Verslag van een bijeenkomst : Verslag van een interparlementaire conferentie in het kader van de G20
29 679 Verslag van de zittingen van de Assemblee van de Interparlementaire Unie
AC/ Nr. 29 VERSLAG VAN EEN INTERPARLEMENTAIRE CONFERENTIE
Vastgesteld 24 januari 2019
Inleiding
Van 31 oktober tot en met 2 november 2018 vond in Buenos Aires, Argentinië, een interparlementaire
conferentie plaats in het kader van de G20. Namens de Staten-Generaal namen de Voorzitter
van de Eerste Kamer, mevrouw Broekers-Knol, en de Ondervoorzitter van de Tweede Kamer, mevrouw Ockje Tellegen, deel. De eerste anderhalve dag van het programma bestond uit een Parlementair Forum.
Op donderdagmiddag 1 november en vrijdagochtend 2 november vond een Voorzittersconferentie
plaats. De conferentie werd op vrijdagmiddag 2 november afgesloten met een speciale
bijeenkomst van vrouwelijke Parlementsvoorzitters uit de G20-landen.
Zowel de interparlementaire conferentie zelf, als het feit dat het Nederlandse parlement
daarvoor was uitgenodigd, was bijzonder. In de aanloop naar de G20-top van regeringsleiders
en staatshoofden is het inmiddels gebruikelijk dat een aantal «engagement groups»
voorbereidende bijeenkomsten heeft, die bedoeld zijn om input te leveren voor de uiteindelijke
top. Het gaat daarbij om input vanuit het bedrijfsleven, ngo's, vrouwenorganisaties,
wetenschappers, steden, vakbonden en jongeren. Voor parlementen was hier tot nog toe
geen plaats voor ingeruimd. De interparlementaire conferentie in Buenos Aires was
een initiatief van het het Argentijnse voorzitterschap en de Inter-Parlementaire Unie
(IPU) om ook parlementaire input voor de G20 te organiseren in een zogenaamde 'P20».
Aangezien Nederland geen vast lid is van de G20, is toekomstige deelname van de Staten-Generaal
aan de P20 niet gegarandeerd. Het is steeds aan de (roulerend) voorzitter om te bepalen
of Nederland al dan niet wordt uitgenodigd. Het lijkt wel voor de hand te liggen dat,
zo lang Nederland mag deelnemen aan G20-bijeenkomsten en indien het P20- initiatief
wordt voortgezet, het Nederlands parlement mag rekenen op een uitnodiging. In de aanloop
naar het Japanse voorzitterschap van de G20 in 2019 heeft de Nederlandse delegatie
in Buenos Aires de gelegenheid aangegrepen om bij de Japanse collega's voortzetting
van de P20 te bepleiten. Daarbij is aangegeven dat Nederland graag weer een delegatie
naar een volgende P20 stuurt.
Inbreng Parlementair Forum
Het Parlementair Forum op 31 oktober en 1 november bestond uit acht sessies. De focus
lag daarbij op de agenda van de G20 met thema's als de financiering van ontwikkeling,
de bevordering van transparant en effectief bestuur en corruptiebestrijding, multilateralisme
ter bevordering van duurzame handel en de toekomst van werk.
In het panel over de financiering van ontwikkeling sprak mevrouw Tellegen over de
vraag hoe ontwikkeling ten goede kan komen aan vrouwen («Making development work for
women»). Zij stelde daarbij het onacceptabel te vinden dat op veel plekken in de wereld
mannen en vrouwen nog steeds niet gelijk behandeld worden. Iedereen heeft recht op
een productief leven en op gelijke beloning voor gelijk werk. Parlementariërs moeten
zich hiervoor inzetten, meende zij, omdat juist wetgeving het verschil kan maken.
Vervolgens schetste zij het Nederlandse beleid voor economische zelfverwezenlijking
(«empowerment») van vrouwen, zowel nationaal als internationaal. Zij sloot aan bij
de woorden van Koningin Maxima, die op een eerdere bijeenkomst van de Women20 («W20»)
had gezegd, dat het mooi was dat de G20 zich inmiddels gecommitteerd had aan economische
investeringen in vrouwen, maar dat het nu aankwam op concrete actieplannen. Mevrouw
Tellegen beschreef dat vrouwen wereldwijd onevenredig getroffen worden door armoede
en dat zij vaak een dubbele last dragen, door werk en huishouden te moeten combineren.
Vrouwen worden geconfronteerd met specifieke uitdagingen, als werknemers, als ondernemers
en als consumenten. Om hier verandering in te brengen, is het van belang dat vrouwen
gelijke toegang krijgen tot de arbeidsmarkt, financiële dienstverlening en openbare
aanbestedingen. Het Nederlandse beleid is gericht op integratie en «mainstreaming'
van gender gelijkheid in programma's ter ondersteuning van de private sector, bijvoorbeeld
door nieuwe start-ups van vrouwelijke ondernemers te steunen. Mevrouw Tellegen gaf
enkele voorbeelden van programma's in Azië en Afrika, die Nederland steunt, om de
toegang van vrouwelijke ondernemers tot lokale en internationale markten te verbeteren.
Tot slot beschreef zij de rol die parlementen moeten spelen om ervoor te zorgen dat
regeringen gefocust blijven op gender gelijkheid. Dit thema moet niet alleen besproken
worden met de Minister, die verantwoordelijk is voor emancipatie. Alle bewindspersonen
moeten regulier bevraagd worden op de gevolgen van hun beleid voor vrouwen en meisjes,
aldus mevrouw Tellegen. Dit draagt bij aan een effectievere, efficiëntere en prettiger
samenleving.
Mevrouw Broekers-Knol sprak in een paneldiscussie over de toekomst van werk («The
future of work»), een internationale discussie die in 2015 door de International Labour
Organization gestart is in het kader van haar honderdjarige jubileum. Ook de G20 heeft
dit thema opgepakt. De vragen die naar de mening van mevrouw Broekers-Knol centraal
zouden moeten staan in dit debat zijn: hoe kan in de toekomst worden gerealiseerd
dat een meerderheid van de bevolking werk heeft? Om wat voor werk, onder welke condities,
gaat het dan? En wat zijn de
actuele uitdagingen daarbij? Hoe dan ook is duidelijk dat het thema werk zeer relevant
is voor onze toekomst. Daarbij moet erkend worden dat er wereldwijd zeer verschillend
tegen het thema wordt aangekeken. In veel delen van de wereld is een gebrek aan werk
en bestaan onrechtvaardige werksituaties, die eerst aangepakt moeten worden, voordat
er een debat over de toekomst van werk kan plaatsvinden. Mevrouw Broekers-Knol schetste
de vier trends die de Nederlandse sociaaleconomische Raad benoemd heeft voor het debat
op het gebied van economie (groei, globalisering), technologie (ICT, robotisering,
kunstmatige intelligentie), demografie (omvang en samenstelling van de bevolking)
en ecologie (duurzaamheid en klimaat). Daarbinnen zijn thema's te benoemen, die vooral
in Nederland als belangrijk worden gezien, zoals de flexibiliteit van de arbeidsmarkt,
een «vierde industriële revolutie» gebaseerd op digitalisering, de energietransitie
en een inclusieve en stevige sociale dialoog. Ten aanzien van dit laatste schetste
mevrouw Broekers-Knol de achtergrond van het Nederlandse poldermodel. Tot slot benadrukte
zij de verwevenheid van de Nederlandse economie met de rest van de wereld. De haven
van Rotterdam, Schiphol en multinationals verbinden onze arbeidsmarkt met economiëen
wereldwijd. De toekomst van werk vraagt dan ook om een mondiaal bestuur, wat het belang
van de G20 duidelijk maakt.
Bilaterale overleggen
De Nederlandse delegatie heeft drie bilaterale ontmoetingen gehad tijdens de P20.
Er is gesproken met de Voorzitter van de Argentijnse Kamer van Afgevaardigden, de
heer Emilio Monzó, en de voorzitter van de Nederlands-Argentijnse vriendschapsgroep,
de afgevaardigde Lucas Incicco. Tevens is gesproken met de President van de IPU, mevrouw
Gabriela Cuevas Barron. Zij gaf een toelichting op het voornemen van de IPU om de
P20 een vast onderdeel van de G20-cyclus te maken. Haar ambitie daarbij was om een
stevige inbreng van parlementen op de G20- thema's te organiseren. Zij gaf aan daarbij
wel afhankelijk te zijn van de bereidheid van de roulerend voorzitter van de G20 om
de P20 te continueren. In het derde bilaterale overleg met de Japanse afgevaardigde
mevrouw Akiko Santo werd dan ook vooral gesproken over de mogelijkheid voor Japan
om in 2019 weer een parlementair forum te organiseren. Het werd duidelijk dat Japan
hier nog geen beslissing over had genomen; mogelijk zou er een P20 in de tweede helft
van het jaar kunnen worden georganiseerd. De Nederlandse delegatie heeft het belang
van deze parlementaire betrokkenheid bij de G20 benadrukt en aangegeven daar ook in
de toekomst graag aan deel te nemen.
Slotdocument
Aan het einde van de Voorzittersconferentie op vrijdag 2 november werd een slotdocument
aangenomen, dat als bijlage bij dit verslag is gevoegd. In de tekst benadrukken de
Parlementsvoorzitters verschillende thema's van de G20-agenda, die zij van belang
vinden. De verklaring eindigt met een oproep aan het Japanse parlement om in de tweede
helft van 2019 opnieuw een P20 te organiseren.
De voorzitter van de delegatie, Broekers-Knol
De griffier van de delegatie, Westerhoff
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Indiener/ondertekenaar n.v.t., Functie n.v.t.