Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het bericht ‘Zorgen om homeopathisch alternatief voor vaccineren’
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Zorgen om homeopathisch alternatief voor vaccineren» (ingezonden 25 oktober 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
3 december 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 637.
Vraag 1
Kent u de uitzending van De Monitor over «Zorgen om homeopathisch alternatief voor
vaccineren»?1 Wat is uw reactie daarop?
Antwoord 1
Ja. In mijn brief van 19 november 20182 heb ik verteld wat ik wil doen aan de verspreiding van onjuiste informatie over vaccinaties.
Vraag 2
Vindt u het acceptabel dat op verschillende websites van homeopaten en in de homeopathische
praktijken de homeopathische profylaxe wordt gepromoot door te stellen dat deze methode
aantoonbaar net zo’n goede bescherming biedt, maar dan gegarandeerd zonder de schadelijke
gevolgen van vaccinaties terwijl dit pertinent foutieve en gevaarlijke informatie
is?
Antwoord 2
Nee, dat vind ik niet acceptabel. Het is niet toegestaan om onbewezen medische claims
te doen voor geneesmiddelen en dus ook niet voor homeopathische producten. Zorgaanbieders
mogen dus niet stellen dat de door hen gebruikte producten aantoonbaar werken als
dat niet zo is. Ook mogen zij niet suggereren dat de door hen gebruikte producten
beter zijn dan andere geneesmiddelen als daar geen bewijs voor is.
Vraag 3
Deelt u het oordeel van de Reclame Code Commissie dat op verschillende websites van
homeopaten misleidende informatie wordt gedeeld? Wat is uw oordeel over het feit dat
een groot deel van de homeopaten die een aanbeveling hebben gekregen van de Reclame
Code Commissie om de informatie van de website te verwijderen, de homeopathische profylaxe
als alternatief voor vaccinatie gewoon blijven promoten? Wat vindt u er vervolgens
van dat de Reclame Code Commissie dit gemeld heeft bij de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd?
Antwoord 3
Ik vind de verspreiding van misvattingen over vaccinaties onwenselijk. Dit kan leiden
tot onzekerheid of onduidelijkheid bij ouders en tot onnodige gezondheidsschade bij
kinderen. Ik wil dat ouders hun afwegingen kunnen baseren op betrouwbare informatie
over vaccinaties en ik wil hen het gereedschap in handen geven om de betrouwbaarheid
van informatie te beoordelen. Ik ga daarom een expertteam instellen dat zich bezig
gaat houden met het weerleggen van misleidende informatie. Dit heb ik ook in mijn
brief van 19 november aangegeven.
De IGJ gaat daarnaast met de Reclame Code Commissie in gesprek over de melding.
Vraag 4
Is het correct dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd geen mogelijkheden heeft
om hier op te handhaven ondanks dat er sprake is van misleiding en een gevaar voor
de volksgezondheid? Zo ja, wat is uw reactie op de opmerking van de oud-inspecteur
van de Inspectie dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd gebruik kan maken
van onder andere de Wet BIG en het feit dat de plicht om de beste zorg te leveren
wordt geschonden? Bent u van plan de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd de
opdracht of de extra mogelijkheden te geven om hier alsnog op te kunnen handhaven?
Antwoord 4
De IGJ heeft mogelijkheden tot handhaven. De IGJ heeft de mogelijkheid om boetes te
geven en heeft dit al meerdere malen gedaan. Voor reclame voor ongeregistreerde geneesmiddelen
kan een boete tot maximaal 450.000 euro worden opgelegd. Verder is de IGJ op grond
van artikel 115 uit de Geneesmiddelenwet bevoegd om ter voorkoming van schade aan
de volksgezondheid een bevel te geven, bijvoorbeeld om een product uit de handel te
laten nemen. Ter handhaving van een dergelijk bevel kan de IGJ een last onder dwangsom
opleggen.
De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) stelt aan alternatieve zorg
andere eisen dan aan reguliere zorg. Op basis van de Wkggz moet een reguliere zorgaanbieder
goede zorg bieden en mag een alternatieve zorgaanbieder alleen zorg verlenen die buiten
noodzaak geen schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid veroorzaakt.
De IGJ kan handhaven op het moment dat zij vaststelt dat er geen sprake is van goede
zorg of in geval van schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid
van patiënten of wanneer deze wordt afgehouden van reguliere zorg.
Zoals ik in mijn brief van 19 november 2018 heb aangegeven ga ik met de IGJ in gesprek
om te bezien of zij meer handvatten nodig hebben om onjuiste informatie over vaccineren
aan te pakken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.