Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Lodders en Weverling over de voorbereiding op de brexit door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Vragen van de leden Lodders en Weverling (beiden VVD) aan de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit over de voorbereiding op de brexit door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) (ingezonden 27 december 2018).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 29 januari 2019).
Vraag 1
Kunt u een uitgebreide actualisatie geven over de voorbereiding op de brexit door
de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)?
Antwoord 1
Ja. In aanvulling op het rondetafelgesprek over de verzamelwet Brexit dat 5 december
jl. met de commissie Europese Zaken van uw Kamer heeft plaatsgevonden, kunt u onderstaande
antwoorden als de gevraagde actualisatie beschouwen.
Vraag 2
Kunt u aangeven of er externe partijen zijn, zoals bij de douane is gebeurd, die onderzoek
hebben gedaan naar de voortgang in de voorbereiding op de brexit? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, bent u bereid deze informatie met de Kamer te delen?
Antwoord 2
De NVWA heeft kennisgenomen van het Ernst & Young onderzoek dat de douane heeft laten
uitvoeren. De NVWA herkent diverse gelijksoortige aandachtpunten en neemt deze mee
in haar verdere voorbereiding. Daarnaast heeft de NVWA een coördinator aangesteld
die nogmaals nagaat of er nog aanvullende maatregelen nodig zijn. De NVWA zag geen
aanleiding om een dergelijk extern onderzoek te laten uitvoeren.
Vraag 3
Kunt u een overzicht geven van de op 29 maart 2019 benodigde locaties om controles
in het kader van de brexit uit te kunnen voeren? Kan per locatie worden aangegeven
wat de stand van zaken is, zoals de huisvesting, inrichting, testdraaien, enzovoorts?
Antwoord 3
De veterinaire exportkeuringen vinden verspreid in Nederland bij slachthuizen, koel-
en vrieshuizen en andere locaties, zoals boerderijen en verzamelplaatsen, plaats.
Voor extra exportkeuringen van producten van dierlijke oorsprong als gevolg van de
Brexit is geen uitbreiding van huisvesting nodig. Ook zijn de bestaande ICT-systemen
geschikt voor de verstrekking van extra certificaten.
De veterinaire importcontroles dienen aan de Europese buitengrens plaats te vinden
op inspectieposten aan de buitengrens. Inspectieposten zijn private ondernemingen.
De NVWA voert daar keuringen uit, maar is niet verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering
hiervan. Een inspectiepost dient erkend te zijn door de Europese Commissie. De Europese
Commissie heeft de garantie gegeven dat aanvragen voor een nieuwe inspectiepost die
uiterlijk 15 februari 2019 zijn ingediend, op tijd afgehandeld zijn voor 29 maart
2019. Om de bestaande import van levende dieren en producten van dierlijke oorsprong
te kunnen continueren zijn namelijk nieuwe inspectieposten nodig. Dit speelt onder
andere op de Noordoever van Rotterdam bij twee ferryterminals buiten de huidige buitengrensinspectiepostgebieden.
Ook andere lidstaten bereiden aanpassingen van buitengrensinspectiepostengebieden
voor.
Op de luchthavens en in de zeehavens zijn de benodigde inspectieposten voor keuringen
veelal aanwezig. Bij de bestaande keurpunten lijkt er voldoende ruimte voor de te
verwachten extra keuringen als gevolg van de terugtrekking. De opslagcapaciteit voor
aangehouden partijen kent wel grenzen. Met het bedrijfsleven worden mogelijkheden
verkend om die eventueel te verruimen.
Voor de invoer van levende dieren bestaan er nu inspectieposten op Schiphol airport
en Maastricht Aachen airport. Levende dieren zouden bij een no deal scenario dus alleen
direct in Nederland via het luchtverkeer geïmporteerd kunnen worden. Een andere optie
kan zijn via een andere lidstaat als daar een erkende inspectiepost voor de import
van levende dieren bestaat. Op dit moment bestaat er in andere lidstaten aan de gehele
West-Europese kust van de Europese Unie (EU) geen erkende inspectiepost voor de import
van levende dieren in een zeehaven. Over het opzetten van een importkeurpunt voor
levende dieren in de zeehaven van Rotterdam vinden gesprekken plaats met mogelijk
geïnteresseerde ondernemers.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoeveel fte personeel er op 29 maart 2019 nodig is? Hoeveel fte is
hiervan geworven? Hoeveel fte is voldoende opgeleid om haar taken te kunnen uitvoeren?
Antwoord 4
Het extra aantal medewerkers dat na 29 maart daadwerkelijk nodig is, is met name bij
de exportcertificering afhankelijk van de eisen die de Britse overheid stelt. De Britse
overheid heeft aangegeven vooralsnog geen aanvullende importeisen te stellen op veterinaire
en fytosanitaire goederen, voor zover geen plantenpaspoort is vereist. Hoe lang dat
zo blijft is echter onduidelijk. Daarom bereidt de NVWA zich voor op een worst case
scenario.
In een worst case scenario wordt uitgegaan van gelijk blijvende handelsstromen en
fysieke keuringen van alle partijen die moeten worden voorzien van papieren certificaten
met natte handtekening en stempel. In dit worst case scenario zijn 143 fte nodig,
waarvan ruwweg een derde voor importcontroles en twee derde voor exportcertificering.
Van de 143 fte betreft het 100 fte aan toezichthoudende dierenartsen, waarvan 20 fte
voor de import en 80 fte voor de export. De opleiding van de 20 dierenartsen voor
de importcontroles is in volle gang en afgerond voor 29 maart. Daarnaast worden dierenartsen
geworven en opgeleid voor de exportcertificering. De eerste tranche van 22 doorloopt
momenteel de opleiding. Een tweede tranche van 36 niet-Nederlandstalige dierenartsen
start met ingang van april 2019 met de taaltraining. Deze dierenartsen zijn vanaf
april 2020 volledig inzetbaar, na het doorlopen van een 18 wekende durende full time
opleiding Nederlands en de daarop aansluitende reguliere opleiding. De overige 22
fte aan toezichthoudende dierenartsen moet nog worden geworven. De NVWA is op dit
moment ook bezig met de werving van de overige 43 fte (niet-dierenartsen).
Naast de benodigde dierenartsen en assistent-inspecteurs is ook aanvulling op diverse
andere plaatsen voorzien. Zo worden bijvoorbeeld voor het fytosanitaire domein 5 fte
geworven en opgeleid voor zeer specifieke inspectie- en expertisetaken en het Nationaal
Referentie Centrum van de NVWA.
De NVWA werkt stelselmatig aan het verhogen van de efficiency bij de inzet van dierenartsen.
In 2019 kunnen de reeds geruime tijd geleden in gang gezet maatregelen tien tot maximaal
twintig fte opleveren. Deze maatregelen nemen niet weg dat de NVWA in het worst case
scenario gedurende ongeveer een jaar kan kampen met een tekort van enkele tientallen
dierenartsen. Mocht dit scenario zich aandienen, dan is strikte herprioritering van
de totale inzet van dierenartsen noodzakelijk. Het is niet uitgesloten dat het niveau
van dienstverlening aan bedrijven gedurende die periode moet worden aangepast. Dit
kan onder meer betekenen dat exportcertificeringen op andere momenten zullen plaatsvinden
dan door bedrijven is aangevraagd.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoeveel extra fte er na de brexit nog geworven gaat worden?
Antwoord 5
De werving voor 36 dierenartsen is in volle gang. Er zijn ruimschoots voldoende aanmeldingen
voor de opleiding die in april start. Daarna zal de werving doorgaan totdat het benodigde
aantal medewerkers is behaald.
Vraag 6
Op welke manier zijn andere toezichthouders, zoals het Kwaliteits-Controle-Bureau,
Naktuinbouw, Nederlandse Algemene Keuringsdienst, Bloembollenkeuringsdienst en het
Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel, betrokken bij de voorbereiding
op de brexit?
Antwoord 6
In voorbereiding op de Voorjaarsnota 2018 is een eerste inventarisatie gemaakt van
de per toezichthouder verwachte impact van een no deal scenario en de eventuele voorbereidingen
hierop. Zij bereiden zich nu net als de NVWA voor op het onverhoopte no deal scenario.
Dit gebeurt in nauw overleg met mijn departement, de NVWA en het aan hun toezicht
onderworpen bedrijfsleven.
Vraag 7
Kunt u aangeven of er een masterplanning beschikbaar is voor de voorbereiding op de
brexit door de NVWA? Zo nee, bent u bereid deze alsnog op te stellen? Zo ja, bent
u bereid deze met de Kamer te delen? Zijn er tussendoelen geformuleerd en voldoet
de NVWA aan deze gestelde tussendoelen?
Antwoord 7
Ja, er is een interne masterplanning met tussendoelen, die steeds verder worden verfijnd,
onder meer naar aanleiding van de analyses en simulaties die de komende periode worden
uitgevoerd. De NVWA ligt vooralsnog op koers met haar voorbereidingen voor de terugtrekking.
Vraag 8
Zijn er locaties waar de NVWA op dit moment nog geen controleactiviteiten uitvoert
maar dat na de brexit op 29 maart 2019 wel zal moeten doen?
Antwoord 8
Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoord onder vraag 3.
Vraag 9
Hoeveel locaties zijn dit en wat is de voortgang met betrekking tot de werkzaamheden
die hiervoor verricht moeten worden?
Antwoord 9
Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoord onder vraag 3.
Vraag 10
Kunt u aangeven of de IT, zowel de hardware als de software, beschikbaar is, getest
is, en op 29 maart 2019 voldoende operationeel kan zijn? Zo nee, waar schort het op
dit moment nog aan?
Antwoord 10
De IT-systemen (hardware en software) ondergaan de komende weken een stresstest. Hiermee
worden gezien de eerdere voorbereidingen geen problemen verwacht. De vulling van de
systemen met eisen, dekkingen en formats vindt de komende weken eveneens plaats. Hierbij
moet worden aangemerkt dat dit gebeurt op basis van een voorlopige inschatting van
de eisen, dekkingen & formats die de Britse overheid na de terugtrekking mogelijk
gaat vereisen.
Een punt van zorg blijft of bedrijven tijdig zorgen dat ze na de terugtrekking van
het Verenigd Koninkrijk (VK) gebruik kunnen maken van de IT-systemen voor import-
en exportcontroles, in het bijzonder E-CertNL, eHerkenning en EKS. Het bedrijfsleven
is op het belang hiervan via allerlei kanalen geattendeerd, zoals het Brexit-loket,
de internetsite van de NVWA, via de keuringsdiensten, brancheverenigingen en tijdens
stakeholderbijeenkomsten. Bedrijven die tot het laatste moment wachten met het regelen
van hun aansluiting op de overheidssystemen, lopen het risico dat zij pas na de terugtrekking
daadwerkelijk van deze systemen gebruik kunnen maken. Het bedrijfsleven wordt hierop
de komende weken nogmaals geattendeerd.
Vraag 11
Is de NVWA voor haar IT-systemen afhankelijk van andere partijen, lidstaten of Brussel?
Zo ja, waarvan en op welke onderdelen?
Antwoord 11
Nederland moet van diverse typen zendingen melding maken aan Brussel via het systeem
Traces. Dat blijft onveranderd. Het VK zal wellicht geen aansluiting op dit systeem
en andere systemen meer hebben. Besluitvorming daarover is een verantwoordelijkheid
van de Europese Commissie en vergt inrichting van een (tijdelijk) andere workflow.
Vraag 12
Kunt u aangeven of er een overzicht is gemaakt van de werkzaamheden en of de werkzaamheden
op schema lopen zodat op 29 maart 2019 het een en ander operationeel kan zijn?
Antwoord 12
Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoord onder de vragen 4 en 7.
Vraag 13
Kunt u een uitgebreide actualisatie geven over de voorbereiding op de brexit door
de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)?
Antwoord 13
De voorbereidingen van de NVWA voor de Brexit liggen op schema. Mochten zich zaken
voordoen die een grote aanspraak maken op de capaciteit van de NVWA of een van de
keuringsdiensten, bijvoorbeeld een grote dierziekteuitbraak of een fytosanitair incident,
dan kan dit de voorbereidingen van de terugtrekking beïnvloeden.
Vraag 14
Kunt u een actueel overzicht van de beschikbare middelen geven waarin is aangeven
welke middelen inmiddels zijn ingezet en/of aanbesteed zijn? Kunt u hierin een onderscheid
maken tussen de NVWA en overige landbouw-gerelateerde keuringsdiensten?
Antwoord 14
Ik heb voor de aanloopkosten in totaal 14,2 miljoen euro beschikbaar gesteld aan de
NVWA ten behoeve van de Brexit-werkzaamheden. In 2018 is hiervan 2,5 miljoen euro
ingezet. Voor de keuringsdiensten (o.a. COKZ, Naktuinbouw en KCB) is in totaal 5 miljoen
euro beschikbaar voor aanloopkosten, hiervan is circa 2 miljoen euro in 2018 besteed.
Vraag 15
Is er inmiddels voldoende afstemming over de werkvormen met bijvoorbeeld de douane
en/of de Koninklijke Marechaussee? Zo nee, wanneer worden deze afspraken gemaakt?
Antwoord 15
Er is een constructieve samenwerking met de andere toezichthouders, waarin enkele
bestaande afspraken indien relevant voor de Brexit, worden geactualiseerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.