Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over de verplichte rijenbemesting vanaf 2021 en de aangepaste teeltmaatregelen voor 2019 die voortvloeien uit het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de verplichte rijenbemesting vanaf 2021 en de aangepaste teeltmaatregelen voor 2019 die voortvloeien uit het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn (ingezonden 27 november 2018).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 20 december
2018).
Vraag 1
Bent u van mening dat de aangepaste teeltmaatregelen voor maistelers op zand- en lössgrond,
die voortvloeien uit het zesde actieprogramma om de nitraatuitspoeling te beperken,
op voldoende wijze zijn gecommuniceerd met de telers? Zo ja, op welke manier zijn
de aangepaste teeltmaatregelen met de telers en (ondersteunende) bedrijven gecommuniceerd?
Antwoord 1
De maatregelen uit het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn 2018–2021 (hierna: zesde
actieprogramma) zijn sinds eind vorig jaar voor een ieder te raadplegen via internet
(Kamerstuk 33 037, nr. 250). Voorafgaand aan invoering van de maatregelen vindt uitwerking en verdere invulling
plaats. Daarbij wordt met sectorpartijen, waaronder telers, overleg gevoerd. Maatregelen
uit het zesde actieprogramma die worden uitgewerkt in regelgeving, worden verder geconsulteerd
via de website www.internetconsultatie.nl en daar waar dit wettelijk is voorgeschreven, aangekondigd in de Staatscourant. Hiermee
krijgt een ieder gelegenheid om op de voorgenomen regelgeving te reageren. Na vaststelling
wordt de regelgeving gepubliceerd in het Staatsblad of de Staatscourant. Hoe een maatregel
moet worden toegepast in de praktijk, wordt door RVO.nl gecommuniceerd op hun website
en via hun digitale nieuwsbrief waar iedere boer zich op kan abonneren. Ook kunnen
boeren telefonisch contact opnemen met RVO.nl of bij landbouwbeurzen waar RVO.nl aanwezig
is vragen stellen. Ik ben van mening dat landbouwers op deze manier voldoende worden
geïnformeerd.
Vraag 2
Heeft u gegevens over of en hoe de gewijzigde informatie in het algemeen en in deze
specifieke situatie (van de aangepaste teeltmaatregelen) tot de boeren en betrokken
ondernemers komt? Zo nee, wat vindt u daarvan?
Antwoord 2
In haar nieuwsbrief van november jongstleden heeft RVO.nl aandacht besteed aan de
maatregelen die per 1 januari aanstaande in zullen gaan. RVO.nl heeft hierover weinig
vragen ontvangen. Ook in de nieuwsbrief van december zal RVO.nl aandacht besteden
aan deze maatregelen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat er voor boeren al heel veel wijzigingen plaatsvinden en de boeren
op verschillende manieren aangeven dat het heel veel wijzigingen van beleid zijn en
dat het niet altijd duidelijk is hoe wijzigingen eruit zien?
Antwoord 3
De implementatie van maatregelen uit het zesde actieprogramma brengt wijzigingen in
regelgeving met zich. Dit is onoverkomelijk om als Nederland te blijven voldoen aan
de verplichtingen van de Nitraatrichtlijn en in aanmerking wil komen voor derogatie.
Met de sector is bij de opstelling van het actieprogramma overleg gevoerd en wordt
ook nu overleg gevoerd over de precieze invulling van de maatregelen. RVO.nl geeft
in haar communicatie aandacht aan wijzigingen, zodat landbouwers daar nog eens extra
op worden geattendeerd.
Vraag 4
Vindt u dat de gewijzigde informatie op die manier gecommuniceerd moet worden dat
boeren hier kennis van kunnen nemen, zonder dat zij zelf op zoek moeten naar gewijzigde
informatie? Zo ja, bent u bereid om hier het komende jaar een speerpunt van de maken?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik ben van mening dat het actief aanbieden van informatie vanuit de overheid kan bijdragen
aan de bekendheid van maatregelen in de sector. RVO.nl speelt hierin een belangrijke
rol. Landbouwers blijven er echter zelf voor verantwoordelijk dat zij zich op de hoogte
stellen van de geldende regelgeving. De komende jaren zal RVO.nl aandacht blijven
besteden aan de communicatie over maatregelen ter uitvoering van het zesde actieprogramma.
Dit blijft ook vanuit mij een aandachtspunt.
Vraag 5
Wat vindt u van de uitkomst van een peiling op de Agrotechniek Hollandbeurs waar 40%
van de telers aangaf nog nog niet bekend te zijn met de aangepaste teeltmaatregelen
of nog niet te weten wat zij moeten gaan doen?1
Antwoord 5
Voor een goede uitvoering van de maatregelen is het belangrijk dat de sector in de
volle breedte op de hoogte is van de maatregelen en deze toepast om zo tot een goede
landbouwpraktijk te komen. De uitkomst van deze peiling op de Agrotechniek Hollandbeurs
geeft een signaal over kennis van aangepaste teeltmaatregelen bij de telers. Daaruit
komt naar voren dat ondanks het openbaar zijn van het actieprogramma en de voorlichting
van RVO.nl hierover, een deel van de telers niet op de hoogte lijkt te zijn. Dat is
een signaal voor mij om hierover in overleg te blijven met de sector en te blijven
communiceren.
Vraag 6
Klopt het dat het nog steeds onduidelijk is welke hoofdgewassen in aanmerking komen
voor het zaaien van een vanggewas na de oogst of voor een andere hoofdteelt na de
mais? Zo nee, wanneer is dit duidelijk geworden?
Antwoord 6
De wijziging van de Uitvoeringsregeling gebruik meststoffen, waarin de voorgenomen
lijst vanggewassen en de hoofdteelten die in aanmerking komen om te worden geteeld
na maïs op zand- en lössgrond wordt aangewezen, is besproken met de sectorpartijen,
en vervolgens gepubliceerd bij de internetconsultatie, bij de voorhangprocedure en
nu in de nahangprocedure. De definitieve lijst vanggewassen en hoofdteelten die in
aanmerking komen om te worden geteeld na maïs op zand- en lössgrond wordt gepubliceerd
na afronding van de nahangprocedure van de wijziging van het Besluit gebruik meststoffen.
Dit zal voor het einde van dit jaar zijn, zodat de wijzigingen per 1 januari 2019
in werking kunnen treden.
Vraag 7
Bent u voor de keuze van de hoofdgewassen in contact getreden met ondernemers (boeren
en bedrijven die diensten verlenen) in de betreffende regio’s die te maken krijgen
met deze aangepaste teeltmaatregelen en die dus veel expertise hebben over de mogelijke
gevolgen en beperkingen van de keuze voor het hoofdgewas? Zo ja, wat is de uitkomst
van deze gesprekken? Zo nee, waarom niet en bent u bereid om dit gesprek alsnog te
voeren?
Antwoord 7
Diverse ondernemers en sectorpartijen hebben gebruikgemaakt van de mogelijkheid om
te reageren op de consultatie van de voorgenomen maatregelen in het ontwerp zesde
actieprogramma in 2017 en op de consultatie van de wijzigingen van regelgeving in
2018. De zienswijzen ten aanzien van het ontwerp zesde actieprogramma zijn in een
bijlage bij het zesde actieprogramma beantwoord en daarin is op hoofdlijnen aangegeven
hoe ik invulling wil geven aan deze maatregel. Voor de teelt van snijmaïs geldt dat
uiterlijk op 1 oktober een vanggewas moet worden geteeld. Dat kan door onderzaai of
door inzaai van een vanggewas na de oogst. Na de teelten van andere maïs (suikermaïs,
maïskolvensilage en corn cob mix) en van biologische geteelde (snij)maïs is het mogelijk
om op uiterlijk 31 oktober een aangewezen graangewas als hoofd- of vanggewas te telen.
De reacties op de internetconsultatie van de wijziging van de regelgeving zijn betrokken
bij de aanwijzing van gewassen in de regeling. De regeling zal naar verwachting medio
december worden gepubliceerd in de Staatscourant.
Vraag 8
Op welke manier kunnen boeren en bedrijven die boeren ondersteunen (zoals loonwerkers)
anticiperen op de regels behorende bij het verplichten van de rijenbemesting in mais
op alle zand- en lössgronden per 1 januari 2021?
Antwoord 8
Indien zij dit nog niet gedaan hebben, kunnen zij de maatregelen die zijn opgenomen
in hoofdstuk 5 van het zesde actieprogramma raadplegen. Bijlage 5 bij het zesde actieprogramma
geeft weer wanneer de verschillende maatregelen in werking moeten treden. Daarnaast
kunnen deze partijen de publicatiekanalen van het ministerie en van RVO.nl in de gaten
houden, om op de hoogte te blijven van de nadere invulling van de maatregelen. Zoals
eerder aangegeven voer ik met betrokken sectorpartijen overleg over de invulling van
de maatregelen.
Vraag 9
Zijn de aangepasten teeltmaatregelen voldoende duidelijk zodat boeren en bedrijven
geen desinvestering in machines doen, in acht nemend dat loonwerkers die nu voor een
investering staan een machine moeten kunnen kopen die langer dan drie jaar dienst
kan doen? Zo ja, op welke manier is dit gecommuniceerd?
Antwoord 9
Op dit moment is nog niet voor alle teeltmaatregelen die na 2019 ingaan duidelijk
welke eisen precies gesteld zullen gaan worden. Hier wordt aan gewerkt, onder meer
met de sectorpartijen en de Commissie Deskundigen Meststoffenwet. Zodra er meer duidelijkheid
is over invulling van maatregelen zal hierover actief worden gecommuniceerd. De voorgenomen
regelgeving zal via internetconsultatie worden geconsulteerd en wanneer de regelgeving
definitief is, zal op de in bovenstaande antwoorden omschreven manieren zo spoedig
mogelijk informatie worden verstrekt aan boeren door RVO.nl.
Vraag 10
Kunt u aangeven hoe ver het staat met het onderzoek naar mogelijkheden voor andere
opties van maiszaaien bij een volveldbemesting die ook kunnen voldoen aan de verminderde
uitspoeling van mineralen (ruitzaai/driehoeksverband etc.)?
Antwoord 10
Ik veronderstel dat bij deze vraag gedoeld wordt op de Publiek Private Samenwerking
Ruwvoerproductie en Bodemmanagement. In dit onderzoek zijn voor het derde seizoen
metingen verricht aan onder andere de opbrengst en stikstofopname bij verschillende
opties voor maïszaai. De eindrapportage wordt eind 2019 verwacht. Dit onderzoek is
niet gericht op alternatieve maatregelen voor het zesde actieprogramma. Ik blijf werken
aan de invulling van de maatregelen zoals omschreven in het actieprogramma.
Vraag 11
Wilt u deze vragen één voor één en voor het algemeen overleg Mestbeleid beantwoorden?
Antwoord 11
Ik heb deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.