Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het artikel ‘Veldhovense wethouder: Budgetplafonds Eindhoven gaan in tegen de wet'
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Veldhovense wethouder: Budgetplafonds Eindhoven gaan in tegen de wet (ingezonden 1 november 2018).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 26 november
2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel in het Eindhovens Dagblad «Veldhovense wethouder:
Budgetplafonds Eindhoven gaan in tegen de wet»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat het hanteren van een budgetplafond zich niet verhoudt met de
op de gemeente rustende zorgplicht in het kader van bijvoorbeeld de Jeugdwet en de
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015)? Zo nee, waarom niet?
Indien u de vorige vraag met ja beantwoordt, bent u dan bereid in dit geval de gemeente
Eindhoven en andere gemeentes die overgaan tot het instellen van budgetplafonds als
hier aan de orde, daarop aan te spreken en ze zo nodig een aanwijzing te geven dat
niet te doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Het hanteren van budgetplafonds door gemeenten in het kader van het contracteren van
aanbieders en het voldoen aan de Jeugdwet en de Wmo 2015 botsen niet per definitie.
Het hanteren van budgetplafonds per aanbieder is een aspect van inkoop waarmee gemeenten
hun sturing kunnen vormgeven.
Het enkele feit dat een aanbieder op enig moment aan zijn budgetplafond zit, hoeft
dan ook niet te betekenen dat een gemeente zijn wettelijke verantwoordelijkheden niet
nakomt. Als voldoende andere aanbieders die vergelijkbare jeugdhulp en/of Wmo-ondersteuning
bieden nog voldoende ruimte hebben onder hun budgetplafond, kunnen cliënten hier naartoe
worden verwezen.
Indien alle aanbieders aan hun budgetplafond zitten, dan zal de gemeente actie moeten
ondernemen door alsnog elders extra jeugdhulp en/of Wmo-ondersteuning te contracteren.
Een goed overleg tussen gemeente en zorgaanbieder over de stand van zaken van de uitvoering
van de overeenkomst is daarbij randvoorwaardelijk.
Mocht het college nalaten om aan de wettelijke verantwoordelijkheden, in dit geval
het voldoende gecontracteerd hebben van aanbieders om aan de vraag om ondersteuning
te kunnen voldoen, dan is in eerste instantie de gemeenteraad aan zet om het college
hierop te controleren en bij te sturen. Mochten mij vervolgens signalen bereiken dat
de gemeente nalaat hierop te acteren, dan bestaat altijd de mogelijkheid om via het
interbestuurlijk toezicht (de zogenaamde escalatieladder) vanuit het Rijk te interveniëren.
In het geval van de gemeente Eindhoven zie ik hier op dit moment geen aanleiding toe.
Vraag 4
Vindt u het, indien u van mening bent dat het instellen van budgetplafonds en dus
het mogelijk niet verlenen van noodzakelijke zorg niet toegestaan is, aanvaardbaar
dat gemeenten dan op andere delen van het sociaal domein gaan bezuinigen waardoor
mensen met een laag inkomen de dupe worden? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u dan (alles
tegen elkaar afwegende) alsnog bereid om per direct te voorkómen dat kwetsbare mensen
(waaronder mensen met een laag inkomen) gedupeerd worden door bezuinigingen elders
in het sociaal domein als hiervoor bedoeld?
Antwoord 4
Gemeenten hebben beleidsruimte binnen de kaders van de landelijke regelgeving. De
gemeenteraad stelt het lokale beleid vast op basis van de voorstellen van het college
van burgemeester en wethouders. Hierbij dienen zij zoals gezegd rekening te houden
met wettelijke opdrachten die zij hebben. De gemeenteraad controleert het college
in de uitvoering van de wetgeving en het lokale beleid. Het debat over de aanwending
van middelen in het lokale sociaal domein wordt lokaal gevoerd tussen het college
en de gemeenteraad.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.