Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden De Groot, Weverling en Von Martels over het bericht dat patenten toch mogelijk zijn op veredelde groenten en planten
Vragen van de leden De Groot (D66), Weverling (VVD) en Von Martels (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht dat patenten toch mogelijk zijn op veredelde groenten en planten (ingezonden 20 december 2018).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) mede namens
de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 30 januari 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Toch patent op veredelde groenten en planten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat de Technische Kamer van Beroep van het Europese Octrooibureau (EOB)
op 5 december 2018 beslist heeft dat octrooien toch verleend kunnen worden op natuurlijke
eigenschappen van planten en klassiek veredelde planten? Zo ja, kunt u toelichten
op basis van welke overwegingen deze beslissing is gemaakt?
Klopt het dat de Technische Kamer van Beroep van het EOB deze beslissing heeft genomen
vanwege een gebrekkige wettelijke grondslag van de aangepaste uitvoeringsregels binnen
het Europees octrooiverdrag? Kunt u dat toelichten?
Antwoord 2 en 3
Ik heb vernomen dat de Technische Kamer van Beroep van het Europees Octrooibureau
op 5 december jl. mondeling heeft beslist dat Regel 28(2) van het Uitvoeringsreglement
bij het Europees octrooiverdrag nietig is wegens strijd met het Europees Octrooiverdrag.
De schriftelijke uitwerking van de beslissing is echter nog niet beschikbaar, deze
wordt binnenkort verwacht. Daarom kan ik helaas nog niets zeggen over de overwegingen
die tot deze beslissing hebben geleid
Vraag 4
Deelt u de mening dat er geen octrooien op natuurlijke eigenschappen en klassiek veredelde
planten verleend moeten worden?
Antwoord 4
Ik ben nog steeds van mening dat het niet mogelijk moet zijn om de producten van klassieke
plantenveredeling met een octrooi te monopoliseren.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat Nederland zich wederom gaat inspannen om samen met alle lidstaten
van het EOB een duurzame oplossing te vinden zodat het voorgoed onmogelijk wordt om
octrooien verleend te krijgen op klassiek veredelde planten en natuurlijke eigenschappen
van planten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Ik ga, net als uw Kamer, er van uit dat alle EU-lidstaten en het Europees parlement
nog steeds achter de beleidswijziging staan die het EOB per 1 juli 2017 heeft doorgevoerd,
waardoor de producten van klassieke veredeling niet octrooieerbaar zijn. Deze beleidswijziging
volgde op de interpretatieve verklaring van de Biotechrichtlijn (98/44/EG) die de
Europese Commissie eind 2016 heeft uitgebracht, volgend op het onder Nederlands EU
voorzitterschap georganiseerde symposium. In deze verklaring geeft de Europese Commissie
aan dat het nooit de bedoeling is geweest van de wetgever van de Biotechrichtlijn
dat de producten van essentieel biologische processen octrooieerbaar zouden zijn,
hoewel dat niet expliciet in de richtlijn is opgenomen. Ik deel deze interpretatie
volledig. In de Nederlandse Rijksoctrooiwet 1995 is dit ook expliciet opgenomen in
artikel 3 lid 1 sub d.
Bij de eerstvolgende Landbouw- en Visserijraad zal ik aandacht vragen voor deze kwestie.
Medewerkers van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat hebben dit onderwerp
reeds aangekaart in de Raad van Bestuur van het Europees Octrooibureau. Daar is aangegeven
dat het in februari op de agenda van de Patent Law Committee zal komen. Ook de Europese
Commissie neemt dit onderwerp erg serieus en wacht de schriftelijke uitspraak met
belangstelling af. Tevens heeft de Europese Commissie de experts van de lidstaten
uitgenodigd voor een vergadering over dit onderwerp in februari.
Vraag 6
Bent u bereid om aan te dringen op aanpassing van het Europese octrooiverdrag, nu
dit de enige duurzame oplossing lijkt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik ben voor een snelle en duurzame oplossing van deze zaak. Of aanpassing van het
octrooiverdrag daarvoor de beste route is weet ik nog niet. Ik ben van mening dat
we eerst de schriftelijke beslissing in de zaak van de Technische Kamer van Beroep
moeten afwachten, de bespreking hiervan binnen het EOB, en de besprekingen door de
experts van de lidstaten met de Europese Commissie. Bij al deze besprekingen zal Nederland
aandringen op duurzame oplossingen voor het probleem.
Vraag 7
Hoe kijkt u aan tegen de discrepantie tussen deze beslissing met betrekking tot het
Europese octrooiverdrag en de Rijksoctrooiwet, waarin immers expliciet staat dat octrooien
op essentieel biologische producten zijn uitgesloten?
Antwoord 7
Wanneer een Europees octrooi wordt aangevraagd bij het Europees Octrooi Bureau, kan
de aanvrager na verlening kiezen in welke landen die deelnemen aan het Europees Octrooiverdrag
hij bescherming voor zijn uitvinding wenst. Er is dus niet sprake van één octrooi
dat automatisch in alle lidstaten geldig is, maar een bundel van nationale octrooien.
Op deze nationale octrooien is vervolgens het nationale octrooirecht van toepassing.
Wanneer een Europees octrooi (ook) in Nederland wordt gevalideerd, is de Rijksoctrooiwet
1995 hierop van toepassing. Volgens artikel 3 lid 1 sub d van de Rijksoctrooiwet 1995
zijn de voortbrengselen van werkwijzen van wezenlijk biologische aard zoals kruisingen
en selecties, niet octrooieerbaar. Deze interpretatie van de Biotechrichtlijn door
de Nederlandse wetgever stemt overeen met de genoemde interpretatieve verklaring en
Regel 28(2). Zou voor een dergelijk voortbrengsel toch een octrooi worden verleend
en dat octrooi in Nederland worden gevalideerd, dan zou door een belanghebbende de
nietigheid daarvan kunnen worden ingeroepen voor de Nederlandse rechter.
Vraag 8
Wat gaat er nu gebeuren met de huidige lopende octrooiaanvragen? Kunnen die zo snel
mogelijk (weer) on hold worden gezet?
Antwoord 8
Omdat de schriftelijke uitwerking van de beslissing nog niet beschikbaar is, is hier
nog niets over bekend. Ik verwacht dat het Europees Octrooibureau hier na de publicatie
van de uitspraak over zal communiceren. Nederland zal erop aandringen dat spoedig
duidelijkheid wordt verschaft.
Vraag 9 en 10
Kunt u toelichten wat de mogelijke effecten van deze uitspraak zijn op het kwekersrecht
en de veredelingsvrijstelling?
Hoe zorgt u ervoor dat de voor Nederland heel belangrijke veredelingsvrijstelling
behouden blijft? Welke acties onderneemt u hiertoe?
Antwoord 9 en 10
Deze uitspraak van het Europees Octrooibureau heeft geen gevolgen voor het kwekersrecht
of de veredelingsvrijstelling die we in het kwekersrecht kennen. Wel leidt de uitspraak
er toe – indien deze tot verlening van octrooien voor producten van wezenlijk biologische
processen zou leiden- dat belangrijke planteneigenschappen onder een octrooi zouden
kunnen vallen hetgeen toegang tot deze eigenschap kan belemmeren. Voor voortdurende
innovatie is de plantenveredeling juist gebaat bij een onbelemmerde toegang tot genetische
bronnen met belangrijke eigenschappen. Vandaar de Nederlandse inzet om een duurzame
oplossing te vinden zodat het voorgoed onmogelijk wordt om octrooien verleend te krijgen
op klassiek veredelde planten en natuurlijke eigenschappen van planten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.