Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hul en Kuiken over de training van politieagenten op het gebied van geweld tegen vrouwen
Vragen van de leden Van den Hul en Kuiken (beiden PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de training van politieagenten op het gebied van geweld tegen vrouwen (ingezonden 21 december 2018).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 31 januari 2019).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1198.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Nieuwsuur van 20 december 2018?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het aandeel geweldsdelicten in huiselijke kring? Zo ja, kunt u aangeven
wat het aandeel is?
Antwoord 2
De politie registreerde in 2017 84.000 incidenten van huiselijk geweld. In werkelijkheid
ligt het aantal gevallen van huiselijk geweld hoger. Betrokkenen melden lang niet
alle gevallen van huiselijk geweld uit schaamte, angst, schuldgevoel en de afhankelijke
positie waarin mensen zich bevinden.
In de gevallen van moord en doodslag met vrouwelijke slachtoffers zijn (ex-) partners
de grootste groep daders. Van de 46 gevallen waarbij in 2017 een vrouw om het leven
werd gebracht, was de verdachte of dader in 39% van de gevallen (18 van de 46 gevallen)
de partner of ex-partner van het slachtoffer. In 2016 betrof dit 62% van de gevallen
(21 van de 34 gevallen).1
Uit de Veiligheidsmonitor 2017 van het CBS blijkt dat in de gerapporteerde gevallen
waarin vrouwen in 2017 slachtoffer waren van een geweldsdelict, de dader in bijna
15% van deze gevallen de partner, de ex-partner of een familielid is.2 Dit percentage is een onderschatting, omdat andere categorieën daders die volgens
de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 onderdeel uitmaken van de «huiselijke kring»
hierin niet per se zijn meegeteld (bijvoorbeeld huisgenoten of mantelzorgers).
Vraag 3
Is de training van politieagenten op dit gebied volgens u voldoende of ziet u mogelijkheden
voor intensivering?
Antwoord 3
De Politieacademie heeft een Basisopleiding huiselijk geweld ontwikkeld, speciaal
voor taakaccenthouders op dit gebied. Naast de juridische aspecten is er in de opleiding
expliciet aandacht voor interactie met zowel daders als slachtoffers en de cirkel
van geweld bij daders.
Op de Politieacademie wordt een aantal opleidingen Huiselijk Geweld aangeboden:
– basistraining huiselijk geweld voor uitvoerenden
– basisopleiding huiselijk geweld voor taakaccenthouders.
– daarnaast krijgen recherchepsychologen tijdens hun opleiding kennis over stalking
en vindt er nascholing plaats.
Er zijn mogelijkheden voor verbetering van deze opleiding. In 2019 en 2020 zullen
deze opleidingen worden geïntensiveerd en geüpdatet.
Vanuit het oogpunt van een lerende organisatie is de politie permanent bezig met deskundigheidsbevordering
– samen met de partnerorganisaties OM, reclassering, Raad voor de Kinderbescherming
en Veilig Thuis (het Landelijk Netwerk Zorg/Straf Huiselijk Geweld en Kindermishandeling).
De toerusting van alle professionals uit verschillende domeinen voor een goede aanpak
van huiselijk geweld en kindermishandeling krijgt in brede zin aandacht in het programma
Geweld hoort nergens thuis. Hierbij richten zorg- en hulpverlening, politie en/of
justitiepartners zich op alle betrokken leden van het huishouden.
Vraag 4 en 7
Bent u tevreden met de huidige aanpak van stalking door ex-partners? Zo nee, welke
verbetermogelijkheden ziet u?
Gaat u, mede naar aanleiding van de uitspraken van de burgemeester van Rotterdam,
op korte termijn «nieuwe wegen» proberen te vinden om het geweld tegen vrouwen in
te dammen?
Antwoord 4 en 7
Ik constateer met de burgemeester van Rotterdam dat de aanpak van (ex-) partnerstalking
en -geweld de komende jaren verdere en blijvende aandacht vereist. Tegelijkertijd
stel ik ook vast dat er de afgelopen periode reeds stevig is ingezet om het geweld
tegen vrouwen aan te pakken.
In 2018 is het programma Geweld hoort nergens thuis gestart, in opdracht van de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister voor Rechtsbescherming en de VNG.3 In dit programma is nadrukkelijk aandacht voor de aanpak van plegers. In dit kader
worden op basis van onderzoek de nodige stappen gezet om de opsporing van huiselijk
geweld te verbeteren. De organisaties in het voornoemde Landelijk Netwerk Zorg/Straf
werken momenteel samen aan intensivering van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Daarnaast is de aanpak van huiselijk geweld een van de onderwerpen op de Veiligheidsagenda
voor de periode 2019–2022. De Veiligheidsagenda beschrijft de prioriteiten en landelijke
beleidsdoelstellingen van de politie en wordt vastgesteld door de Minister van Justitie
en Veiligheid in samenspraak met het College van procureurs-generaal en de regioburgemeesters.
Naast de onderwerpen waarvoor concrete beleidsdoelstellingen zijn geformuleerd, wordt
een aantal onderwerpen benoemd waarover in een ander kader al afspraken zijn gemaakt
en waar de politie een partner is in de aanpak. De bestrijding van huiselijk geweld
en kindermishandeling is een van deze laatstgenoemde onderwerpen. De regio’s en lokale
driehoeken geven hier zelf nader invulling aan.
Vraag 5 en 6
Kunt u aangeven hoeveel vrouwen in 2017 door hun ex-partner zijn gestalkt of op een
andere manier lastiggevallen dan wel bedreigd? Heeft u een volledig beeld van het
aantal vrouwen dat lastiggevallen wordt door de ex-partner?
Bent u geschrokken van de cijfers over de afgelopen jaren van vrouwen die om het leven
zijn gebracht door de ex-partner? Zijn deze cijfers algemeen bekend binnen de politie?
Antwoord 5 en 6
Elk slachtoffer is er een te veel en alleen daarom al zijn deze cijfers, zoals vermeld
in het antwoord op vraag 2, schokkend.
Het thema is diffuus en een incident is vaak een momentopname. De relatie tussen dader
en slachtoffer kan veranderen in de tijd tussen verschillende incidenten. Zo kan een
persoon in het ene incident partner zijn en in een later incident ex-partner. Daarnaast
kent stalking een veelheid aan verschijningsvormen zoals bedreiging, vernieling, lastigvallen,
ongewenste communicatie via telefoon of social media, etc. Dit maakt dat de registraties
van de politie over het lastigvallen door (ex-)partners niet altijd eenduidig zijn
en het niet mogelijk is om betrouwbare cijfers op dit fenomeen te verstrekken. Om
bewustwording op het gebied van stalking bij de politie te vergroten, wordt in opleidingen
zoals bij antwoord 3 genoemd expliciet aandacht gegeven aan het herkennen ervan in
verschillende situaties. Ook doet de Inspectie JenV onderzoek naar hoe de politie
en OM slachtsoffers van zedenzaken bejegenen.
De inzet van de politie en het OM is gericht op het stoppen van het geweld en het
beschermen van het slachtoffer. Een gezamenlijke aanpak met partners zoals Veilig
Thuis, het Openbaar Ministerie en de Reclassering is hierbij essentieel.
De aangescherpte aanpak in ex-partnerstalkingzaken draagt bij aan eerdere herkenning
van stalkingzaken, vroegtijdige risico-inventarisatie, meer regie op de zaak en vroegtijdige
interventie. Door de samenwerking met partners als Veilig Thuis en het Openbaar Ministerie
kunnen interventies op het gebied van zorg-, bestuursrecht en/of strafrecht worden
ingezet en wordt per casus bekeken welke (combinatie van) interventies het meest effectief
is, voor alle betrokkenen.
Zo worden zowel slachtoffer- als daderinterventies genomen. Sommige hiervan kunnen
en worden al ingezet voordat sprake is van strafbare feiten; bv. een adviesgesprek
met een slachtoffer en een stop-gesprek met de verdachte. De inzet van de politie
is om zo vroeg mogelijk te interveniëren om het stalken zo snel mogelijk te stoppen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.