Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het expertisecentrum CBRN-explosieven binnen de Landelijke Eenheid van de Politie
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het expertisecentrum CBRN-explosieven binnen de Landelijke Eenheid van de Politie (ingezonden 5 december 2018).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 18 januari 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten van Omroep West, het Dagblad van het Noorden, de website
van de NOS en de eigen website van de politie maar ook met vele andere berichten in
de media over het aantreffen van, of geconfronteerd worden met explosieven door de
politie?1
2
3
4
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de waarneming dat de politie zowel in de bestaande criminaliteitsvormen (bijvoorbeeld
ram- en plofkraken) als in de bestrijding van terrorisme meer dan vroeger geconfronteerd
wordt met explosieven en andere gevaren op het vlak van chemisch, biologisch, radiologisch
en nucleair materiaal (CBRN)?
Antwoord 2
De politie ziet met name in het domein van de ram- en plofkraken een forse beweging
van steeds meer en zwaardere explosieven. Ook op het gebied van de bestrijding van
terrorisme komt het voor dat de politie wordt geconfronteerd met explosieven. De politie
ziet daar echter geen toename in het aantal incidenten op het gebied van chemisch,
biologisch, radiologisch en nucleair materiaal (CBRN). Wel neemt de politie op internet
een verhoogde interesse waar in CBRN-middelen die aan terrorisme kunnen worden gerelateerd.
De politie en anderen blijven daar alert op. Daarnaast wordt de politie in toenemende
mate geconfronteerd met het aantreffen van handgranaten in de openbare ruimte. Gevaren
op het gebied van CBRN treft de politie met name aan bij drugslaboratoria, waar met
gevaarlijke chemische stoffen wordt gewerkt. Voor het veiligstellen van materialen
en voor de ondersteuning bij de ontmanteling van deze laboratoria heeft politie de
Landelijke Faciliteit Ontmantelingen (LFO) ingericht.
Vraag 3
Op welke wijze heeft de politie expertise op het vlak van CBRN bijeen gebracht en
geborgd binnen de organisatie? Welke expertise bestaat er in de basisteams, welke
expertise is er binnen de eenheden georganiseerd en welke taken worden landelijk uitgevoerd?
Zijn er samenwerkingsverbanden met andere overheidsdiensten?
Antwoord 3
Rijksbreed vinden op verschillende niveaus voorbereidingen plaats om met CBRN-incidenten
om te kunnen gaan. De verschillende partijen, waar onder veiligheidsregio’s, politie
en defensie, werken daarbij nauw met elkaar samen. Onderzoeksinstituten zoals het
NFI en RIVM leveren daarbij eveneens een bijdrage. Binnen de politie-eenheden is al
expertise opgebouwd. Iedere politie-eenheid beschikt over een TEV (Team(leider) CBRN-Explosieven
Veiligheid) op piketbasis. Zij zijn binnen de eenheden het eerste aanspreekpunt voor
CBRN-E incidenten. Zo nodig doen zij een beroep op de expertise van CENTREX CBRN-Explosieven.
Ook specialistische politie-eenheden die moeten optreden bij een incident of aanslag
met CBRN-middelen, zijn getraind.
Vraag 4
Klopt het dat binnen de Landelijke Eenheid van de politie het expertisecentrum CENTREX
CBRN-Explosieven bestaat? Is er een voornemen om dit expertisecentrum op te heffen
en hoe bent u voornemens om dán de taken van dit centrum binnen de organisatie te
beleggen. Bent u – zo nodig vertrouwelijk – bereid om de taken, de resultaten en de
ontwikkeling van dit centrum toe te lichten?
Antwoord o4
Sinds 2012 draait er al een pilotproject CENTREX – CBRN Explosieven binnen de Landelijke
Eenheid (voorheen KLPD) van de politie. Dit landelijke loket is opgericht om geïntegreerd
multidisciplinair advies te geven in de eerste fase na een (CBRNe-) incident. Op deze
wijze kunnen hulpverleners snel beschikken over specialistische kennis die anders
alleen bij verschillende instituten en organisaties is te vinden. In eerste instantie
was dit een pilot-loket voor alleen de politie. De vorming van een formeel multidisciplinair
centrum heeft tot nu toe nog niet plaatsgevonden. Het pilotproject CENTREX is in de
afgelopen jaren voortgezet. Het pilotproject heeft zich ontwikkeld en functioneert
in de praktijk wel als multidisciplinair centrum dat hulpverleningsdiensten kan ondersteunen
die in aanraking komen met chemische biologische, radiologische en/of nucleaire middelen.
Borging van de huidige taken van het pilotproject is de volgende belangrijke stap
in het proces. Om te komen tot de multidisciplinaire gedachte waarin effectief en
efficiënt wordt samengewerkt met alle betrokken partners, wordt gewerkt aan het creëren
van een duurzame organisatievorm waarbij verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij
de juiste organisaties worden belegd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.