Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Voordewind en Groothuizen over overlast en geweld door bepaalde groepen asielzoekers in asielzoekerscentra
Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie) en Groothuizen (D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over overlast en geweld door bepaalde groepen asielzoekers in asielzoekerscentra (ingezonden 13 november 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 9 januari
2019).
Vraag 1
Kent u het bericht dat er na de zomer een groep van vijftig voornamelijk alleenstaande
jongemannen uit Marokko en Algerije tegelijkertijd in Asielzoekerscentrum (azc) Beverwaard
zijn geplaatst?1 Klopt dit bericht?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Klopt het dat het aantal incidenten waar de politie bij is ingeschakeld sindsdien
zeer is toegenomen?
Antwoord 2
Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 15 november jl. heb ik in de afgelopen periode
vanuit verschillende gemeenten signalen ontvangen over overlast door asielzoekers.2 Daarbij kreeg ik ook signalen dat dit op verschillende plaatsen inderdaad heeft geleid
tot een toename van incidenten waar de politie voor moest worden ingeschakeld.
Vraag 3, 4, 5
Is het bij het Centraal orgaan voor asielzoekers (COA) bekend dat deze specifieke
groepen asielzoekers vaker overlast geven?
Waarom heeft het COA besloten een dergelijke groep in een azc te plaatsen waar veel
gezinnen met kinderen verblijven? Vindt u dit een verstandig besluit?
Wordt voorafgaande aan zo’n beslissing dit risico niet afgewogen?
Antwoord 3, 4, 5
Zoals ik eerder aan uw Kamer heb geschreven wijst de praktijk uit dat de groep asielzoekers
die overlast veroorzaakt, vaak afkomstig is uit een veilig land van herkomst.3 Dit is uiteraard ook bekend bij het COA. Dit doet echter niet af aan het feit dat
het COA de taak heeft om opvang te bieden aan hen die daar recht op hebben, waaronder
ook asielzoekers die afkomstig zijn uit een veilig land van herkomst. Het COA hanteert
bij plaatsing het uitgangspunt van spreiding van groepen en zet daarnaast, samen met
betrokken partijen, in op adequate inzet van beschikbare maatregelen om de beheersbaarheid
en veiligheid op locaties te borgen. Het is hierbij relevant dat de betrokken partijen
uit de lokale driehoek en de lokale structuren vanuit de migratieketen (Lokaal Terugkeer
Overleg) gezamenlijk in beeld hebben wie de overlast veroorzaken, en er relevante
informatie tussen de ketenpartners wordt gedeeld, zodat er dossieropbouw plaatsvindt
en gerichte maatregelen kunnen worden getroffen.
Vraag 6
Klopt het, dat de beveiligers in het centrum niet durven in te grijpen bij ruzies
uit angst dat aangifte tegen hen wordt gedaan?
Antwoord 6
Ik heb van het COA geen signalen ontvangen waaruit blijkt dat deze afspraak niet nagekomen
wordt. Indien daarbij geweld of ander ontoelaatbaar gedrag tegen personeel plaatsvindt,
is de afspraak dat de politie wordt ingeschakeld en er aangifte wordt gedaan. Ik heb
van het COA geen signalen ontvangen waaruit blijkt dat deze afspraak niet nagekomen
wordt.
Vraag 7
Onder welke voorwaarden kan een persoon naar het speciale azc voor overlastgevende
asielzoekers worden gestuurd? Gebeurt dit ook in alle gevallen?
Antwoord 7
Ik verwijs hiervoor naar eerdere brieven aan uw Kamer waarin uitgebreid is ingegaan
op de voorwaarden die gelden voor een plaatsing op de extra begeleiding- en toezichtlocatie.4
Vraag 8
Wat is de gemiddelde periode dat asielzoekers uit veilige landen in procedure zijn?
Welke maatregelen neemt u teneinde deze te bekorten?
Antwoord 8
Sinds de invoering van het sporenbeleid worden asielaanvragen van asielzoekers afkomstig
uit een veilig land van herkomst versneld en met voorrang door de IND behandeld. Voor
de actuele doorlooptijden en maatregelen om de doorlooptijden te verkorten verwijs
ik naar antwoorden op recente Kamervragen.5
Vraag 9
Is het feit dat de Extra Begeleidings- Toezichtslocatie (EBTL) bestaat, eigenlijk
bekend bij COA-personeel, gezien uw oproep dat «iedereen moet weten dat dit bestaat»?6
Antwoord 9
Ja. Vanaf de opening van de ebtl’s is er binnen het COA veel aandacht besteed aan
voorlichting over de extra begeleidings- en toezichtlocatie en de mogelijkheid tot
overplaatsing naar deze modaliteit.
Vraag 10
Is er voldoende capaciteit in dit speciale azc? Klopt het dat er maar weinig gebruik
van gemaakt wordt?7 Zo ja, hoe komt dat?
Antwoord 10
In totaal zijn er 100 plaatsen beschikbaar in de ebtl’s. Op dit moment is dat voldoende.
Ik verwijs voorts naar mijn brief van 15 november jl.8
Vraag 11
Wordt er volgens u voldoende gebruik gemaakt van alle wettelijke mogelijkheden die
er zijn?
Antwoord 11
Voor een effectieve inzet van de maatregelen die voorhanden zijn om overlastgevende
asielzoekers aan te pakken is het belangrijk om te realiseren dat de mate waarin overlast
voorkomt fluctueert, en de aard en achtergrond van de overlast verschilt. Dit vraagt
dan ook om een intensieve lokaal gecoördineerde casusgerichte aanpak waarbij de betrokken
partijen gezamenlijk bezien welke maatregelen moeten worden ingezet – op zowel strafrechtelijk,
bestuursrechtelijk als vreemdelingrechtelijk terrein – om de overlastgevers adequaat
aan te pakken.
De afgelopen periode is duidelijk geworden dat deze aanpak op een aantal locaties
zichtbaar positieve effecten meebrengt, maar dat tegelijkertijd op andere locaties
de overlast blijft of zelfs toeneemt. Daarom is het belangrijk om in geval van lokale
problematiek te bezien of de maatregelen die beschikbaar zijn optimaal worden ingezet
of dat extra inzet geboden is. Om hier gezamenlijk invulling aan te geven wordt in
geval van lokale signalen van overlast vanuit mijn departement en de betrokken diensten
verbinding gelegd met de lokaal betrokken partijen.
Vraag 12
Welke problemen worden ervaren bij het uitzetten van asielzoekers uit veilige landen?
Welke maatregelen neemt u teneinde de problemen op te lossen?
Antwoord 12
Als een vreemdeling niet langer in Nederland mag blijven is terugkeer aan de orde.
De inzet van de migratieketen is erop gericht om in die gevallen vreemdelingen zelfstandig
te laten vertrekken. In die situaties waarin de persoon niet bereid is om actief aan
terugkeer te werken, kan de overheid overgaan tot gedwongen vertrek. De overheid beschikt
daartoe over verschillende bestuursrechtelijke maatregelen, waarvan vreemdelingenbewaring
de uiterste maatregel is. Vreemdelingenbewaring kan alleen toegepast worden als wordt
voldaan aan strikte criteria waaronder zicht op uitzetting, een onttrekkingsrisico,
dat een lichter middel niet volstaat en als kan worden betoogd dat de maatregel niet
onredelijk bezwarend is. Zoals bekend bij uw Kamer is in geval van gedwongen vertrek
medewerking nodig van het land van herkomst. Er zijn landen die hier onvoldoende aan
meewerken. Om gedwongen vertrek naar dergelijke landen te intensiveren is de inzet
van het kabinet erop gericht om in bilaterale relaties en op EU-niveau een betere
terugkeersamenwerking te realiseren.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Toorenburg
(CDA), ingezonden 9 november 2018, (vraagnummer 2018Z20648), en Jasper van Dijk (SP) (ingezonden 12 november 2018), (vaagnummer 2018Z20757).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.