Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over een studie betreffende methaanlekkages bij oude en verlaten gaswinningsputten
Vragen van lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over een studie betreffende methaanlekkages bij oude en verlaten gaswinningsputten (ingezonden 24 januari 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 6 februari
2019).
Vraag 1
Kent u de studie «Occurrence and fate of methane leakage from cut and buried abandoned
gas wells in the Netherlands»?1 Wat is uw mening ten aanzien van deze studie?
Antwoord 1
Ik ben op de hoogte van deze studie, die door de Universiteit van Utrecht (UU) is
uitgevoerd. De meetmethode van UU is belangrijk om gasconcentraties in de bodem te
detecteren, maar nog onvoldoende gevalideerd om de omvang van een methaanlekkage goed
te kunnen bepalen. Dit wordt ook door de UU zelf aangegeven in deze studie. Verder
onderzoek en toepassing kan er mogelijk toe leiden dat deze meetmethode in de toekomst
ook geschikt wordt om de omvang van de lekkages te bepalen.
Vraag 2
Onderschrijft u de in de genoemde studies omschreven risico’s zoals bodemvervuiling
en explosies?
Antwoord 2
Ja, ik onderschrijf dat er risico’s bestaan bij het vrijkomen van methaan uit een
verlaten gasput. Het is wel belangrijk om een onderscheid te maken tussen het risico
zoals zich dat nu voordoet en het mogelijke toekomstige risico. Het huidige risico
is bijzonder klein. Immers, de door NAM gemeten methaanlekkage bij de verlaten put
in Monster is dusdanig gering dat het huidige risico voor mens en milieu zeer klein
is. Hoe dit risico zich over een lange periode kan ontwikkelen is nog relatief onbekend.
SodM zal dit verder onderzoeken om de nazorg van afgesloten putten ook op lange termijn
goed te kunnen borgen.
Vraag 3
Heeft u contact gehad met de onderzoekers?
Antwoord 3
Ja, ik ben op de hoogte gesteld van dit onderzoek en de resultaten hiervan.
Vraag 4 en 10
Wat gaat u doen met de uitkomsten van deze studie?
Is het SODM belast met de inspectie van verlaten gaswinningsputten? Zo ja, hoe vaak
en hoe worden ze geïnspecteerd? Wanneer heeft de laatste inspectie plaatsgevonden?
Is aanpassing van de inspectiemethode en/of intensivering van de inspectie nodig naar
aanleiding van de resultaten van deze studie?
Antwoord 4 en 10
Ik wil de monitoring van gesloten putten verbeteren. In de Nederlandse mijnwetgeving
is er geen voorschrijvende verplichting om putten te monitoren, nadat ze buiten gebruik
gesteld zijn. Wel is er de zorgplicht voor de mijnbouwonderneming als vergunninghouder
(Mijnbouwwet Art. 33), waar de houder alle maatregelen neemt die redelijkerwijs gevergd
kunnen worden om te voorkomen, dat door de activiteiten onder de vergunning nadelige
gevolgen voor mens en milieu worden veroorzaakt.
SodM houdt toezicht op de zorgplicht die rust bij het mijnbouwbedrijf om putten volledig
en duurzaam afgesloten achter te laten. SodM houdt bovendien toezicht op de putontwerpen
bij aanleg, de technische staat van putten tijdens productie, en het proces van het
verlaten van de putten.
Het opsporen en vroegtijdig signaleren van eventuele lekkages van verlaten putten
verdient meer aandacht nu in de toekomst steeds meer putten verlaten zullen worden.
In 2017 heeft SodM daarom de opdracht gegeven aan TNO en ECN om te beginnen met het
ontwikkelen van een meetprotocol voor het opsporen van lekkages bij verlaten putten.
De eerste testmetingen zijn aan de oppervlakte uitgevoerd door middel van pluimmetingen,
waarbij geen methaanemissies uit verlaten putten zijn geconstateerd. SodM wil dit
verder onderzoeken om de nazorg van afgesloten putten ook op lange termijn goed te
kunnen borgen.
Vraag 5
Bent u het met de onderzoekers eens dat meer studie nodig is naar de gevaren van verlaten
winningsputten?
Antwoord 5
Ja. De onderzoekers concluderen overigens ook dat meer studie nodig is naar de methodes
om de hoeveelheden gelekt gas te kwantificeren. SodM ontwikkelt in samenwerking met
TNO en ECN een meetprotocol voor het detecteren van lekkages bij verlaten putten.
Vraag 6
Bent u ervan op de hoogte dat onder een nieuwbouwlocatie te Monster een lekkende oude
gaswinningsput is ontdekt?
Antwoord 6
Ik ben op de hoogte van de lekkage bij de gaswinningsput Molenslag in Monster. SodM
houdt toezicht op de herstelwerkzaamheden die NAM daar uitvoert. Op dit moment is
er nog geen sprake van een nieuwbouwlocatie. De locatie is momenteel in de handen
van NAM om de herstelwerkzaamheden aan de oude gasput te verrichten. Als de locatie
na het uitvoeren van de werkzaamheden weer wordt overgedragen aan de gemeente Westland
zal in overleg met alle partijen besloten worden of er gestart kan worden met nieuwbouw.
Vraag 7
Is de veiligheid van de omwonenden en toekomstige bewoners gegarandeerd?
Antwoord 7
In de beantwoording van vraag 2 is reeds aangegeven dat SodM het huidige risico voor
mens en milieu als zeer klein beschouwt. Hoe de risico’s zich op de lange termijn
ontwikkelen is onvoldoende bekend. SodM heeft daarom nader onderzoek ingesteld in
de verwachting dat een beter inzicht van mogelijk toekomstige ontwikkelingen van de
risico’s ondersteunend kan zijn aan ruimtelijk beleid.
Vraag 8
Welke acties worden ondernomen naar aanleiding van de vondst van de lekkende verlaten
gaswinningsput bij Monster? Is er reeds contact geweest met andere overheden en het
Staatstoezicht op de Mijnen (SODM)? Zijn of worden de omwonenden en toekomstige bewoners
geïnformeerd?
Antwoord 8
Na de melding van de lekkage aan SodM heeft NAM in 2018 een herstelproces in werking
gezet. De NAM volgt hierbij de wettelijke Mijnbouwvoorschriften en SodM ziet daarop
toe. In het kort komen deze werkzaamheden neer op het openen van de put, het verwijderen
van de oude afdichtingen, het installeren van nieuwe afdichtingen conform de laatste
stand van de techniek. Na afronding van dit proces zal gedurende een periode van 3
maanden gecontroleerd worden of de nieuwe afdichting volledig lekdicht is. Als dit
het geval is wordt de boorlocatie terug gebracht in de oorspronkelijke staat en overgedragen
aan de gemeente. SodM ziet hierop toe en monitort dat de overlast voor de omgeving
binnen de wettelijke grenzen blijft. SodM bewaakt de uitvoering van het herstelproces
door middel van dagrapporten en inspecties. SodM heeft regelmatig overleg met de gemeente
Westland. Verder worden de omwonenden door de NAM via informatiebijeenkomsten en schriftelijke
communicatie geïnformeerd, en is er contact met omwonenden via sociale media.
Vraag 9
Welke acties zijn na de recente vondst van een andere verlaten gaswinningsput bij
Sleen (Drenthe), waar methaanlekkage en vervuiling van het grondwater zijn vastgesteld,
ondernomen?2
Antwoord 9
De locatie bij Sleen is een bijzondere locatie. Na een ongecontroleerde uitstroom
van aardgas is in 1965 een fors drijfzand gebied ontstaan waar de boorinstallatie
in gezonken is. Er is hier echter nooit gas gewonnen. NAM heeft destijds wel de ongecontroleerde
uitstroom gestopt, maar dit is geen afdichting van een verlaten gaswinningsput.
Naar aanleiding van dit van dit incident heeft het Waterwinbedrijf Drenthe een monitoringsplan
voor het gebied rondom betreffende locatie opgezet. Hiermee wordt de kwaliteit van
het grondwater bewaakt. Deze resultaten worden ook besproken met de NAM. Zowel het
Waterwinbedrijf als de NAM zijn bekend met de aanwezigheid van methaan in het grondwater
bij Sleen. Het Waterwinbedrijf vindt de aanwezigheid van methaan niet zorgwekkend;
methaan wordt vaker aangetroffen in grondwater en is, indien aanwezig, eenvoudig te
verwijderen tijdens de waterzuivering.
Vraag 11
Welke acties zijn nodig wanneer een lekkage van verlaten gaswinningsputten wordt aangetroffen?
Kunt u garanderen dat de kosten daarvan worden verhaald op de vervuiler?
Antwoord 11
SodM ziet toe op de naleving van de wettelijke zorgplicht, zie ook vraag 8. Deze wettelijke
zorgplicht betekent dat de vervuiler moet betalen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.