Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bruins Slot over “een onzichtbaar cyberleger”
Vragen van het lid Bruins Slot (CDA) aan de Minister van Defensie over een onzichtbaar cyberleger (ingezonden 27 december 2018).
Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie) (ontvangen 21 januari 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Het cyberleger is er wel, maar mag weinig»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het Defensie Cyber Commando (DCC) in plaats van de nagestreefde 200
militairen slechts met 80 tot 100 militairen gevuld is? Zo ja, vindt u hiervan en
wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 2
Een formatie van 200 personen is geen specifiek streven van het DCC. Het kabinet heeft
95 miljoen euro extra geïnvesteerd in cybersecurity, waarvan 20 miljoen voor Defensie.
Van dit bedrag wordt een aanzienlijk deel geïnvesteerd in personele versterking van
het DCC.
Vraag 3
In hoeverre bestaat er onduidelijkheid over wat het commando precies kan, mag en wil?
Zo ja, op welke onderwerpen bestaat die onduidelijkheid?
Antwoord 3
Over de inzet van het DCC is geen onduidelijkheid. Net als de offensieve inzet van
elk militair middel, geldt dat daarvoor een politiek besluit tot inzet nodig is, waarbij
een mandaat en «rules of engagement» worden vastgesteld. Dit kan in het kader van
expeditionaire inzet van de krijgsmacht, alsook in geval van verdediging van ons land
of ons bondgenootschappelijk grondgebied, in overeenstemming met het internationaal
recht.
Vraag 4
Herkent u zich in de kritiek van onderzoekers dat het vermogen om hoogwaardige doelen
uit te schakelen nog niet aanwezig is en dat de budgetten tekortschieten?
Antwoord 4
De bruikbaarheid van onze cybercapaciteiten is, zoals voor al onze capaciteiten geldt,
volledig afhankelijk van de context waarin de krijgsmacht wordt ingezet. Om op voorhand
te stellen dat het DCC per definitie niet in staat is hoogwaardige doelen aan te grijpen,
is ongefundeerd.
Vraag 5
Klopt het dat het Amerikaanse cybercommando websites van terreurorganisatie ISIS met
propagandamateriaal weg heeft gehaald en het de toegang van cyberpropagandisten van
ISIS tot social media accounts heeft geblokkeerd?
Antwoord 5
In openbare bronnen, zoals de verslagen van gesprekken van de Amerikaanse Senaat met
de commandant van het USCYBERCOM, wordt uitgebreid verslag gedaan van de bijdrage
van het Amerikaanse cyber commando aan de strijd tegen ISIS. Hierin valt te lezen
dat dit onder andere de vernietiging van de online propaganda-infrastructuur van ISIS
behelst.
Vraag 6
Mag het DCC soortgelijke operaties uitvoeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het mandaat voor de inzet van digitale middelen door de krijgsmacht wordt per militaire
missie of operatie vastgesteld. De bestaande volkenrechtelijke regels inzake het gebruik
van geweld zijn van toepassing op digitale aanvallen.
Vraag 7
Is het waar dat cybersoldaten van het DCC elders worden gedetacheerd? Hoe vaak gebeurt
dit? Wat is de reden hiervan?
Antwoord 7
Ja, dit gebeurt met enige regelmaat, met name bij de MIVD. Zoals uitgelegd in onder
andere de Defensie Cyber Strategie, komen de benodigde kennis en vaardigheden voor
het uitvoeren van offensieve cyberoperaties sterk overeen met die voor het uitvoeren
van digitale inlichtingenoperaties. Door middel van detacheringen over en weer tussen
verschillende defensieonderdelen die in het cyberdomein opereren, versterken we defensiebreed
onze cybervaardigheden.
Vraag 8
Klopt het dat de vorige commandant van het DCC de strijd verloor om het cybercommando
een rol te laten spelen bij de bescherming van de Rotterdamse haven, de digitale bescherming
van kerncentrales en andere mogelijke doelwitten? Zo ja, wat is de reden hiervan?
Antwoord 8
Van strijd om de verdediging van vitale infrastructuur is geen sprake. Om Nederland
digitaal veilig te houden wordt op gecoördineerde wijze samengewerkt door zowel publieke
als private organisaties. In het regeerakkoord is vastgelegd dat Defensie een grotere
rol gaat spelen bij de digitale beveiliging en bewaking van Nederland. In de Defensie
Cyber Strategie heb ik uitgelegd dat Defensie zich hierbij, onder coördinatie van
de NCTV, specifiek gaat richten op de vitale infrastructuur.
Vraag 9, 10
Welke bijdrage levert het DCC aan het bereiken van de doelstellingen in de recent
uitgebrachte Defensie Cyber Strategie 2018? Waarom wordt het DCC nauwelijks in de
Defensie Cyber Strategie 2018 genoemd?
Hoe verhoudt zich een en ander tot de doelstelling in de Defensienota om één defensieve
en/of offensieve cyberoperatie uit te voeren, alsmede de motie Bruins Slot c.s.2 over investeringen in cyber als volwaardig vijfde militair domein en een grotere
rol voor Defensie in het kader van de derde hoofdtaak en de motie Diks3 over de capaciteit van het Defensie Cyber Commando en de inzet van cybercapaciteiten
in het kader van de internationale rechtsorde?
Antwoord 9, 10
Het DCC levert een belangrijke bijdrage aan het realiseren van de doelstellingen van
de Defensie Cyber Strategie. Het kabinet heeft 95 miljoen euro extra geïnvesteerd
in cybersecurity, waarvan 20 miljoen voor Defensie. Van dit bedrag wordt een aanzienlijk
deel geïnvesteerd in personele versterking van het DCC. Door te investeren in de capaciteiten
van het DCC werken we aan een krijgsmacht die effectief inzetbaar is in het digitale
domein. Ook wordt door het ontwikkelen van geloofwaardige, offensieve digitale capaciteiten
van het DCC, bijgedragen aan de afschrikkingsfunctie van de krijgsmacht. Nederland
heeft zich bereid verklaard om waar nodig en mogelijk met digitale capaciteiten bij
te dragen aan NAVO-missies en -operaties.
Tot slot gaat Defensie de uitvoering van de derde hoofdtaak in het digitale domein
versterken door een grotere bijdrage te leveren aan bestaande civiele structuren.
Vraag en aanbod van cybercapaciteiten van Defensie worden in overleg met de civiele
autoriteiten en betrokken publieke en private partners in kaart gebracht. Gezien de
aard van de dreigingen richt Defensie zich daarbij met name op de vitale infrastructuur
door intensievere samenwerking met de daartoe bij wet aangewezen organisaties, met
name het Nationaal Cyber Security Centre.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.