Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hul en Ploumen over de veroordeling in Egypte van Amal Fathy
Vragen van de leden Van den Hul en Ploumen (beiden PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de veroordeling in Egypte van Amal Fathy (ingezonden 17 januari 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 31 januari 2019).
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van de berichten aangaande veroordeling in Egypte van Amal
Fathy?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de verontwaardiging over de veroordeling van deze vrouwenrechtenverdedigster
die zich online heeft uitgesproken over schending van mensenrechten?
Antwoord 2
Het Kabinet volgt de ontwikkelingen in de zaak van Amal Fathy nauwgezet en met grote
zorg. Fathy werd op 11 mei jl. gearresteerd nadat zij op Facebook een video publiceerde
waarin zij klaagde over seksuele intimidatie die haar ten deel was gevallen en kritiek
uitte op het feit dat de Egyptische autoriteiten daar niet adequaat tegen optreden.
Er werden twee rechtszaken tegen haar aangespannen: één zaak voor de Maadi Misdemeanorrechtbank, onder andere op verdenking van het verspreiden van nepnieuws en grof taalgebruik,
en een State Security Prosecutionzaak op verdenking van lidmaatschap van een terroristische organisatie.
In de eerste zaak werd Fathy op 21 juni jl. op borgtocht vrijgelaten. Zij bleef echter
in voorarrest vastzitten in verband met de State Security Prosecutionzaak. Op 27 december jl. kwam Fathy op borgtocht vrij, nadat zij ook in de laatstgenoemde
zaak voorwaardelijk werd vrijgelaten. Op 30 december jl. werd Fathy echter in hoger
beroep alsnog tot twee jaar cel veroordeeld in de zaak voor de Maadi Misdemeanorrechtbank. Fathy verkeert momenteel in vrijheid, maar moet zich elke zaterdag op het
politiebureau melden en kan op ieder moment opnieuw in hechtenis worden genomen.
Nederland zet zich wereldwijd in voor de bevordering van gelijke rechten voor vrouwen
en meisjes, inclusief het tegengaan van alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes.
Ook zet Nederland zich in voor de bevordering van de vrijheid van meningsuiting, zowel
on- als offline, en streeft naar een open, vrij en veilig internet. Daarnaast beschouwt
het kabinet een actief, levendig en kritisch maatschappelijk middenveld als essentieel
voor de duurzame sociale en economische ontwikkeling van een land. Daarin moet ook
ruimte zijn voor burgers om zich uit te spreken over maatschappelijke kwesties, zoals
Fathy heeft gedaan.
Fundamentele vrijheden staan in Egypte onder druk. Dat is een belangrijk onderwerp
van gesprek met de Egyptische autoriteiten. Zo sprak ik tijdens mijn bezoek aan Egypte
op 10 mei 2018 uitgebreid met mijn Egyptische collega over onder andere het belang
van persvrijheid en de steeds beperktere ruimte voor het maatschappelijk middenveld
om een kritisch tegengeluid te laten horen. Ik zal deze thema’s ook blijven aankaarten.
Vraag 3
Deelt u onze zorg dat wereldwijd mensenrechtenverdedigers, in het bijzonder vrouwenrechtenverdedigers,
steeds vaker risico lopen beschuldigd te worden van lidmaatschap van een terroristische organisatie
en/of ondermijning van de publieke veiligheid en/of het toebrengen van schade aan
de nationale belangen zonder dat daar wettelijk en overtuigend bewijs voor is?
Antwoord 3
Het kabinet deelt die zorg. In veel landen is er sprake van toenemende restricties
voor het maatschappelijk middenveld en een inperking van de vrijheid van vergadering
en vereniging en de vrijheid van meningsuiting, offline en online. Vaak worden de
beperkingen gemotiveerd als noodzakelijke maatregelen om terrorisme, politieke oppositie
of ongewenste buitenlandse invloed tegen te gaan. De effecten variëren van land tot
land en de gevolgen kunnen opzettelijk of onbedoeld zijn.
Vrouwelijke mensenrechtenverdedigers en vrouwenrechtenverdedigers ondervinden daarnaast
vaker weerstand vanuit de directe omgeving en lokale gemeenschap, wat hen in een extra
kwetsbare positie brengt. Daarnaast is er aandacht nodig voor genderspecifieke vormen
van intimidatie en geweld tegen vrouwelijke mensenrechtenverdedigers.
Vraag 4, 5 en 6
Heeft u contact gehad met uw Europese ambtgenoten en/of de Egyptische regering over
deze veroordeling? En zo ja, wat is daaruit voort gekomen en zo nee, waarom niet?
Bent u bereid zowel bilateraal als in EU-verband aan te dringen op een presidentieel
pardon voor Amal Fathy? Zo nee, waarom niet? Zo ja, ben u reeds begonnen met het vergaren
van steun voor dit verzoek aan de Egyptische president? En zo nee, waarom niet?
Bent u bereid zowel bilateraal als in EU-verband aan te dringen op beëindiging van
het huisarrest van Amal Fathy en/of het intrekken van verdere aanklachten? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, ben u reeds begonnen met het vergaren van steun voor dit verzoek
aan de Egyptische overheid? En zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 5 en 6
In aanloop naar het hoger beroep, dat in eerste instantie op 25 november 2018 diende,
heeft Nederland, gelijktijdig met een aantal andere Europese lidstaten, op hoogambtelijk
niveau zorgen over de zaak van Fathy overgebracht bij de Egyptische ambassadeur. Ook
zijn onze zorgen over deze zaak vanaf het begin gedeeld met de Egyptische autoriteiten
terplekke en het Egyptische Nationale Mensenrechten Comité. Zolang de aanklacht tegen
Fathy niet wordt ingetrokken, zal Nederland zorgen over deze zaak blijven aankaarten
bij de Egyptische autoriteiten.
Na haar veroordeling in hoger beroep kan Fathy nog beroep aantekenen bij het Hof van
Cassatie. Haar advocaten hebben aangegeven dit te zullen doen. Daarnaast bestaat er
de mogelijkheid om een presidentieel pardon aan te vragen. Nederland zal, in nauw
overleg met EU lidstaten en andere gelijkgezinde landen, bezien welke vervolgacties
opportuun zijn.
Vraag 7
Heeft u zich laten informeren over de gezondheidstoestand van Amal Fathy en kunt u
informeren hoe het met haar gesteld is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De Nederlandse ambassade in Caïro staat in nauw contact met de betrokkene en haar
familie en is op de hoogte van de gezondheidstoestand van Amal Fathy. Het is niet
aan het ministerie om hierover informatie te verstrekken.
Vraag 8
Ziet u nog andere mogelijkheden dan wel gremia om uw zorgen over deze gang van zaken
ter sprake brengen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is dit mogelijk reeds ergens besproken?
En zo ja, waar en in welk verband en wat is de reactie?
Antwoord 8
Nederland zal deze zaak, samen met andere Europese lidstaten en gelijkgezinde landen,
nauwgezet blijven volgen en zorgen over deze zaak via eerder genoemde sporen onder
de aandacht van de Egyptische autoriteiten blijven brengen.
Vraag 9
Kunt u deze vragen voor de ministeriële bijeenkomst van de EU met de Afrikaanse Unie
op 22 januari a.s. beantwoorden?
Antwoord 9
Ik zal u de antwoorden op de vragen zo snel mogelijk doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.