Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het eenvoudig uitgeven van zwart geld in Nederland
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de ministers van Justitie en Veiligheid en van Financiën over het eenvoudig uitgeven van zwart geld in Nederland (ingezonden 9 november 2018).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) mede namens de Minister van Justitie en
Veiligheid (ontvangen 17 december 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 819.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Undercover in Nederland waarin werd getoond
dat het kinderlijk eenvoudig is zwart geld uit te geven?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het verontrustend is dat het zo makkelijk is gebleken zwart
geld uit te geven nu meer dan de helft van de winkeliers bereid bleek mee te werken
ondanks duidelijke signalen dat er iets niet in orde was met de herkomst van het geld?
Zo ja, hoe verklaart u dat? Zo nee, waarom niet? Ziet u ook de risico’s hiervan voor
het witwassen van zwart geld?
Antwoord 2
De uitzending ging voornamelijk over verkopers van keukens en badkamers. Beroeps-
of bedrijfsmatig handelende kopers of verkopers van goederen vallen onder de reikwijdte
van de Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (hierna: Wwft) voor
zover er contante betalingen van deze goederen plaatsvinden voor een bedrag van 10.000
euro of meer. Voor voornoemde verkopers geldt dat zij pas recent, namelijk sinds de
inwerkingtreding van de regelgeving ter implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn
op 25 juli 2018, onder toezicht staan.2 Als toezichthouder voor deze categorie is het Bureau Toezicht Wwft aangewezen. Met
de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn is dus een belangrijke stap gezet
in de verbetering van de handhaving van de Wwft-verplichtingen voor handelaren in
goederen.
Daarnaast werd ook aandacht besteed aan een botenhandelaar. Verkopers van schepen,
voertuigen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, sieraden en
juwelen staan al langer onder toezicht van het Bureau Toezicht Wwft. De desbetreffende
botenhandelaar was al in beeld van de toezichthouder en bij deze specifieke ondernemer
hebben in het verleden al meerdere onderzoeken plaatsgevonden. Het Bureau Toezicht
Wwft zal hier aandacht voor houden.
Vraag 3
Heeft u zicht op welke sectoren in het bijzonder gevoelig zijn voor het witwassen
van zwart geld? Zo nee, bent u bereid hier nader onderzoek naar te doen? Zo ja, hoe
denkt u het bewustzijn in de bewuste sectoren te vergroten teneinde verdachte betalingen
te signaleren en te melden bij de juiste instantie(s)?
Antwoord 3
Nederland is op grond van de vierde anti-witwasrichtlijn reeds verplicht de risico’s
op witwassen en terrorismefinanciering voor Nederland te identificeren en vervolgens
te beperken. De eerste National Risk Assessment (NRA), die eind 2017 is verschenen,
wordt het komende jaar geactualiseerd. Het streven is om een herziene versie eind
2019 beschikbaar te hebben. Daarnaast vinden er ook op internationaal en Europees
niveau onderzoeken plaats naar risico’s op witwassen en terrorismefinanciering binnen
sectoren. Voorbeelden hiervan zijn de typologierapporten van de FATF, de Supra National
Risk Assessments (SNRA’s) van de Europese Commissie3 en het, mede door Nederland ondersteunde, IARM rapport4 waarin een aantal sectoren wordt genoemd die in Nederland gevoeliger kunnen zijn
voor het witwassen van geld, zoals de kansspelsector en de hotelbranche.
De verschillende Wwft-toezichthouders5 treden op regelmatige basis in overleg met de meldplichtige instellingen uit hun
toezichtpopulatie, om de bewustwording van het belang van naleving van de Wwft te
vergroten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de meldplicht. Ook de FIU-Nederland
doet dit. Verder hebben de Wwft- toezichthouders leidraden opgesteld. Deze leidraden
zijn specifiek afgestemd op de verschillende sectoren. Naar aanleiding van de vierde
anti-witwasrichtlijn worden deze herzien. De geactualiseerde versies zijn recent gepubliceerd
of zullen op korte termijn worden gepubliceerd. Daarnaast publiceren sommige toezichthouders
ook een overzicht van documenten afkomstig van relevante internationale bronnen, zoals
de Financial Action Task Force (FATF).
Het risico dat individuele ondernemers zich niet aan de Wwft verplichtingen houden,
door grote bedragen contant geld aan te nemen en dit niet te melden bij de FIU-Nederland,
is niet aan een bepaalde sector gebonden. In alle sectoren die onder de reikwijdte
van de Wwft vallen, wordt op naleving van die wet gehandhaafd, bestuursrechtelijk
of strafrechtelijk. Handhaving van de Wwft vindt in het kader van de zogenaamde niet-melders
aanpak gezamenlijk plaats door het Openbaar Ministerie, de opsporingsdiensten, de
FIU-Nederland en alle Wwft toezichthouders. De niet-melders aanpak heeft tevens als
doel om het meldgedrag in bredere zin te bevorderen, bijvoorbeeld door publiciteit
te genereren over de verplichting om ongebruikelijke transacties te melden bij de
FIU-Nederland.
Vraag 4
Vindt u dat de Financial Intelligence Unit (FIU), die belast is met de taak zich te
buigen over ongebruikelijke transacties, meer zou moeten doen aan voorlichting ten
aanzien van het midden- en kleinbedrijf (mkb) over de verplichting van het melden
van ongebruikelijke transacties? Zo ja, heeft FIU voldoende middelen om inderdaad
meer te doen aan voorlichting van bedrijven, met name ten aanzien van het mkb? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 4
De FIU-Nederland heeft op grond van de Wwft als wettelijke taak het geven van voorlichting
omtrent het voorkomen en opsporen van witwassen en financieren van terrorisme aan
bedrijfstakken en beroepsgroepen. Dit doet de FIU-Nederland onder meer door het publiceren
van relevante casussen op haar website. Deze casussen hebben ook betrekking op het
midden- en kleinbedrijf. Verder beziet de FIU-Nederland in samenwerking en in afstemming
met de Wwft-toezichthouders hoe een meldgroep op andere manieren kan worden geïnformeerd.
Voor beroeps- of bedrijfsmatige handelende kopers of verkopers van goederen werkt
de FIU-Nederland samen met het Bureau Toezicht Wwft en MKB-Nederland.
Vraag 5
Welke mogelijkheden ziet u om het toezicht op sectoren of branches, die gevoelig zijn
voor transacties in zwart geld en/of te maken hebben met witwassen, te vergroten en
de handhaving te verbeteren?
Antwoord 5
Het Bureau Toezicht Wwft houdt risicogericht toezicht op basis van periodiek geactualiseerde
risicoprofielen en sinds kort geldt dit dus ook voor de recent onder toezicht gestelde
beroeps- of bedrijfsmatige verkopers van goederen. Bij de risicogerichte aanpak wordt
gebruik gemaakt van verschillende handhavingsinstrumenten. Daarbij wordt onderscheid
gemaakt tussen zogenaamde «off-site inspections», zoals self-assessments, telefonische
hercontroles en deskresearches en «on-site inspections», zoals quick-scans en uitgebreide
onderzoeken ter plaatse. Dit onderscheid is in lijn met FATF-aanbevelingen. Door deze
mix van verschillende handhavingsinstrumenten, kan een groter aantal meldplichtige
instellingen worden beoordeeld.
Voorts geldt in algemene zin dat aanscherping en verbetering van het anti-witwasbeleid
voortdurend plaatsvindt, onder andere in navolging van wijzigingen in de FATF-aanbevelingen
en Europese regelgeving. Zo worden in National Risk Assessments (NRA’s) de risico’s
op witwassen en terrorismefinanciering in Nederland in kaart gebracht. In de beleidsmonitor
wordt vervolgens onderzocht in hoeverre het gevoerde beleid effectief is. Zowel de
NRA, als de beleidsmonitor wordt actueel gehouden. In de aan uw Kamer toegezegde integrale
beleidsreactie op verschillende afgeronde wetenschappelijke onderzoeken naar witwassen
gaat de Minister van Justitie en Veiligheid mede namens mijzelf hierop in.6 Aan uw Kamer is reeds toegezegd dat een integrale beleidsreactie in het eerste kwartaal
van 2019 zal worden toegestuurd.7 De door u gestelde vragen zullen waarbij worden betrokken. Naar aanleiding van de
onderzoeken zal worden bezien of het beleid effectiever kan worden vormgegeven.
Een ander voorbeeld is de implementatie van de wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn
waarin aanbieders van bepaalde diensten met virtuele valuta (crypto’s) onder de reikwijdte
van de Wwft worden gebracht. Virtuele valuta gaan gepaard met een hoge mate van anonimiteit
en maken het mogelijk om transacties te verbergen. Het digitale en anonieme karakter
van virtuele valuta verhoogt de kans dat zij worden gebruikt voor witwassen of terrorismefinanciering.
Door deze aanbieders onder de reikwijdte van de Wwft te brengen, moeten zij onderzoek
gaan doen naar hun cliënten en ongebruikelijke transacties gaan melden bij de FIU-Nederland.
Daarmee worden de belangrijkste risico’s ondervangen die samenhangen met dienstverlening
met virtuele valuta.
Vraag 6
Hoe groot is de kans dat een mkb’er in een jaar wordt onderworpen aan een onderzoek
van de FIU ter controle van de boeken, in het kader van het controleren of er ongebruikelijke
transacties hebben plaatsgevonden? Kunt u deze kans uitdrukken in een percentage?
Antwoord 6
In Nederland controleert de Wwft-toezichthouder of een meldplichtige instelling heeft
voldaan aan haar meldplicht. Het Bureau Toezicht Wwft houdt geen registratie bij of
dit onderzoek bij een mkb’er of een grote onderneming plaatsvindt. Of een onderneming
als mkb’er is aan te merken, is ook niet relevant voor de vraag of die onderneming
onder de reikwijdte van de Wwft valt. Wel is het grootste deel van de beroeps- of
bedrijfsmatige kopers en verkopers van goederen mkb’er.
Het is om meerdere redenen onmogelijk om de kans dat een mkb’er wordt onderworpen
aan een onderzoek in een bepaald percentage uit te drukken. Zoals uiteengezet in het
antwoord op vraag 5, is een uitgebreid onderzoek ter plaatse niet het enige handhavingsinstrument
dat Bureau Toezicht Wwft toepast. Daarnaast speelt de wisselende omvang en variëteit
van de onder toezicht staande groep beroeps- of bedrijfsmatige kopers en verkopers
van goederen een rol. Zij worden aangemerkt als een instelling in de zin van de Wwft
als er contante betalingen van 10.000 euro of meer plaatsvinden. Dit betekent dat
een mkb’er vanaf dit bedrag aan de verplichtingen van de Wwft dient te voldoen, waardoor
een groot deel van de mkb’ers niet onder de reikwijdte van de Wwft valt en daarmee
ook niet onder Wwft-toezicht staat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.