag 23
            
Wordt CARbonTAX-model 3.0 of een opvolger daarvan gebruikt voor doorrekeningen op
               dit moment, bij bijvoorbeeld het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Infrastructuur
               en Waterstaat, het Centraal Planbureau (CPB) of het Planbureau voor de Leefomgeving?
               Kunt u aangeven waarvoor?
            
Antwoord 23
            
Het Carbontax-model wordt gebruikt voor de doorrekening van de fiscale stimulering
               van EV’s zoals deze zijn voorgesteld in het ontwerpKlimaatakkoord. Zoals ik in mijn
               antwoord op vraag 37 van de recent gestelde Kamervragen heb toegelicht, is voor de
               doorrekeningen van deze voorstellen in 2018 opnieuw een modelupdate uitgevoerd om
               feitelijke ontwikkelingen tot en met 2017 en de meest recente toekomstprognoses te
               benutten in het rekenmodel.18 De parameters van het model zijn in de zomer en het najaar van 2018 gedurende 3 maanden
               uitvoerig besproken, getoetst en op onderdelen herijkt en gevalideerd door het PBL
               en TNO. Tot 2025 vindt er een jaarlijkse monitoring plaats van de hierboven genoemde
               maatregelen en ontwikkelingen. Dit biedt ruimte om bij te sturen wanneer bijvoorbeeld
               modelactualisaties leiden tot nieuwe inzichten.
            
Vraag 25
            
Is het huidige CARbonTAX model beter in voorspellen dan het CARbonTAX model 3.0 en
               kunt u daarvoor bewijs aanleveren?
            
Antwoord 25
            
Zie antwoord op vraag 23.
Vraag 26
            
Kunt u deze vragen een voor een, precies en binnen drie weken beantwoorden zodat de
               antwoorden er ruim voor het algemeen overleg over autogerelateerde belastingen op
               woensdag 13 februari 2019 zijn?
            
Antwoord 26
            
Vanwege de onderlinge samenhang is ervoor gekozen de antwoorden op enkele vragen samen
               te nemen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.