Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ronnes en Van Helvert over parkeerplaatsen bij het belastingkantoor in Maastricht
Vragen van de leden Ronnes en Van Helvert (beiden CDA) aan de Staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën over parkeerplaatsen bij het belastingkantoor in Maastricht (ingezonden 9 november 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
27 december 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 891.
Vraag 1
Bent u van mening dat maatschappelijk vastgoed zo nuttig mogelijk aangewend zou moeten
worden?
Antwoord 1
Zoals ik u in mijn brief van 29 juni 2018 heb geschreven, ben ik voornemens het rijksvastgoed
zo in te zetten dat het bijdraagt aan een optimaal financieel én maatschappelijk rendement.
Vraag 2
Wat is uw mening over het feit dat de Rijksgebouwendienst over een flink aantal inpandige
parkeergarages alsmede parkeerterreinen beschikt, die in de avonduren en weekenden
vaak grotendeels leeg staan?
Antwoord 2
Onder voorwaarden (zie het antwoord op vraag 3) is terbeschikkingstelling van parkeergelegenheid
van rijksgebouwen aan derden een goede zaak. Zo werd parkeerruimte beschikbaar gesteld
in het pand van de Belastingdienst aan het Stationsplein in Apeldoorn. In Den Haag
gebeurt dat onder meer in het rijkskantoor aan het Korte Voorhout 7.
Vraag 3
Herinnert u zich de Kamervragen aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst over het
herbestemmen van Rijksvastgoed?1 Zijn er feiten of omstandigheden die thans een ander standpunt zouden rechtvaardigen
dan is weergegeven in de toen gegeven antwoorden?
Antwoord 3
De randvoorwaarden zoals toen door de Minister voor Wonen en Rijksdienst aangegeven
en hieronder nog eens op een rij gezet, acht ik nog steeds actueel en valide.
1. het parkeerbeleid van de betreffende gemeente staat voorop;
2. er mogen geen juridische belemmeringen zijn als gevolg van bestemmingsplan en bouwbesluit;
3. het pand wordt niet binnen afzienbare tijd afgestoten (indien het pand wordt afgestoten
kan er alleen sprake zijn van tijdelijk medegebruik);
4. bij niet-eigendomspanden zal de verhuurder van huurpanden moeten instemmen;
5. er mogen geen technische beperkingen zijn;
6. de exploitatie van de parkeergarage dient financieel rendabel te zijn;
7. er mogen geen veiligheids- en praktische problemen met de hoofdgebruiker ontstaan
zoals de noodzaak tot het apart beveiligen van de gebouwen en/of het houden van toezicht
op het in- en uitrijden;
8. de garage voldoet aan het veiligheidsregime.
Vraag 4
Bent u bekend met het feit dat er een Leisure en Sport ontwikkeling in Maastricht
West heeft plaatsgevonden, waarbij aldaar een groot fitness centrum is gerealiseerd
met een schoonheidsinstituut, trampolinepark, glowgolf en racesimulatoren?
Antwoord 4
Het is mij bekend dat er een Leisure en Sport ontwikkeling heeft plaatsgevonden.
Vraag 5
Is het u bekend dat deze ontwikkeling aanmerkelijk gebaat zou zijn bij bereidheid
van de Belastingdienst en Rijksgebouwendienst om het openbaar gebruik van de parkeerplekken,
indien de belastingdienst deze niet benut (buiten kantooruren), toe te staan?
Antwoord 5
Ja, dat is mij bekend.
Vraag 6, 7
Kunt u aangeven waarom niet aan de redelijke verzoeken van belanghebbenden wordt voldaan?
Bent u bereid om met betrokkenen naar een passende oplossing te zoeken?
Antwoord 6, 7
De gebruiker van een rijksgebouw, in dit geval de Belastingdienst, is verantwoordelijk
voor de beveiliging en veiligheid van de betreffende locatie door middel van gecontroleerde
toegang en toezicht tijdens kantooruren, maar ook buiten kantooruren. Buiten kantooruren
is op de meeste locaties, zo ook in Maastricht, geen bewakingspersoneel aanwezig.
Door het beschikbaar stellen van de parkeerruimte aan derden op deze locatie, ontstaan
er veiligheids- en praktische problemen bij de hoofdgebruiker, zoals de noodzaak tot
het apart beveiligen van de gebouwen en het houden van toezicht op het in- en uitrijden.
Dit is voornamelijk ook een probleem voor de Belastingdienst omdat het pand in Maastricht
een hoger beveiligingsregime kent als gevolg van de aanwezigheid van de FIOD. Om deze
redenen laat de Belastingdienst buiten kantooruren tot nog toe geen derde partijen
op het terrein van deze locatie toe. Voor deze specifieke locatie geldt daarnaast
dat in de afgelopen periode veel vernielingen zijn aangericht. Het openstellen van
parkeerfaciliteiten zal de kans op vernielingen doen toenemen.
Het Rijksvastgoedbedrijf en de Belastingdienst zullen samen de mogelijkheid tot meervoudig
ruimtegebruik onderzoeken en in beeld brengen wat er mogelijk is bij locaties waar
de Belastingdienst de gebruiker is. Hierbij geldt wel dat beveiligingsaspecten zoals
hiervoor benoemd daar belangrijke factoren in zijn. De kosten van aanvullende maatregelen
komen daarbij voor rekening van de medegebruiker.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.