Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Geleijnse over het bericht dat zorg in kleine woonvormen voor ouderen niet altijd goed geregeld is
Vragen van het lid Geleijnse (50PLUS) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat zorg in kleine woonvormen ouderen niet altijd goed geregeld is (ingezonden 21 december 2018).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister voor Medische Zorg (ontvangen 5 februari 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 1099.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat zorg in kleine woonvormen ouderen niet altijd goed
geregeld is?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5
Hoe oordeelt u over de conclusie van Verenso dat personeel dat werkzaam is bij nieuwe
zorgaanbieders vaak te weinig kennis heeft van medische problemen van ouderen? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Wat vindt u van de conclusie dat specialisten ouderengeneeskunde bij nieuwe zorgaanbieders
vaak te laat worden ingezet? Kunt u uw antwoord toelichten?
Hoe oordeelt u over de conclusie dat bij nieuwe zorgaanbieders niet altijd genoeg
activiteiten en hulpmiddelen beschikbaar zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Wat vindt u van de constatering van de inspectie dat niet alle nieuwe zorgaanbieders
zich aanmelden op de website van het CIBG? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 2, 3, 4, 5
Het is onwenselijk wanneer de kwaliteit van zorg in kleine woonvormen voor ouderen
onvoldoende is. Zorgaanbieders dienen te voldoen aan de kwaliteitswetgeving. Een zorgaanbieder
die goede zorg biedt, zorgt ervoor dat er tijdig, doelmatig en deskundig in de zorg-
en ondersteuningsbehoeften van de cliënt wordt voorzien. Sinds 2015 bezoekt de IGJ
nieuwe zorgaanbieders in de ouderenzorg binnen vier tot zes maanden na de start van
de zorgverlening om in de praktijk te toetsen of de kwaliteit van de zorg op orde
is.
Ook het feit dat niet alle nieuwe zorgaanbieders zich melden op de website www.meldennieuwezorgaanbieders.nl van het CIBG vind ik onwenselijk. Op dit moment is er sprake van een vrijwillige
melding. Met het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) komt er een meldplicht
voor alle nieuwe zorgaanbieders onder de reikwijdte van de Wet kwaliteit, klachten
en geschillen zorg (Wkkgz). De Wlz-uitvoerders en zorgverzekeraars willen meewerken
aan het verbinden van de meldplicht als voorwaarde voor de afgifte van een AGB-code.
Dit betekent «niet gemeld, geen geld» en geeft een stevige financiële prikkel voor
nieuwe zorgaanbieders om aan de meldplicht te voldoen. Het CIBG en Vektis zorgen samen
voor de koppeling die na inwerkingtreding van de Wtza gebruikt kan worden.
In huidige praktijk komen nieuwe zorgaanbieders niet altijd vroegtijdig in beeld bij
de IGJ. Zij zijn niet altijd goed op de hoogte van alle voorwaarden voor goede zorg.
Daardoor voldoen zij bij een eerste bezoek van de IGJ ook niet aan alle voorwaarden
voor goede zorg. De meldplicht in de Wtza heeft als doel om nieuwe zorgaanbieders
meer volledig en eerder dan nu bij de IGJ in beeld te hebben. De meldplicht heeft
ook als doel nieuwe zorgaanbieders voor de aanvang van de zorgverlening bewust te
maken van de voorwaarden voor goede zorg en hun verantwoordelijkheid daarvoor. Ten
behoeve van dit tweede doel staat sinds kort op de site www.meldennieuwezorgaanbieders.nl een checklist die de nieuwe zorgaanbieder helpt in wat hij allemaal op orde moet
hebben.
Naast een meldplicht voor alle nieuwe zorgaanbieders is in de Wtza opgenomen dat alle
instellingen, die met meer dan tien zorgverleners zorg of een andere dienst als omschreven
bij of krachtens de Wlz of Zvw (doen) verlenen, dienen te beschikken over een Wtza-vergunning.
In tegenstelling tot de WTZi, vallen ook pgb-gefinancierde aanbieders onder de Wtza
en zijn aan de Wtza-vergunning bestaande randvoorwaarden voor goede zorg uit de Wkkgz
verbonden. Daarmee worden deze (pgb-gefinancierde) instellingen extra bewust gemaakt
van de voorwaarden voor goede zorg en kan de vergunning worden ingetrokken als niet
wordt voldaan aan de aan de vergunning verbonden randvoorwaarden voor goede zorg.
Deze maatregelen dragen eraan bij dat nieuwe zorgaanbieders tijdig in beeld zijn bij
de IGJ en dat nieuwe zorgaanbieders al voor de start van de zorg op de hoogte zijn
van de (kwaliteits)eisen waaraan moet worden voldaan. Dit draagt bij aan goede en
veilige zorg.
Vraag 6
De brancheverenging van kleine wooninitiatieven Spot, stelt dat het van groot belang
is dat de medische zorg in kleinschalige woonzorginstellingen goed geregeld is en
dat deze instellingen goede afspraken maken met huisartsen en andere zorgverleners;
bent u het met deze stelling eens? Kun u dit toelichten?
Antwoord 6
Ja, ik onderschrijf deze stelling. Ik wil daarbij benadrukken dat het maken van goede
afspraken met huisartsen en zorgverleners door kleinschalige woonvoorzieningen niet
vrijblijvend is. Het kwaliteitskader verpleeghuiszorg geldt ook voor alle kleinschalige
woonvoorzieningen in de ouderenzorg. Deze woonvoorzieningen moeten dus aan bepaalde
kwaliteitseisen voldoen. Het kwaliteitskader verpleeghuiszorg is helder over de eisen
waaraan verantwoorde medische zorg in de zorgorganisaties moet voldoen. Voor de artsenfunctie
geldt de eis dat er op iedere locatie 24/7 een arts bereikbaar en oproepbaar is, evenals
dat 24/7 een specialist ouderengeneeskunde beschikbaar is indien de zorgvraag dit
vereist. Uiteraard moet een dergelijke instelling ook over voldoende expertise over
de eigen doelgroep beschikken. Het kwaliteitskader verpleeghuiszorg benadrukt dat
cliënten in (kleinschalige) woonvoorzieningen in de ouderenzorg recht hebben op algemene
medische zorg en specialistische zorg, zoals de psychogeriatrische expertise. Dit
kwaliteitskader geldt voor alle kleinschalige woonvoorzieningen in de ouderenzorg,
onafhankelijk of er sprake is van pgb-financiering of dat de zorg in natura wordt
ingekocht. Alle zorgaanbieders die onder het kader verpleeghuiszorg vallen zijn ervoor
verantwoordelijk dat zij 24/7 kunnen voorzien in (specifieke) expertise aan alle complexe
zorgvragen die cliënten hebben.
Uw Kamer heeft eind november verzocht om een brief over medische zorg in kleinschalige
woonvoorzieningen. Volledigheidshalve verwijs ik ook naar deze brief.2
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.