Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Tielen en Nijkerken-de Haan over het bericht ‘Duitsers willen nieuwe universiteit op grens met Nederland’
Vragen van de leden Tielen en Nijkerken-de Haan (beiden VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Duitsers willen nieuwe universiteit op grens met Nederland» (ingezonden 5 december 2018).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
2 januari 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Duitsers willen nieuwe universiteit op grens met Nederland»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat vertegenwoordigers van de deelstaat Noordrijn-Westfalen op de top in
Düsseldorf hebben gesproken met de Nederlandse Minister-President over een Europese
universiteit op de grens met Venlo? Zo ja, kunt u mede namens de Minister-President
aangeven wat hier besproken is?
Antwoord 2
Nee, de Europese universiteit op de grens met Venlo is kort ter sprake gekomen in
een gesprek tussen de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en zijn collega van Noordrijn-Westfalen, Minister Holthoff-Pförtner. Noordrijn-Westfalen
heeft gemeld dat het een initiatief van twee afgevaardigden in het deelstaatparlement
betreft. Er is niet inhoudelijk doorgepraat.
Vraag 3
Klopt het dat de voorgestelde universiteit een universiteit voor toegepaste wetenschappen
moet worden? Zo ja, is aan een dergelijke instelling behoefte in deze regio naast
de al bestaande instellingen? Zo nee, om wat voor soort instelling gaat het wel?
Antwoord 3
Het plan dat mij bekend is, betreft een plan van twee parlementariërs van Noordrijn-Westfalen.
Deze parlementariërs willen een Nederlands-Duitse universiteit vestigen dichtbij de
grens tussen Nederland en Duitsland bij Venlo, die zich naar ik begreep vooral zou
moeten richten op vragen rond duurzaamheid.
Vraag 4
Deelt u de mening dat een nieuwe grensoverschrijdende universiteit gericht op de promotie
van Europese waarden geen waarde toevoegt aan het bestaande Nederlandse netwerk van
hogescholen en universiteiten? Zo nee, waarom lijkt dit u wel een goede toevoeging?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 5
Deelt u de mening dat meer grensoverschrijdende Europese samenwerking door bestaande
universiteiten en hogescholen wel degelijk van toegevoegde waarde kan zijn? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 5
Grensoverschrijdende samenwerking kan zeker toegevoegde waarde hebben, daarom ben
ik ook een warm voorstander van het Europese initiatief voor Netwerken van Europese
Universiteiten. Ik heb me er in Europees verband hard voor gemaakt dat deze netwerken
bottom-up tot stand komen, dat er geen nieuwe instituten of Europese diploma’s worden gecreëerd
en dat de initiatieven bij kunnen dragen aan de versterking van hogeronderwijsinstellingen
door heel Europa, zodat mobiliteit van «brains» evenwichtiger over de EU plaats kan vinden. Ik zie dus in beginsel geen toegevoegde
waarde binnen het bestel voor een nieuwe grensoverschrijdende universiteit, maar mogelijk
wel voor grensoverschrijdende samenwerking tussen bestaande universiteiten en hogescholen.
De Europese Commissie heeft recentelijk een call uitgeschreven voor een pilot met zulke netwerken, waarin bestaande instellingen (minimaal
drie, uit drie verschillende lidstaten) in competitie middelen kunnen verwerven ten
behoeve van institutionele (onderwijs)samenwerking. Ik weet dat enkele Nederlandse
hogeronderwijsinstellingen van plan zijn mee te doen aan deze call, maar er zal ongetwijfeld veel competitie zijn. Over de kans van slagen van individuele
instellingen en hun Europese partners kan ik dan ook geen uitspraken doen.
Vraag 6
Op welke wijze vindt u dat Nederlandse universiteiten en hogescholen zouden kunnen
deelnemen aan de eerdergenoemde pilot, dit in het licht van het feit dat Maastricht
University bekend staat als een universiteit die veel samenwerkingsverbanden heeft
in de regio (zowel in Duitsland als in België), idem dito de Rijksuniversiteit Groningen?
Vindt u ook dat bijvoorbeeld Maastricht University aanspraak moet kunnen maken op
Europees budget dat beschikbaar is voor Europese universiteiten om regionale samenwerking
te bevorderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 7.
Vraag 7
Op welke manier kunt u eraan bijdragen dat onze bestaande Nederlandse hogeronderwijsinstellingen
– zoals Maastricht University – aanspraak kunnen maken op dit budget? Bent u bereid
dit ook te doen?
Antwoord 7
Het budget dat binnen het Erasmus+-programma is vrijgemaakt voor Europese Universiteitsnetwerken
is niet alleen bedoeld voor regionale samenwerking, maar voor samenwerking door de
gehele Europese Unie. Een van de criteria waarop de voorstellen zullen worden beoordeeld
is de geografische spreiding. Daarop scoren voorstellen die alleen regionaal samenwerken
minder hoog. Bij de selectie wordt ook naar andere criteria gekeken (zie ook het antwoord
op vraag 5).
De Nederlandse hogeronderwijsinstellingen werken al veel samen met Europese partners
en worden over het algemeen als kwalitatief hoogwaardige instellingen aangemerkt.
Daarmee zullen zij als een aantrekkelijke netwerkpartner worden gezien. Het staat
alle Nederlandse hogeronderwijsinstellingen vrij om een aanvraag te doen uit dit budget.
In de beoordeling (door de Europese Commissie) van deze voorstellen spelen individuele
lidstaten geen rol.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.